Little Tern, Sternula albifrons - Sterns (Sternidae)
Rode lijst
De dwergstern is een kenmerkende koloniebroedvogel van kale tot schaars begroeide eilandjes en stranden nabij uitgestrekte, ondiepe en visrijke wateren. In Nederland is de dwergstern terug te vinden in de Delta en in het Waddengebied. Dwergsterns arriveren in april en vertrekken in september weer naar de overwinteringsgebieden voor de kust van West-Afrika. Het voedsel in de broedtijd bestaat uit kleine vis als jonge sprot en zandspiering.
Zeer klein voorkomen, ongeveer half zo groot als een visdief, en slank. Het witte voorhoofd van de dwergstern is opvallend. Daar verwijst de wetenschappelijke naam 'albifrons' naar. De lange slanke vleugels zijn aan de bovenzijde grijs. De langste slagpennen zijn meer zwart. Heeft een spitse gele snavel met zwarte punt, bijna zo lang als de kop. Vliegt met hele snelle vleugelslag en bidt vaak laag boven het water om met veel gekrijs als een raket in het water te duiken op jacht naar visjes en garnalen. Juveniel heeft een zwarte snavel met enigszins gele snavelbasis. Mantel en schouderveren geschubd.
Hoog en ritmisch ratelend in de broedtijd.
22-28 cm, spanwijdte 47-55 cm
Broedt van begin mei tot begin juni. Heeft één legsel, maar vervangt verloren gegane legsels en heeft meestal 2-3 eieren. Broedduur 20-22 dagen. Dwergsterns broeden in kolonies van meestal 40-100 paren. In een uitzonderlijk geval solitair broedend in of nabij een visdiefkolonie. Het nest bestaat uit een kommetje in het zand, meestal in een kale omgeving, soms gecamoufleerd door enkele planten. De jongen zijn vliegvlug na 28 dagen.
De dwergstern is een pionier van kale habitats. In Nederland vrijwel alleen in zoute milieus broedend op rustige schelprijke stranden, zandplaten en schelpenbanken, strandvlakten, opspuitterreinen, hoge kwelders of deels kale schorren. De overgrote meerderheid te vinden in de Delta en Waddengebied, enkele paren ook in het IJsselmeergebied. Ze foerageren op kleinere prooien dan de andere sterns - kleine visjes en garnalen - en liefst binnen zo'n 3 km tot de kolonie.
Dwergsterns eten kleine visjes zoals jonge sprot en zandspiering en garnalen. Ze bidden met snelle vleugelslag laag boven het water en voeren dan snel achter elkaar duikvluchten uit om hun prooi te vangen. Ze foerageren dichter bij hun broedkolonie dan de andere sterns.
De voorjaarstrek vindt vooral plaats tussen half april en eind mei. Dan worden soms tot enkele honderden vogels gezien. De najaarstrek vindt plaats tussen begin juli en half september. Mogelijk trekt een deel van de vogels dan 's nachts over land weg. Langs de kust vliegen de dwergsterns naar West-Afrika waar ze overwinteren (Golf van Guinee). Sommige trekken door naar zuidelijker streken.
schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in klein aantal
In het begin van de jaren '60 broedden in Nederland ruim 900 paar dwergsterns. Dat zakte tot zo'n 100 paar door de lozing van giftige landbouwbestrijdingsmiddelen in de Rijn. Gif dat zo ook in de Noordzee terechtkwam. Na het verbod daarop krabbelde de soort in de Delta en het Waddengebied weer op tot zo'n 400 broedpaar. De laatste jaren broeden jaarlijks weer 800-900 paar in ons land. Maar de verschillen per jaar kunnen aanzienlijk zijn.
Aantal broedparen | 1000-1030 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 500-2000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Wad bij de Cocksdorp op Texel.
Dwergsterns komen in heel Europa voor langs de kust, maar ook langs rivieren en grotere meren tot ver in het binnenland. Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk zijn de belangrijkste dwergsternlanden.
Door de uitvoering van de Deltawerken, de havenuitbreiding van Rotterdam en de opkomst van het massatoerisme op de stranden zijn veel broedplaatsen ongeschikt geworden of geheel verdwenen. Bovendien leidde de vergiftiging van het in de Noordzee stromende Rijnwater in de jaren zestig tot sterfte. De laatste jaren krabbelt de soort weer op in de Delta en het Waddengebied tot zo'n 800-900 paar.
De dwergstern staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels in de categorie Kwetsbaar. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming zorgt voor meer in broed-, rust- en foerageermogelijkheden in het Waddengebied (via onder meer het programma Rust voor Vogels, Ruimte voor Mensen) en in de Delta. Samen met onder meer de Stern Groep hebben we daar kunstmatige broedplekken gecreëerd, naast jarenlange inzet voor natuurherstel in de Westerschelde. Verder steunt Vogelbescherming onderzoek naar vogelpopulaties die afhankelijk zijn van onze deltagebieden. Dat leidde in het verleden onder meer tot het Beschermingsplan Duin- en Kustvogels waarmee soorten als dwergstern beter beschermd kunnen worden. Vogelbescherming organiseert ook themadagen om terreinbeheerders en onderzoekers met elkaar in contact te brengen en kennis uit te wisselen. Dat leidde tot diverse initiatieven voor betere broedgelegenheid voor sterns. Verder maakt Vogelbescherming zich langs verschillende wegen hard voor duurzame visserij, zodat dwergsterns voldoende eten kunnen vinden.
De dwergstern is in sterke mate afhankelijk geworden van natuurontwikkeling, in de vorm van het aanleggen en actief beheren van broedeilandjes in zoute wateren. Het voorhanden zijn van voldoende alternatieve broedplekken is hierbij cruciaal, omdat weersomstandigheden, vegetatiesuccessie en beheerwijzigingen een broedplaats voor korte of langere tijd ongeschikt kunnen maken. De aanleg van kunstmatige broedplekken voor dwergsterns heeft alleen zin als broedeilanden kaal worden gehouden en predatie niet de overhand krijgt. Daarnaast moeten dwergsterns in de directe omgeving voldoende voedsel kunnen vinden (binnen 1,5 km). Een duurzame visserij in Nederland is essentieel voor vogels om te kunnen overleven in de Nederlandse wateren.
Strandreservaten, waar rust is gewaarborgd, zouden eveneens als broedplaats kunnen dienen. Staan er ergens bordjes en is de kolonie afgezet met touw, verstoor dan de rust van vogels niet. Je kunt helpen als vrijwillige Vogelwacht bij stukken strand die zijn afgezet.
De dwergstern is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn dwergsterns beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de dwergstern wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van dwergsterns zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. In sommige provincies zijn nesten van dwergsterns het gehele jaar beschermd, omdat zij als koloniebroeders elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en daarin zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop zijn. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd in deze provincies.
Verschillende broedgebieden van dwergsterns zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Duinen Terschelling, Duinen en Lage Land Texel en Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal