Greater White-fronted Goose, Anser albifrons - Eenden (Anatidae)
De kolgans is een van de algemeenste overwinterende ganzen in Nederland. De typische witte snavelbasis en de dwarse zwarte 'vegen' over de buik maken de volwassen kolgans makkelijk herkenbaar.
De witte bles rond de snavelbasis is opvallend. Verder hebben kolganzen een roze snavel en oranje poten. Volwassen vogels hebben zwarte dwarsstrepen op de buik. Jongen van het afgelopen broedseizoen hebben die dwarsstrepen nog niet. Ook de witte bles ontbreekt dan nog grotendeels.
Hoog, jodelend en kakelend gegak.
64-78 cm, spanwijdte 130–165 cm
Kolganzen broeden vanaf begin juni, als de arctische lente begint. Eén legsel met meestal vijf of zes eieren. In goede lemmingjaren brengen de ganzen meer jongen groot dan in slechte, omdat poolvossen de ganzen dan vaker met rust laten. Kolganzen broeden, net als veel andere ganzen, vaak in een los kolonieverband. Ze zijn niet territoriaal: er is voedsel genoeg in het broedgebied.
Kolganzen grazen op voedselrijk graslanden in open gebieden. Ze slapen op groot, ondiep zoet water. Broedt op Noord-Siberische toendra's.
Kolganzen eten vooral gras, maar soms ook oogstresten van suikerbieten. In hele natte gebieden eten de ganzen ook graswortels en wilde planten op akkers en akkerranden.
De kolganzen die in Nederland overwinteren, zijn voor het overgrote deel afkomstig uit Noordwest-Rusland en Siberië, vanwaar ze in westelijke tot zuidwestelijke richting wegtrekken naar hun winterkwartieren, vooral West-Europa. In Nederland trek van begin oktober tot in maart.
vrij schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | wintergast in zeer groot aantal
Vanaf de jaren '80 neemt het aantal overwinterende kolganzen toe in West-Europa. Ook in Nederland is deze toename te zien. Ook het aantal broedvogels neemt toe. Kolganzen zijn schaarse broedvogels, die met enkele honderden paartjes in Nederland broeden, nazaten van ontsnapte lokganzen.
Aantal broedparen | 420-700 (in 2013-2015) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 820.000-990.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 550.000-980.000, nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Kolganzen zijn in de winter in groten getale te zien in het rivierengebied, in Zeeland en in Friesland. Langs de grote rivieren zijn ze in de winter niet te missen. Wie op zoek is naar echt ganzenspektakel kan 's ochtends of 's avonds gaan kijken: rond zonsopkomst en zonsondergang trekken enorme groepen van een veilige slaapplaats (bij water) naar voedselrijk grasland om daar te grazen.
Broedvogel van het hoge noorden, op de toendra's van Siberië. In West-Europa steeds vaker als broedvogel te vinden. Een beperkt aantal heeft Nederland verkozen tot broedgebied.
De toename van het aantal ganzen in Nederland zorgt voor een ingewikkelde maatschappelijke discussie. Boeren zijn niet blij met de ganzen: om goedkoop zuivel te produceren lijkt elke grasspriet te tellen. Van belang is te zien dat de ganzen reageren op het landschap dat hun wordt aangeboden: extreem voedselrijk grasland, het resultaat van een bijzonder intensieve landbouw. Hoewel schade gecompenseerd kan worden, worden ganzen helaas veel verstoord en gedood, terwijl overwinterende ganzen rust en energie nodig hebben. Verstoringen kosten de vogels veel energie.
Vogelbescherming pleit voor meer natuurinclusieve landbouw en rustgebieden voor ganzen. Bovendien maakt Vogelbescherming regelmatig bezwaar bij overheden tegen onjuiste / onzorgvuldig afgegeven vergunningen voor afschot. Daarnaast bepleit Vogelbescherming maatregelen rondom vliegvelden waardoor ganzen niet massaal te hoeven worden gedood om vogelaanvaringen te voorkomen. Via een netwerk van vrijwillige WetlandWachten houdt Vogelbescherming overal in Nederland de kwaliteit van leefgebieden in de gaten. Internationaal werkt Vogelbescherming als Partner van BirdLife International aan het beschermen van het hele leefgebied van trekvogels: van broedgebied tot overwinteringsgebied.
De kolgans is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kolganzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kolgans wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De kolgans is door een aantal provincies aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante omgevingsverordening is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
Verschillende natuurgebieden die door kolganzen worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Oostelijke Vechtplassen, het Veerse Meer en de Veluwerandmeren. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal