De grutto is de koning van de Nederlandse weide. Al eind februari keren tienduizenden grutto's terug uit Afrika. Op drassige weilanden strijken ze in grote groepen neer, op zoek naar wormen in de vochtige bodem. Een vliegende grutto is te herkennen aan de opvallende witte streep op de vleugel. Het mannetje wordt in het vroege voorjaar steeds roodbruiner van kleur. Alleen als er voldoende wormen naar binnen worden gewerkt, lukt het om zo'n mooi rood kleurtje te krijgen. De vrouwtjes vinden dat buitengewoon aantrekkelijk. Hoe rooier, hoe mooier, is het devies in gruttoland.
In 2016 werd de grutto door het Nederlandse publiek verkozen tot Nationale Vogel. Terecht, want nergens broeden zoveel grutto’s als in ons land. Meer dan zeventig procent van de wereldpopulatie. Zelfs binnen de stadsgrenzen van Amsterdam broeden al meer grutto’s dan in heel Groot-Brittannië en Frankrijk samen.
Helaas staat de grutto onder druk door onze steeds intensiever geworden landbouw. In 1960 was de grutto nog een algemene vogel met circa 120.000 paar, inmiddels zijn het er minder dan 30.000. Daarom probeert Vogelbescherming op allerlei manieren het tij voor de grutto en andere weidevogels te keren (zie Vogelbescherming komt op voor weidevogels).
Een grutto is gemakkelijk van een wulp (een andere grote steltloper die je in Nederlandse weides en op het wad kunt aantreffen) te onderscheiden. De grutto is kleiner dan een wulp. Maar het duidelijkst is het verschil in snavel. Die is bij allebei de vogels extreem lang. De grutto heeft echter een rechte snavel en de wulp een kromme. Een grutto roept verder vaak zijn eigen naam: ‘grut-to-grut-to’.
Een grutto die hoog in de lucht ‘grut-o-grut-o-grut’ roept, verdient extra aandacht. In een kantelende vlucht, alsof één van de twee vleugels niet goed functioneert, wiekt de grutto in een grote cirkel boven zijn broedgebied.
De zeer intrigerende baltsvlucht van de grutto kent vaak een spectaculair einde. Plotseling stopt het grutto-geroep en valt de vogel als een steen naar beneden. De snavel als een speer naar beneden gericht. Een vrije val waarbij de remparachute pas op het allerlaatste ogenblik wordt geopend. Op het moment dat de gruttoman te pletter dreigt te slaan, worden vleugels en staart gespreid, het lichaam 180 graden gedraaid en de poten uitgestrekt.
Na de perfect getimede landing worden de vleugels nog even boven het lichaam omhoog gestrekt om de witte onderkant, bij wijze van imponerend vlagvertoon, aan eventuele concurrenten te tonen. Deze kamikazeacties maken het zien van baltsende grutto’s tot een spectaculaire belevenis.
Met een uitgekiende tuininrichting die het gehele jaar voorziet in insecten, rupsen en zaden zijn vogels te verleiden een tuin in elk seizoen te bezoeken. Maar met bijvoeren bewijs je vogels (zeker in de winter) een grote dienst en zullen er nog meer vogels jouw tuin bezoeken. Hanteer daarbij de volgende vuistregels:
Tureluurs hebben effectieve schutkleuren. Ze vallen pas op als ze opvliegen of roepen. Gelukkig staan ze in het broedseizoen, net als grutto's, regelmatig op hekpalen om de wacht te houden en dan zijn ze gemakkelijker te zien. Omdat tureluurs ter verdediging, niet veel meer kunnen dan een beetje nerveus in de lucht hangen met veel ‘tu tu tu’ geroep, zoeken ze vaak bescherming bij andere weidevogels. Het tureluurnest ligt daarom meestal dichtbij een kievitsnest. Bij gevaar staat meneer tureluur op een paaltje heftig te tu-tuut-ten waarna de kievit vervolgens onverschrokken tot de aanval overgaat.
Oppervlakkig gezien is de tureluur een verkleinde uitgave van de grutto. Maar de snavel is veel korter en de poten zijn in het broedseizoen bloedrood. Verwarring met de ook bruinachtige watersnip is ook snel uit te sluiten. De watersnip heeft een veel langere snavel en veel kortere poten.
Een tureluur ziet er in de lucht heel anders uit dan een tureluur op de grond. Onder het bruin zit veel wit verborgen. In de vlucht wordt dit opeens zichtbaar. Behalve een duidelijke witte streep (in de vorm van een sigaar) op de achterrug wapperen links en rechts twee witte vleugelvlaggen en dat valt op.
Maar tureluurs vestigen dus vooral de aandacht op zich door hun ‘tu tu’-geluid. Daarom is het handig het geluid te leren herkennen. Het ezelsbruggetje is daarbij hetzelfde als bij de grutto: ook een tureluur is vernoemd naar eigen roep.
Tureluurs kunnen eindeloos 'tu tu’ roepen. Maar nog veel langer (zelfs dagenlang), dribbelt de tureluurman achter zijn vrouw aan in een poging haar te versieren. Uiteindelijk blijft ze een keer staan en wordt de vasthoudendheid van de man beloond. Als een helikopter met snel trillende vleugels stijgt hij langzaam op en gaat boven het vrouwtje hangen, terwijl hij in hoog tempo zachtjes met zijn poten op haar rug trommelt als een volleerde masseur.
De tureluur is een echte weidevogel, maar is ook te vinden in kwelders, duinvalleien, heiden, venen en langs rivieren. Buiten de broedtijd zijn grote aantallen te vinden in het waddengebied en de delta. Maar ook in ondiepe plassen en slikjes in het binnenland.
Weidevogels als de grutto en tureluur staan op de Rode Lijst van bedreigde vogels. Dat komt doordat het leefgebied – bloemrijke en vochtige weides – vrijwel overal is verdwenen in Nederland. Door te veel mest, te vaak maaien en een te laag grondwaterpeil is de natuurkwaliteit van het grootste deel van ons weidelandschap tot nul gereduceerd. Daarom zet Vogelbescherming zich met hart en ziel in voor de bescherming en het voortbestaan van onze weidevogels.
Vogelbescherming maakt met steeds meer boeren en melkproducenten afspraken over de een manier van werken die de weidevogels wel ten goede komt en probeert consumenten te bewegen alleen zuivel te kopen die is geproduceerd door boeren die wél rekening houden met weidevogels. In de gebieden waar we op die manier werken gaat het juist goed met de weidevogels.
Het kan dus! Ook probeert Vogelbescherming de politiek ervan te overtuigen dat we minstens 200.000 hectare goed weidevogelgebied in Nederland moeten realiseren willen we ook onze kinderen en kleinkinderen nog laten genieten van de kieviten, grutto’s, tureluurs en alles wat daarbij hoort. 'Red de Rijke Weide' heet deze campagne van Vogelbescherming. Je kunt je steentje heel gemakkelijk bijdragen door weidevogelvriendelijke zuivel te kopen.
Een van de mooiste vogelervaringen in Nederland is het kijken naar weidevogels in het voorjaar. Op de kaart van Red de Boerenlandvogels kun je de mooiste weidevogelgebieden vinden. Wij tippen alvast de polder Ronde Hoep bij Amsterdam, de polder Arkemheen bij Nijkerk, de Wilck in het Groene hart, de Workumerwaard bij Workum of de prachtige Terschellinger Polder. Daar vind je prachtige bloemrijke weides vol jubelende vogels. We noemen hier enkele vogels die je in deze weidegebieden kunt verwachten:
Wil je meer weten over de soorten uit deze vogelles of over andere vogels die in Nederland voorkomen? In de webshop van Vogelbescherming zijn veel goede boeken, voor beginners en gevorderde kijkers, verkrijgbaar. Maar je kunt ook gewoon in onze online vogelgids kijken.
Buiten zijn en genieten van je omgeving, de schoonheid van vogels en het bijzondere van hun gedrag gecombineerd met onverwachte natuurmomenten en de vraag of het lukt om een favoriete soort te ontdekken.
Vogelkennis bouw je langzaam op. Hieronder 6 vragen om je kennis over vogels verder te verrijken. De vragen gaan deels over deze les en deels over nieuwe kennis. Soms moet je dus misschien iets opzoeken. De online vogelgids van Vogelbescherming kan daarbij handig zijn.
In deel 7 van de cursus Vogels in Nederland stellen Camilla en Nico drie bijzondere Nederlandse eenden aan je voor: de krakeend, de smient en de pijlstaart.