Op kerstavond moest ik nog laat de deur uit voor een bezoek aan de apotheek. Terwijl ik door de donkere stad reed, werd mijn aandacht getrokken door een kat die bezig was een vogel te pakken. De kat schrok van passerend verkeer en vluchtte onder een stilstaande auto. De vogel bleef midden op de weg zitten. Ik liep naar het diertje toe en raapte het op. Omdat het gehele gebeuren zich had afgespeeld buiten het licht van de straatlantaarns, had ik nog niet gezien om welke soort vogel het ging. Ik was hoogst verbaasd toen ik zag dat ik een nog levende watersnip in mijn handen had. De watersnip hoort thuis in drassige veenweides, niet op het asfalt van een hoofdstedelijke winkelstraat. De kerstgedachte maakte zich van mij meester. Ik nam het gewonde diertje mee naar huis en zette het in een doos op mijn balkon. De kinderen vonden het prachtig. Het kleine snipje kreeg de naam Tijger, omdat hij zo dapper gevochten had en mooi goud met zwart gestreept was, net als een echte tijger.
De meeste Nederlanders zullen de watersnip alleen kennen van het briefje van honderd gulden: de snip. Een week na het wonderbaarlijke voorval met de snip in de nacht werd de euro ingevoerd. Wij moeten ons mooie geld nu missen. Net als mijn eigen snipje, dat zijn verwondingen niet heeft overleefd.