Common Snipe, Gallinago gallinago - Strandlopers (Scolopacidae)
Rode lijst
De watersnip is een zeldzame weidevogel, maar op trek nog regelmatig te zien. Vertrouwt bij verstoring lang op zijn schutkleur, maar vliegt op tijd weg met een zigzaggend vlucht, roept daarbij kenmerkend 'skrètsj...skrètsj...'. Heeft opvallende baltsvlucht, waarbij de vogel in een schuine hoek omlaag duikt. Hij spreidt daarbij zijn buitenste staartpennen, die merkwaardig gevormd zijn. Door de vibratie ontstaat een blatend geluid.
Typische snip met zeer lange snavel. Opvallende strepen op kop en rug. Gebandeerde flanken. Een soort die op de watersnip lijkt, is het bokje, maar die heeft een korte snavel en strepen op flanken. De watersnip vliegt bij verstoring vaak ver weg in zigzaggende vlucht; laat daarbij een schorre roep horen.
Blatend geluid ("hemelgeit") tijdens baltsvlucht is mechanisch: luchtstroming door speciaal gevormde staartpennen veroorzaken dit. Verder "kloktikken" vanaf de grond in de broedtijd. Buiten broedtijd vaak een schor "krèètsj".
25-27 cm, spanwijdte 44-47 cm
Territoriaal, monogaam. Paren worden meestal in het broedgebied gevormd, mannetjes arriveren eerder. Nest op de grond, goed verstopt in de vegetatie. Eén, soms twee broedsels, meestal vier eieren. Legtijd april-juni (in het noorden). Broedduur: 17-21 dagen, alleen vrouwtje broedt. Jongen zijn nestvlieders, worden gehoed en gevoerd door beide ouders. Worden aanvankelijk gevoerd. Vliegvlug na 19-20 dagen.
Broedt vooral in vochtig tot nat, zeer extensief gebruikt en kruidenrijk, rijk gestructureerd grasland op veen; ook in gemaaid rietland, trilvenen, vroeger ook natte heide. Graag met wat modderige plekken. Buiten Nederland ook in struiktoendra en open taiga en hoogvenen. Heeft een zachte bodem nodig. Buiten de broedtijd vooral natte graslanden, slootkanten, lage moerasvegetaties e.d. Niet op wad, wel in kwelders. Ook rijstvelden en natte akkers.
Gevarieerd menu van kleine ongewervelde dieren, zoals insecten en hun larven (onder meer emelten), wormen, kleine kreeftachtigen, slakjes, spinnen. Soms plantaardig materiaal (vooral zaden). Zoekt voedsel op de tast met de snavel in de bovenste laag van vochtige of natte bodem. Hierbij wordt de snavel in een snel ritme verticaal de bodem ingestoken. Foerageert meestal in kleine groepjes.
Trekvogel, die overwintert van West- en Zuid-Europa tot in Afrika ten zuiden van de Sahara. Kleinere aantallen zijn deeltrekker en standvogel (in gematigde breedten). Noordelijkste populaties trekken verder zuidelijker. Trekt over breed front over continent en over Sahara. Najaarstrek direct na broedtijd, tot diep in de winter. Voorjaarstrek van maart tot in mei (in het geval van noordelijke broedvogels). Trekt zowel overdag als 's nachts, meestal in kleine groepen.
vrij schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker en wintergast in vrij groot aantal
Sterk afgenomen als broedvogel (met minder dan 5% per jaar). Waarschijnlijk ook afgenomen als doortrekker en wintergast.
Aantal broedparen | 900-1450 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 10.000-20.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 10.000-50.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In natte weilanden en gemaaid rietland, vooral in Laag-Nederland en langs de rivieren.
Vooral Noordwest-, Noord- en Oost-Europa; niet in Middellandse Zeegebied.
De watersnip staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'bedreigd'. Ten opzichte van de jaren vijftig van de vorige eeuw met 75% afgenomen. Ook in grote delen van Europa is een afname te zien. Heeft vooral te lijden onder verdroging en ontginning van broedgebieden. In boerenland zeldzaam geworden, in Nederland nagenoeg tot reservaten beperkt; gaat ook daar vaak achteruit. Jacht (m.n. in Frankrijk) is een belangrijke oorzaak van sterfte onder watersnippen.
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming voert campagne voor 200.000 hectare kruidenrijk grasland. Dat biedt genoeg ruimte voor de weidevogels om te overleven. Dat gebeurt voor de schermen met Red de Boerenlandvogels en achter de schermen via lobby en samenwerkingsverbanden. Daarnaast draagt Vogelbescherming bij aan onderzoek naar wat de beste maatregelen zijn om de grutto te laten overleven en internationale bescherming, zowel langs de trekweg als in de overwinteringsgebieden. Verder werkt Vogelbescherming samen met een netwerk van boerenlandvogelboeren. Voor het beschermen van belangrijke wetlands heeft Vogelbescherming een netwerk van vrijwillige WetlandWachten. Zij fungeren als ogen en oren in het veld en rapporteren over misstanden en treden dan ook op met hulp van Vogelbescherming. Ook adviseren zij over beheermaatregelen.
Beheer voor watersnippen dient gericht te worden op vernatting (hoge voorjaarspeilen). Kleinschalige structuurverschillen door laagtes, natte greppels e.d. zijn ook gunstig. Vernatting is de enige maatregel waarmee heides en hoogvenen, voormalige belangrijke broedgebieden, weer aantrekkelijk gemaakt kunnen worden.
De watersnip is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn watersnippen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de watersnip wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van watersnippen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Verschillende broedgebieden van watersnippen zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om het Bargerveen, de Rijntakken en Weerribben. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal