Een pril voorjaar langs de Swalm

Vogels zien in februari is een beetje sprokkelen. Alleen de blijvers zijn aanwezig en zelfs daarvan is het grootste deel nog verborgen en stil. Landgoed Groenewoud in Swalmen, in beheer bij Staatsbosbeheer, is echter zo gevarieerd dat je al met al tot een prettige verzameling kunt komen.

Ons rondje begint door een gemengd bos met natuurlijk alle mezensoorten, zachtjes prevelende roodborsten, winterkoninkjes en een voorzichtig roffelende grote bonte specht. Ook kruisbekken roeren zich – glip glip glip - terwijl in de met klimop begroeide bomen, staartmezen naar verborgen insecten zoeken. Rondom de beuken scharrelen vinken, kneutjes en appelvinken.

Al ras komt de Swalm erbij, compleet met een elzenbroekbos. Een ‘gekleurd bos’, met sijsjes en puttertjes foeragerend op de elzenpropjes. De Swalm is oogstrelend. Niet alleen vanwege de ijsvogels die vrijwel zeker te zien zijn, net als de sporen van bevers, maar ook landschappelijk. De zon danst een lichtballet met het snelstromende water, de oevers hoog en getekend door de beek. Beek wordt weer bos met barmsijs, zwarte specht en goudvinken.

Dan breekt het landschap open, en verschijnen heide en kruidige hobbelige graslanden. Met het bos zo nabij zijn roofvogels als havik, sperwer en buizerd bijna niet te missen. Zwijgzaam zullen ze niet meer zijn; in de loop van februari spelen ook bij hen langzamerhand de hormonen op. Het doet verlangen naar de echte lente.

Is het smachten groot, kijk dan niet naar de grasvelden, daar bevinden zich nog wintergasten. Want zeker als in het noorden de vorst nog regeert kunnen daar honderden kramsvogels en koperwieken bivakkeren, zoekend naar pieren. Hoe mooi ook, hopelijk verdwijnen ze snel, ons achterlatend met die belofte; het komt het komt, het echte voorjaar. Pril en weifelend is het er al.

Vogelwerkgroep IVN Roermond geeft geregeld excursies, ook door Groenewoud. Meer informatie