Pink-footed Goose, Anser brachyrhynchus - Eenden (Anatidae)
Kleine rietganzen zijn vooral in in het begin van de herfst in Nederland te zien. Ze zitten dan op een oppervlakte van slechts enkele vierkante kilometers in het zuidwesten van Friesland. Al in november trekken deze vogels weg naar België. Vrijwel alle kleine rietganzen die broeden op Spitsbergen, overwinteren in de lage landen.
Gedrongen gans, met iets kortere hals dan de meer algemene bruine ganzensoorten. Korte snavel met roze vlek. Roze poten. Kop donker bruingrijs, contrasterend met de lichtere hals en lichaam. Bovenzijde vaak 'berijpt' met een blauwgrijze waas. In vlucht vallen de zeer lichte bovendelen op.
Hoog gegak, hoger dan rietgans; lijkt een beetje op kolgans.
64-76 cm, spanwijdte 135–170 cm
Kleine rietganzen beginnen rond half mei met het leggen van eieren, die in juni uitkomen. Vormen paartjes voor het leven. De vogels broeden in losse kolonies, meestal tot zo'n tien paartjes bij elkaar in de buurt. In het nest - dat met donsveren wordt bekleed - worden drie tot vijf witte eieren gelegd. Deze worden alleen door het vrouwtje uitgebroed, het mannetje bewaakt het nest en vrouwtje, vaak vanaf enige afstand. Jonge kleine rietganzen zijn na drie (soms twee) jaar volwassen.
Grazige weilanden in een waterrijk open landschap, dat is wat kleine rietganzen bij ons zoeken. Kleine rietganzen broeden op rotsachtige plekken tot steile kliffen en kloven in open toendralandschap. Ze zoeken hun voedsel in natte zeggenmoerassen en zompige rivierdalen. Op Spitsbergen (waar de Nederlandse overwinteraars vandaan komen) broeden ze regelmatig in de buurt van zeevogelkolonies.
Een vegetarisch menu van gras, graswortels, bessen en zaden. In de broedgebieden ook mossen, korstmossen en bessen. Bij ons in de winter ook oogstresten van granen en aardappel, als die te vinden zijn. Zoekt zijn voedsel in de winter vooral op droge landbouwgrond.
In het najaar in Nederland in grote groepen te zien. Jongen van het afgelopen broedseizoen trekken dan nog met hun ouders op. Bij aankomst in Nederland bevinden zich enorme concentraties in Zuidwest-Friesland. Vóór eind december trekt - ook in milde winters - een groot deel van de kleine rietganzen door naar de polders rond Brugge in België. De terugreis naar het noorden wordt al in januari aangevangen, meestal in één ruk door naar Denemarken, om van daaruit in het voorjaar door te vliegen naar de broedgebieden op Spitsbergen.
wintergast in vrij groot aantal
In de broedgebieden gaat het de kleine rietgans momenteel goed; zowel op IJsland als op Spitsbergen wordt een toename geconstateerd. Neemt de laatste jaren in Nederland sterk af.
Aantal broedparen | 0 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 3600-11.700 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 2700-13.200, nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Het gebied tussen de Friese Meren is dé plek om naar kleine rietganzen te zoeken. De omgeving tussen het Friese dorp Blauwhuis tot het zuidelijker gelegen Gaastmeer geeft de beste kansen.
Kleine rietganzen broeden op IJsland, het oosten van Groenland en op Spitsbergen. In Nederland overwinteren vrijwel alleen vogels van Spitsbergen, die in zuidelijke richting trekken naar Nederland en België. De vogels die op IJsland broeden, overwinteren vooral in Engeland.
Niet bedreigd, maar kleine rietganzen hebben wel een heel beperkt verspreidingsgebied. Overwinterende kleine rietganzen kunnen schade aan landbouw toebrengen, waarvoor boeren kunnen worden gecompenseerd. Van belang daarbij is te zien dat de ganzen reageren op het landschap dat hun wordt aangeboden: extreem voedselrijk grasland, het resultaat van een bijzonder intensieve landbouw.
Ganzen horen bij Nederland. Voor de kleine rietganzen van Spitsbergen heeft Nederland, samen met België, zelfs een heel grote verantwoordelijkheid. Vogelbescherming pleit daarom voor meer natuurinclusieve landbouw en rust- en foerageergebieden voor ganzen. Bovendien maakt Vogelbescherming regelmatig bezwaar bij overheden tegen onjuiste/onzorgvuldig afgegeven vergunningen voor afschot. Daarnaast bepleit Vogelbescherming maatregelen rondom vliegvelden waardoor ganzen niet massaal te hoeven worden gedood om vogelaanvaringen te voorkomen. Via een netwerk van vrijwillige WetlandWachten houdt Vogelbescherming overal in Nederland de kwaliteit van leefgebieden in de gaten. Internationaal werkt Vogelbescherming als Partner van BirdLife International aan het beschermen van het hele leefgebied van trekvogels: van broedgebied tot overwinteringsgebied.
De kleine rietgans is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kleine rietganzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kleine rietgans wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De kleine rietgans is door een aantal provincies aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante omgevingsverordening is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
Verschillende natuurgebieden die door kleine rietganzen worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om het IJsselmeer, Sneekermeergebied en Witte en Zwarte Brekken. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal