Door
Rob Buiter
Wetenschapsjournalist
Geplaatst op 20 januari 2022
Je hebt riet en riet. En niet al dat riet is geschikt voor de grote karekiet om nesten in te bouwen. “Deze vogels hebben behoefte aan stevig stromingsriet”, verduidelijkt Van der Winden. Om te beginnen bestaat er riet dat op het droge staat – landriet - en riet dat in het water wortelt. Stromingsriet behoort tot die laatste categorie: waterriet.
Maar dan heeft de grote karekiet nog aanvullende eisen. Van der Winden: “Stromingsriet groeit in dieper water en heeft te maken met wisselende waterniveaus. Dat kan zijn door golven, door ‘kwelwater’ dat uit de bodem komt, of door een wisselend peil dat door de waterbeheerder wordt geregeld. Dat zorgt er allemaal voor, dat er veel voedingsstoffen worden aangevoerd en het riet hard groeit. Typisch stromingsriet is dan ook hoog, stevig, groeit aan de buitenranden van rietkragen of als geïsoleerde eilandjes en verzamelt weinig rommel tussen de planten.”
Om de karekiet te helpen, moet je dat stromingsriet beschermen, concludeert Van der Winden uit de afgelopen jaren van veldonderzoek in opdracht van Vogelbescherming. “Een grote vijand van waterriet zijn de ganzen. Mensen denken bij ganzenvraat misschien aan vogels die de jonge topjes van frisgroen riet afknabbelen. Maar in het veld zien we dat ganzen in een seizoen ook een compleet veld van rietstengels tot enkele meters hoog, letterlijk met wortel en tak kunnen uitroeien. En met de groeiende aantallen ganzen zien we dus ook steeds meer riet verdwijnen.”
In de afgelopen jaren zijn verschillende strategieën uitgeprobeerd om riet duurzaam te beschermen tegen ganzenvraat. Van der Winden: “In eerste instantie hebben we geëxperimenteerd met netten die tussen palen in het water werden gespannen, maar dat blijkt toch niet te werken. Netten gaan makkelijk hangen, waardoor vogels er toch overheen kunnen. Bovendien kunnen ganzen, maar ook eenden en andere vogels verstrikt raken in netten. Vandaar dat we nu een goed systeem hebben ontwikkeld met stevig gaas dat tussen lange palen om een stuk riet kan worden gezet. Meestal moet je die palen ook nog verplaatsen, om de groei van het riet bij te houden.”
In de praktijk ontmoeten Van der Winden en collega’s nog wel eens scepsis, over hun gaas-met-palen-aanpak. “Ik heb al verschillende keren gemerkt dat mensen niet kunnen geloven dat ganzen écht zo’n destructieve invloed hebben op oude rietvelden. Maar dan ga ik meestal de uitdaging aan: zet gewoon maar eens een klein stukje gaas om een stukje riet en kijk wat er gebeurt. Binnen de kortste keren zie je het dan vanzelf: binnen het hekwerk blijft het riet staan, daarbuiten is het voor je het weet afgeknabbeld.”
Niet alleen het riet blijkt te gedijen achter een hekje, ook de grote karekiet weet het te waarderen. Op de plekken waar het riet wordt beschermd, is de scherpe daling tot staan gebracht. Sterker nog: de aantallen broedparen lijken in die gebieden zelfs weer licht te stijgen! Van der Winden: “In de laatste kerngebieden van de grote karekiet, in de Randmeren en in de Vechtplassen, zien we dan ook dat rietbescherming echt werkt”, aldus Van der Winden. “Niet alleen het riet, ook de grote karekiet verblijft steeds vaker in de beschermde stukjes waterplanten.”
Hoewel de grote karekiet door velen misschien onder de oneerbiedige categorie ‘kleine bruine vogeltjes’ wordt geschaard, is het wel degelijk een charismatische soort. Niet in de laatste plaats door zijn geweldige zang, vanuit een hoge rietstengel, is het dan ook een geliefde soort voor waarnemers en fotografen. “Op basis van de waarnemingen van anderen hebben we een aardig beeld van de gebieden búiten de traditionele kerngebieden waar de grote karekiet af en toe broedpogingen waagt. Letterlijk van Limburg tot de Waddeneilanden, overal kun je een pionierende karekiet vinden. Als er maar dik, dicht, stevig stromingsriet van enige omvang in het water staat.”
Op die plekken waar grote karekieten af en toe een broedpoging lijken te wagen, willen Van der Winden en collega’s hun beschermingswerk graag uitbreiden. “Het komende jaar gaan we weer op zoek naar terreinbeheerders die ook willen meewerken aan het beschermen van riet en karekiet, door middel van onze rasters. Daarnaast gaan we ook door met broedbiologisch onderzoek. Eén van de vragen die ik graag zou beantwoorden is: waar komen die zwervende karekieten vandaan? Zijn het vogels uit gebieden waar het nog relatief goed gaat, zoals Polen, of zijn het jongen uit de Nederlandse kerngebieden die uitwaaieren? Dat willen we bijvoorbeeld met op afstand af te lezen kleurringen onderzoeken. Ook gaan we jonge karekieten ringen en dan in een volgend seizoen geringde mannetjes proberen terug te vangen. Waar trekken de oude bekenden heen?”
Los van dat Van der Winden persoonlijk een enorm zwak heeft voor de charismatische grote karekiet, draait dit project om meer dan alleen de bescherming van deze ene soort. “De grote karekiet staat voor een moerasbiotoop dat we in rap tempo dreigen te verliezen. Op de plekken waar we dit landschap effectief weten te beschermen, zien we ook andere soorten profiteren. Zo heeft in een aantal beschermde stukken waterriet ook alweer een woudaap gebroed. En als dat nóg niet voldoende motivatie biedt om dit beschermingswerk te doen, dan is er ook nog gewoon de Europese verplichting. Onder de richtlijnen rond de Natura-2000 gebieden, zijn we simpelweg verplicht om de aantallen grote karekieten weer te laten groeien”, aldus Van der Winden. Maar dat is dus bepaald geen straf, met zo’n geweldige zanger!
Verder lezen? Lees hier het rapport