Mew Gull, Larus canus - Meeuwen (Laridae)
De stormmeeuw is een middelgrote meeuw met erg lange vleugels die vooral in de winter in weilanden zeer talrijk is, maar ook in de stad voorkomt. Broedt vaak in kolonies en komt vooral in de kustprovincies voor.
Lijkt enigszins op zilvermeeuw maar is kleiner, heeft donkere in plaats van felgele ogen, geelgroene in plaats van roze poten en een kleinere en dunnere snavel dan de zilvermeeuw. Adulte vogel heeft blauwgrijze bovendelen, witte onderdelen en zwarte vleugelpunten met witte stippen. De juveniele vogel heeft een bruingevlekte rug en een donkere tekening op de kop.
Hoog en schril, vaak ook keffend.
40-60 cm, spanwijdte 110-125 cm
Broedt in kolonies die sterk in grootte kunnen variëren tussen eind april en begin juni, met een piek begin mei. Heeft één nest per jaar met meestal 3 eieren. Bouwt een komvormig nest van plantenmateriaal op gras, zand, kiezels of aarde; ook op daken en in dennen. Broedduur 24-25 dagen. Jongen stappen na 4 dagen uit het nest en kunnen na 30 tot 35 dagen vliegen.
Broedt meestal in kustgebieden, maar soms ook in het binnenland, zoals in Noord-Holland, het rivierengebied, de Noordoostpolder en de Zeeuwse Delta. Vormt kleine kolonies in open duinen, strandvlakten, kwelders, schorren, op gebouwen en opslagterreinen. 's Winters vooral op weilanden te vinden.
Schelpdieren, zeepieren, regenwormen en andere ongewervelden. Daarnaast vis en soms andere gewervelden zoals kleine vogels en zoogdieren. Zoekt vooral lopend in weilanden naar voedsel, maar berooft ook andere vogels van voedsel, jaagt op vliegende mieren en pikt voedsel op van het water.
Nederlandse stormmeeuw is vooral een standvogel en overwintert hier. Deze populatie wordt aangevuld met stormmeeuwen uit Scandinavië, Rusland en het Oostzeegebied. Een klein deel trekt, maar slechts over kleine afstanden. In juli-september trekken grote hoeveelheden stormmeeuwen uit andere landen langs de Nederlandse kust. Tussen februari en mei trekken die weer terug.
vrij schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in zeer groot aantal
Broedt pas sinds 1908 in ons land. Sterke groei tot 1980, daarna daling onder meer doordat vossen de nesten in duinkolonies verstoren.
Aantal broedparen | 2600-3000 (in 2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 270.000-380.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 240.000-380.000, mrt (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Vooral in open graslandgebieden, ook in de stad en aan het strand.
Stormmeeuwen zijn te vinden langs de kusten van West-Europa. In Schotland en Scandinavië ook vrijwel overal in het binnenland. In de winter is de stormmeeuw het talrijkst. Dan brengen grote aantallen Scandinavische vogels een bezoek aan het Waddengebied en de West-Europese Noordzeekust en Atlantische kusten.
Veel meeuwenkolonies in duingebieden zijn verdwenen door de komst van de vos naar deze gebieden, eind jaren '80. Deze vogels zochten oplossingen voor het ontstane probleem door te verhuizen naar Waddeneilanden, waar geen grondpredatoren voorkomen; een ander deel is op gebouwen gaan broeden. In het ons omringende buitenland is dezelfde situatie aan de orde.
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, samengesteld door de Nederlandse overheid, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming ook een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De stormmeeuw staat op de Oranje lijst van Nederlandse broedvogels.
Vogelbescherming zet zich op allerlei manieren in voor de bescherming van belangrijke vogelgebieden in Nederland, zoals het duin- en kustgebied of het Waddengebied, waar ook vaak stormmeeuwen broeden of voedsel zoeken. Dat doen we door kennisoverdracht en door voorbeeldprojecten. Verder maakt Vogelbescherming zich sterk voor een duurzamere visserij, zoals in het Waddengebied en in het IJsselmeer én voor natuurreservaten op de Noordzee.
Kolonies van stormmeeuwen hebben bescherming nodig hebben tegen verstoring.
De stormmeeuw is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn stormmeeuwen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de stormmeeuw wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van stormmeeuwen zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. In sommige provincies zijn nesten van stormmeeuwen het gehele jaar beschermd, omdat zij als koloniebroeders elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en daarin zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop zijn. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd in deze provincies.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal