Door
Ruud van Beusekom
Vogelbescherming Nederland
Geplaatst op 30 juni 2020
De zang van de grote karekiet is een machtig geluid. Het zware, krassende krrr…kiet-kiet! in een groot aantal variaties draagt ver over water en door rietland. De naam karekiet is dan ook een perfecte onomatopee – een ‘klank nabootsende naam’. De net uit Afrika aangekomen mannetjes zingen onvermoeibaar, een groot deel van de dag en zelfs ’s nachts. Hiermee moeten de bij nacht overtrekkende vrouwtjes worden verlokt om neer te strijken. Want daar, waar de mannen zingen in het meters hoge, krachtige riet dat diep in het water staat – in jargon ‘waterriet’ – voelt de grote karekiet zich thuis. De rietstengels zijn er dik genoeg om een grote karekiet te dragen én het nest stevig te verankeren. Het meeste rietland dat we in Nederland zien, is echter helemaal geen waterriet, maar bestaat uit dun, laag riet. Prima voor de kleine, maar niet voor de 2,5 maal zwaardere grote karekiet. Zo zwaar, vliegend lijkt hij zelfs iets op een lijster; de Duitse naam Drosselrohrsänger (‘lijsterrietzanger’) is zo gek nog niet gekozen!
In het moeras moet ook het hele broedseizoen genoeg voedsel zijn om een nest met jongen groot te brengen. Dat bestaat vooral uit waterinsecten: libellen en waterkevers en hun larven, waterwantsen, grote vliegen en muggen, spinnen en zelfs een piepklein visje, kikkertje of salamandertje. Behendig springend en klauterend door het riet speurt de karekiet de hele dag naar zijn prooien, soms maakt hij een uitstapje naar een aangrenzend wilgenbosje.
Met het voor grote karekieten onmisbare waterriet verdwenen ook grote karekieten: we hebben meer dan 90% van deze rietkrassers verloren sinds 1975, toen er nog zo’n 1400 broedpaartjes in Nederland waren.
Waterriet is dus het sleutelwoord als we grote karekieten willen hebben. Stevig, hoog riet, in diep water. Het staat aan de randen van meren, plassen en strangen. Vaak aan de winderige, veelal zuidwestelijk gerichte kant van land. Het kan goed tegen een stootje van golfslag en wind. Rietkragen zoals je ze nog vindt op de laatste plekken waar ook nog grote karekieten in Nederland broeden: de noordelijke Randmeren – Zwarte Meer, Ketelmeer-Vossemeer, Drontermeer – en in het Vechtplassengebied, in de Loosdrechtse Plassen en de Rijnstrangen.
Waarom is waterriet verdwenen? Het zogenoemde ‘verstarde’ waterpeil, voor de landbouw opgezet, speelt hierin een heel grote rol. In een natuurlijke situatie wisselt het peil sterk tussen seizoenen en jaren; goed voor het riet. Door een stabiel waterpeil versnelt verlanding en gaan andere planten in de rietkraag overheersen. Het betekent bovendien een afname van het juiste insectenspul waar de karekieten van leven. En dan lusten grauwe ganzen, die heel talrijk zijn geworden, ook nog eens graag waterriet.
Om de grote karekiet voor ons land te behouden heeft Vogelbescherming enkele jaren geleden de koe bij de horens gevat. Maar een bruin vogeltje beschermen dat veel mensen niet kennen, hoe doe je dat? Om te beginnen zijn eerst de knelpunten in de laatste broedgebieden in Loosdrecht en de noordelijke Randmeren in kaart gebracht door gespecialiseerde onderzoekers. We wisten al goed hoe een aantrekkelijke rietkraag voor grote karekieten eruit zag. Vrijwilligers telden al jarenlang zangposten van grote karekieten. Door heel gericht te kijken naar de rietkragen waar de karekieten zijn verdwenen en waar ze nog wél zitten, zie je wat er loos is. Sommige rietkragen waren te ijl of te smal geworden, andere waren compleet verdwenen. Een houten beschoeiing, een aanlegsteiger met gazon, wilgenopslag, vraat door ganzen: heel vaak kon de vinger precies op de zere plek worden gelegd.
Een ‘kansenkaart’ was de volgende stap: wat moet je doen om die mooie waterrietkragen weer terug te krijgen? Met gerichte herstelmaatregelen – waaronder rasters om ganzenvraat tegen te gaan, verwijderen van wilgenopslag – werd alles en iedereen benaderd die iets met de rietkragen van doen had: particuliere terreineigenaren, recreatieschappen, beheerders, waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies. Heel belangrijk ook: neem de betrokkenen mee het veld in, laat ze de grote karekiet zien én horen!
Aldus geschiedde; een steeds groter conglomeraat van mensen raakte enthousiast voor het idee om de grote karekiet te beschermen, waardoor er ook steeds meer middelen beschikbaar kwamen. Niet in de laatste plaats ook door gulle donoren, leden van Vogelbescherming.
Nu zijn we enkele jaren verder. Door de genomen maatregelen herstellen rietkragen zich voorspoedig en het lijkt erop dat de achteruitgang van de grote karekiet gestopt is. Een stimulans om door te gaan op de ingeslagen weg en ons reddingsplan voor de grote karekiet gaat nog een paar jaar door. Het doel is om weer een gezonde populatie van een paar honderd broedpaar te krijgen. Ook buiten de huidige kerngebieden. Zodat we op meer plaatsen, met een variant op het Oudhollands liedje kunnen zeggen: ‘Karre-karre-kiet-kiet-kiet, ik hoor je wel maar ik zie je niet’.
Uw gift gaat naar bescherming en aanleg van nieuwe rietkragen. Zo ontstaat er nieuw leefgebied.
Ja, ik help mee
Vogels zijn er altijd en bijna overal. Ze bezorgen ons plezier en blijven ons verwonderen. Toch is de aanwezigheid van vogels niet vanzelfsprekend. Veel vogels hebben het moeilijk of dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Help ook mee.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.