Hume's Leaf Warbler, Phylloscopus humei - Boszangers (Phylloscopidae)
Het veel zeldzamere familielid van de bladkoning. Waar de 'gewone' bladkoning rond eind oktober verdwijnt, verschijnt juist de Humes bladkoning hier en daar in Nederland. Soms op doortrek, maar ook regelmatig overwinterend. Net als de bladkoning wordt de Humes bladkoning meestal gevonden dankzij zijn kenmerkende roep.
Een kleine, bleel grijs-groene vogel, die sterk lijkt op de bladkoning, zijn algemener in Nederland voorkomende familielid. Heeft één duidelijke gele vleugelstreep en een tweede streep die vaak nauwelijks zichtbaar is. Verder heeft de Humes bladkoning een opvallende oogstreep, maar is hij toch het best te herkennen aan de opvallende roep: een krachtig, vaak herhaald "Tsoe-wiep!"
Roep vaak een krachtig, "Tsoe-wiep!", waarbij de eerste lettergreep iets daalt en de tweede stijgt. Ook een tjiftjafachtig, oplopend "swiep!"Zang alleen te horen in broedgebied. Heeft twee geheel verschillende elementen: een vaak herhaald "Tsiedu-tsiedu" en een geluid dat zich het best laat omschrijven als een langerekte koperwiekroep. Een bijna zoemend, aflopend "Bziiiiiiieeeeeeeee".
10-11 cm
Humes bladkoningen zijn monogaam en broeden van eind mei tot begin augustus. Ze hebben één legsel (heel soms twee) met 4 tot 6 eieren. Het nest is een bol van plantenstengels, mos, grassen en dierlijke haren. Het wordt op de grond of langs een oever gebouwd onder bemoste wortels of stenen; of verborgen tussen graspollen, meestal onder lage struiken en bomen. Soms in een holle boom. Na 11 tot 14 dagen broeden (alleen de vrouw) komen de jongen uit. Binnen 11 tot 15 dagen zijn die vliegvlug en ongeveer een week later kunnen ze op eigen pootjes staan.
Centraal-Aziatische broedvogel: van oostelijk Kazachstan (Tien Shan-gebergte) tot westelijk Mongolië. Verder in een band die zuidelijk door de Himalaya loopt langs het westen van China door Nepal, Bhutan en het noorden van India. Humes bladkoningen overwinteren met name in Noord- en Centraal-India, Bangladesh, Myanmar en Vietnam. Broedt tot 2400 meter hoogte in naaldbossen en (rhodondendron)struiken. In Nepal tot wel 4000 meter hoogte in wilgenbomen, loofbossen en berberisstruiken. Buiten de broedtijd te vinden in rivierbossen, open loofbossen, aanplantingen, boomgaarden en tuinen.
Eet voornamelijk insecten en hun eieren en larven. Spinnen en ongewervelden worden ook wel gegeten. Foerageert in de broedtijd meestal alleen of als paar; buiten de broedtijd wat vaker in gemengde groepjes met bijvoorbeeld mezen en goudhanen. Foerageert in alle boom- en struiklagen. Zowel in boomkronen als daarbuiten. Bidt regelmatig om insecten te zoeken op bladeren. Jaagt ook insecten achterna in snelle, soepele vluchtjes. Soms foerageren Humes bladkoningen ook op de bodem.
Humes bladkoningen uit het noordelijk deel van het broedgebied overwinteren normaal gesproken met name in Noord- en Centraal-India, Bangladesh, Myanmar en Vietnam. Een aantal dwaalt af naar (West-)Europa, waar ze vanaf eind oktober kunnen opduiken. In Nederland trekt een zeer klein aantal door, maar sommige exemplaren overwinteren hier en kunnen maandenlang (tot in april) druk roepend op hun overwinteringsplaats gehoord worden.
De broedpopulaties van Humes bladkoning zijn stabiel. Vogels uit het zuidelijk deel van het broedgebied zijn standvogels. De noordelijker broedende vogels trekken weg en kunnen dan ook richting West-Europa verdwalen. In Nederland bleven ze tot eind 20ste eeuw wat onder de radar, omdat ze moeilijk te onderscheiden zijn van de veel algemenere bladkoning. Maar met de komst van betere optische en geluidsapparatuur worden ze steeds vaker opgemerkt. Sinds 2000 in ieder geval jaarlijks. Meestal aan de kust, maar toch ook regelmatig in het binnenland.
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Humes bladkoning blijft met een handvol waarnemingen per jaar behoorlijk zeldzaam in Nederland, waar ze zowel langs de kust als in het binnenland kunnen opduiken. Maar als ze eenmaal ergens gevonden worden, blijven ze vaak weken of maanden hangen op zo'n plek. Dan heb je kans genoeg om te genieten van hun krachtige roepjes en drukke foerageergedrag.
Kan in het late najaar in heel Europa opduiken als dwaalgast. Met name in de kuststreken van de landen rond de Noordzee. Maar wordt ook in vrijwel alle andere landen van Europa met enige regemaat waargenomen.
Deze soort geldt als wereldwijd niet bedreigd.
Vogelbescherming zet zich in voor een algehele verbetering van de natuurkwaliteit in Nederland. Daar profiteren ook dwaalgasten van.
Verstoor geen dwaalgasten en respecteer de aanwijzingen van terreinbeheerders. Gemeenten, provincies, waterschappen en het Rijk kunnen belangrijk bijdragen aan een basiskwaliteit natuur in Nederland, waardoor het voor vogels aantrekkelijker wordt om in Nederland te verblijven.
De Humes bladkoning is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn Humes bladkoningen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de Humes bladkoning wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal