Marsh Warbler, Acrocephalus palustris - Rietzangers (Acrocephalidae)
Als een van de laatste zomervogels arriveert in Nederland de bosrietzanger. Hij komt pas vanaf half mei binnen uit Oost-Afrikaanse overwinteringsgebieden. Tot diep in juni gaat dat door. Zoek de bosrietzanger vooral in ruigte en in droge rietkragen met veel brandnetels en wilgenroosjes. De bosrietzanger is een uiterlijk sterk op de kleine karekiet gelijkende vogelsoort. De soort heeft ongeveer het hoogste broedsucces van alle zangvogels (65%). Uit onderzoek is gebleken dat bosrietzangers veel Afrikaanse vogelsoorten imiteren, waarvan ze de zang hebben opgepikt tijdens hun eerste overwintering in Afrika.
Lijkt zeer veel op kleine karekiet in uiterlijk maar is te onderscheiden op basis van gevarieerde imitatiezang (en habitat). Van dichtbij zijn subtiele kenmerken de kortere, dikkere snavel, een iets meer grijsgroene tint in het bruin (ten opzichte van de geelrode tint bij kleine karekiet), iets gelere flanken, iets rondere kopvorm en soms licht geelroze poten (grijs bij de kleine karekiet). Geen verschil tussen mannetje en vrouwtje.
Zang is zeer gevarieerd, doorspekt met imitaties en in een hoog tempo geproduceerde ratels en fluittonen. Tempowisselingen en versnellingen zijn typisch.
13-15 cm
Broedt in natte ruigtevegetaties met veel brandnetels, koninginnenkruid, wilgenroosje, kattenstaart, fluitenkruid, moerasspirea, riet en enkele (wilgen)bosjes. Eén legsel van 4-5 eieren, met vaak een hoog broedsucces. Legtijd tweede helft mei tot en met juli. Broedduur 12-14 dagen, jongen verlaten na 10-12 dagen het nest en worden dan nog enige tijd gevoerd.
Natte ruigtevegetaties met veel brandnetels, koninginnenkruid, wilgenroosje, kattenstaart, fluitenkruid, moerasspirea, riet en enkele (wilgen)bosjes. Droger en meer bebost terrein dan kleine karekiet.
(Vliegende) insecten, spinnen etc. Al scharrelend door de ruigte pikken ze de insecten van blaadjes af zodra ze die tegenkomen. Foerageert ook in struiken.
Lange-afstandstrekker bij uitstek. Trekt weg vanaf begin augustus via Zuidoost-Europa naar Afrika. Trekt ('s nachts) de Sahara over, stopt pas halverwege Tanzania en overwintert langs de zuidoostkant van Afrika tot Port Elizabeth (Zuid-Afrika), niet op Madagaskar. Midden april trekken alle Europese vogels terug door het oosten van Kenia. Vanaf half mei weer in Nederland te horen.
talrijke broedvogel | wegtrekkend
De bosrietzanger heeft een stabiele populatie.
Aantal broedparen | 68.000-115.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | Broedvogel - wegtrekkend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Overal waar een combinatie van verspreide opslag van struiken, bomen en opgaande kruiden/ruigte aanwezig is. Let op: bosrietzangers komen pas half mei aan.
De bosrietzanger komt voor in laaglandgebieden in Centraal Europa; van Midden-Frankrijk tot Zuid-Zweden en van Nederland tot aan de Oeral (ongeveer 69 graden oosterlengte). Niet in Zuidwest-Europa.
In Europa stabiel in aantal en niet bedreigd. Wordt in Nederland vaak uitgemaaid.
Voor het beschermen van belangrijke wetlands heeft Vogelbescherming een netwerk van vrijwillige WetlandWachten. Zij fungeren als ogen en oren in het veld en rapporteren over misstanden en treden dan ook op met hulp van Vogelbescherming. Ook adviseren zij over beheermaatregelen. Vogelbescherming zet zich via BirdLife International in voor internationale vogelbescherming en bescherming van trekwegen.
Overheden (m.n. waterschappen) en terreinbeherende organisaties kunnen zorgen voor voldoende natte ruigtevegetatie zodat de bosrietzanger een broedplek in Nederland blijft houden. Maaien van riet en ruigte in de broedtijd is uit den boze, hierdoor worden vaak nesten van bosrietzangers uitgemaaid. Er zou niet eerder dan begin augustus gemaaid moeten worden.
De bosrietzanger is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn bosrietzangers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de bosrietzanger wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van bosrietzangers zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal