Door
Ruud van Beusekom
Vogelbescherming Nederland
Geplaatst op 7 februari 2023
De grote karekiet staat al sinds jaar en dag op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Om de achteruitgang van de populatie te stoppen en om te keren in herstel coördineert Vogelbescherming Nederland sinds 2015 een beschermingsproject voor de grote karekiet in Nederland. Het doel is de omvang van de landelijke populatie in 2025 terug te brengen naar een niveau van ongeveer 130 paar. Daarvoor wordt het leefgebied verbeterd, het draagvlak voor herstel van moeras vergroot en onderzocht of de genomen beschermingsmaatregelen werken.
Het beschermingswerk startte in 2016 in twee kerngebieden voor de soort, waar de grote karekieten nog in enige aantallen broedden: de Noordelijke Randmeren en Oostelijke Vechtplassen. De populaties in deze kerngebieden moeten op termijn een basis vormen voor populatiegroei en hopelijk herstel van de populatie daarbuiten.
In de kerngebieden (Noordelijke Randmeren en Oostelijke Vechtplassen) waren in 2022 60 tot 70 territoria aanwezig en in de rest van Nederland ongeveer 20-30. Ten opzichte van 2021 is dit een afname van ongeveer 10-20%, na enkele jaren lichte groei. De oorzaak ligt vermoedelijk in het lage broedsucces in 2021, met 40-50% minder jongen dan in eerdere jaren. De jaarlijkse fluctuaties in broedsucces en aantallen geven aan dat de populatie kwetsbaar is en waarschijnlijk meerdere jaren met goed broedsucces nodig heeft om uit de gevarenzone te komen.
Het is wel verheugend dat sinds 2016 de gemiddelde populatietoename in de kerngebieden 5% bedraagt. Als deze gemiddelde groei doorgaat, kan de populatie in 2025 ca 80 paar bedragen. Als de populatiegroei buiten de kerngebieden evenredig is, dan is in 2028 een landelijke populatie te verwachten van 130 paar.
Herstel van rietkragen in de Oostelijke Vechtplassen (Noord-Holland) heeft waarschijnlijk bijgedragen tot behoud van de kwetsbare kleine broedpopulatie van de grote karekiet daar. Langs de beste resterende rietkragen werden in de periode 2016-2021 rasters gezet om ganzenvraat tegen te houden. Met resultaat: daar namen de aantallen niet verder af. Jaarlijks bleef hier ongeveer 60% van de populatie broeden.
Tevens gingen de karekieten op nieuwe plaatsen broeden waar het riet was hersteld. Ook buiten de tegen ganzenvraat beschermde rietkragen broedt toch nog steeds jaarlijks ongeveer 40% van de populatie, met een even hoog broedsucces als op beschermde plekken. Dit zou kunnen komen omdat er daar om andere redenen weinig vraat is door watervogels. Zo broeden grote karekieten onder meer bij havenmondingen en recreatie-eilanden, waar als gevolg van menselijke aanwezigheid watervogels minder vaak komen.
Wat ook helpt is dat de omvang van de grauwe ganzenpopulatie is teruggebracht, door het rapen van eieren, vangen van ganzen en afschot. Dat kan ook leiden tot een lagere graasdruk op bepaalde plekken en daardoor tot herstel van riet. In 2022 was er bovendien vrij veel sterfte van grauwe ganzen door vogelgriep.
Een groot surplus aan potentiële broedlocaties is waarschijnlijk van belang voor de aanwezigheid van een duurzame populatie grote karekieten, omdat bepaalde rietkragen in een bepaald jaar ongeschikt kunnen zijn om te broeden. Bijvoorbeeld doordat harde wind het riet heeft platgeslagen, zoals in de winter van 2021-22 gebeurde. Dit noopt grote karekieten, die – zo is bekend uit onderzoek aan karekieten met kleurringen – behoorlijk plaatstrouw zijn, te verhuizen naar een naburige rietkraag.
Het broedsucces was in 2022 in Loosdrecht en de Randmeren redelijk goed, beter dan in 2021. Bij broedsucces van minimaal 2,5 jong per paar zouden er in 2022 tussen 200 en 250 jongen uitgevlogen kunnen zijn in Nederland. In 2022 werden zeker 45% van deze nestjongen geringd. Als een deel daarvan in 2023 en 2024 kan worden teruggevonden, zou dit veel nieuwe kennis opleveren over de kolonisatie van nieuwe broedplaatsen.
Omdat de kennis over het voedsel van de nestjongen tekort schiet, is daar in 2022 onderzoek naar gedaan. En wel door DNA-onderzoek aan de uitwerpselen van jonge karekieten. Opmerkelijk is dat de ouders niet alleen grotere insecten voeren aan de jongen, maar ook veel kleine insecten zoals dansmuggen en schietmotten. Dit is een waardevol nieuw inzicht in het voedselpatroon van de grote karekiet, omdat tot nu toe werd gedacht dat vooral grote insecten werden gevoerd. Het nodigt uit tot meer onderzoek.
Lees het rapport Beschermingsproject grote karekiet 2022, opgesteld door Jan van der Winden Ecology.
Het Beschermingsproject grote karekiet wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van leden van Vogelbescherming Nederland en dankzij een financiële bijdrage van Ars Donandi + Tringa fonds.
Vogels zijn er altijd en bijna overal. Ze bezorgen ons plezier en blijven ons verwonderen. Toch is de aanwezigheid van vogels niet vanzelfsprekend. Veel vogels hebben het moeilijk of dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Help ook mee.
Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.