Pallas's Warbler, Phylloscopus proregulus - Boszangers (Phylloscopidae)
De Pallas' boszanger is het nog zeldzamere familielid van de bladkoning. Door heimelijk gedrag en snelle bewegingen vaak slecht te zien, en kan dan erg lijken op bladkoning. Vaak is pas als de vogel tijdens het foerageren bidt de fraaie lichtgele stuit te zien. In sommige jaren blijft een vogel overwinteren en een enkele keer wordt in het voorjaar een zingende Pallas' boszanger gehoord.
Een mosgroen klein zangvogeltje dat vaak snel en behendig door het bladerdak schiet. Koppatroon opvallend met gele kruinstreep en wenkbrauwstrepen, en zwarte oogstreep. Wenkbrauwstrepen tussen oog en snavel oranje getint. Vleugelpatroon nagenoeg als bladkoning, met twee gele vleugelstrepen, contrasterend met zwarte bases van slagpennen en dekveren. Een opvallende gele stuit, die vaak verborgen zit onder vleugels. Kenmerkende roep die niet direct opvalt.
Roep een vrij bescheiden, hees toontje: eerst snel dalend, dan stijgend (als Nike-logo) "tjoeiiee". Zang een variatie aan trillers, herinnerend aan winterkoning, maar meer heldere tonen.
9-10 cm
Broedt van juni-juli. Heeft één legsel (soms twee). Legsel bestaat uit 4-6 eieren. Broedduur 12 - 13 dagen. Nest wordt gebouwd door vrouwtje, een verticaal ovale vorm met de ingang aan de zijkant, doorgaans op ongeveer 10 meter hoogte in spar. Vrouwtje broedt de jongen uit. Jongen vliegvlug na 12-14 dagen. Hierna worden ze nog één week door beide ouders verzorgd.
In Nederland op trektijd vaak in dichte hoge begroeiing, ook in (lagere) struiken. Geregeld in de buurt van naaldbomen. Het broedgebied van de Pallas’ boszanger ligt in de uitgestrekte taiga van zuidelijk Siberië; de meest westelijke broedplaatsen liggen ver oostelijk van de Oeral in bossen met fijnspar, spar, den en lariks.
Insecten en andere kleine ongewervelde dieren, voornamelijk vliegen, bladluizen, motten en spinnen.
Lange-afstandstrekker, van Oost-Rusland en het centrale deel van Rusland naar Zuidoost-China en Noord-Vietnam. Verschijnt in Nederland doorgaans iets later dan bladkoning, van half oktober tot begin november. Trekt 's nachts over een breed front, wordt in Nederland vooral aan de kust gezien.
doortrekker in uiterst klein aantal
Zeldzame doortrekker, in wisselend aantal
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 0-2 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Nu eens laag boven de grond, dan weer hoog in de boomkruinen. Grootste kans om deze soort te vinden langs de kust, met name Waddeneilanden. Bescheiden, maar kenmerkend roepje.
In Europa alleen als trekvogel te verwachten in het najaar. Bij uitzondering (Hilversum, april 2012) een zingende vogel in het voorjaar, en soms een overwinterende vogel.
Internationale populatie is stabiel en geldt niet als bedreigd.
De Pallas’ boszanger is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn Pallas’ boszangers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de Pallas’ boszanger wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal