Baillon's Crake, Zapornia pusilla - Rallen (Rallidae)
Rode lijst
Het kleinst waterhoen is - zoals de naam al zegt - de kleinste ral van Europa. De vogel is een zeldzame broedvogel en wordt zelden gezien; wordt meestal ontdekt door de kenmerkende roep: een kikkerachtige, lange ratel.
In het voorjaar het best te herkennen aan de zang: een lange droge ratel, die wel op een kikker lijkt maar op één toonhoogte blijft. Zeer klein ralletje met lange, vleeskleurige of groenachtige tenen. Opvallend zwart-witte bandering op flanken, fijn wit gespikkeld op bovendelen. Hals en borst blauwgrijs. Bij jonge vogels loopt de bandering ver door over de buik, borst en keel.
Zang een harde droge ratel van 1-3 seconden, elke 2 seconden herhaald, vaak zacht maar toch van een grote afstand te horen. Roep (van vrouwtje) een scherpe "wrèèh".
17-19 cm
Territoriaal. Broedt van mei - augustus, maar kan al eind april aanwezig zijn in territorium. Heeft één, soms twee legsels per jaar met doorgaans 4-7 eieren, maar soms minder en ook geregeld meer, tot wel 11 eieren. Broedduur 16-20 dagen. Beide geslachten bouwen nest, in dichte vegetatie of op een pol soms vlak boven het water, maar dit kan verhoogd worden als waterstand stijgt. Het nest is een ondiepe kom bestaand uit plantaardig materiaal met soms een overkapping. De jongen zijn nestvlieders en zoeken zelf hun eten een paar dagen na het verlaten van het nest. Vliegvlug na 35-45 dagen.
Natte moerasvegetaties met lage, smalbladige moerasplanten zoals zeggen, russen en biezen, bij een waterdiepte van niet meer dan 30 cm. Oevers van meren en rivieren, soms bij vennen. Belangrijk is een brede gordel van geschikte plantengroei. Broedt ook in nat grasland, in soms hele kleine gebiedjes. Ook in verlande sloten. Leefgebied lijkt op dat van porseleinhoen, maar zit in nog kleinere gebiedjes en slootjes.
Diverse kleine ongewervelde dieren, slakjes, insecten, wormen etc. die uit het slikoppervlak en uit het water worden gepikt. Foerageert in dichte moerasvegetatie, op slikranden en in het water.
Lange-afstandstrekker, maar veel onbekend door heimelijk voorkomen en zeer gelijkende soorten in overwinteringsgebieden. Vertrekt vanaf eind augustus tot begin oktober waarschijnlijk richting Afrika en verblijft voor zover bekend in Somalië, Sudan en Senegal. Terugtrek in maart - april bekend in Noord-Afrika.
uiterst schaarse broedvogel | wegtrekkend
Er zijn aanwijzingen bij het kleinst waterhoen dat de soort in het verleden een regelmatige en mogelijk jaarlijkse broedvogel was. Sinds 1963 zijn er diverse bevestigde broedgevallen bekend. Sinds 2005 weer regelmatig broedend vastgesteld, onder meer in Noord-Holland, Zuid-Holland en Groningen. Groei van het aantal broedgevallen kan ook te danken zijn aan het groeiend aantal waarnemers en toegenomen kennis, maar ook door aanleg van nieuwe moerasnatuur.
Aantal broedparen | 20-45 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | Broedvogel - wegtrekkend |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Soms in net ontwikkelde natte natuurgebieden, grotendeels 's nachts actief.
Het kleinst waterhoen heeft een uitgestrekt leefgebied, waarin de vogel zeer verspreid voorkomt. Een groot aantal (3.000 - 5.000) broedt in Spanje, in de Zuidoost-Europese landen broedt de soort ook, de aantallen zijn grotendeels onbekend maar waarschijnlijk klein.
Het leefgebied van het kleinst waterhoen is gevoelig voor veranderingen in de waterhuishouding. Vernatting en een natuurlijk peilbeheer zijn sleutelfactoren voor een goed broedhabitat. Aanvoer van voedingsstoffen kunnen het leefgebied verrijken, waardoor een wildernis van riet en wilgen ontstaat, ongeschikt voor het kleinst waterhoen.
De kleinst waterhoen staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. (in de categorie Gevoelig). Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming heeft met het Beschermingsplan Moerasvogels een belangrijke bijdrage geleverd aan het beheer van geschikte leefgebieden in Nederland. Daarnaast hebben we met andere natuurorganisaties bijgedragen aan het instellen van ‘klimaatbuffers'. Klimaatbuffers spelen in op de veerkracht van ecosystemen om zich aan te passen aan veranderingen. Zo kan men in moerasgebieden water opvangen in tijden van overstromingen, terwijl ze water kunnen leveren in tijden van droogte. En tegelijkertijd staan deze gebieden garant voor prachtige natuur. Via een netwerk van vrijwillige WetlandWachten houdt Vogelbescherming een vinger aan de pols in de voor vogels belangrijke 'natte' gebieden in Nederland.
Terreinbeheerders kunnen maatregelen nemen waar het kleinst waterhoen van kan profiteren, zoals vernatting en een natuurlijk peilbeheer. Vestiging hangt samen met de beschikbaarheid van (vaak tijdelijke) goede habitat: moerasgebieden met ondiep water en een dichte vegetatie van smalbladige moerasplanten als zeggen en russen. De soort lijkt in Nederland geprofiteerd te hebben van moerasherstel en ontwikkeling van nieuwe natte natuur.
Vogelaars kunnen helpen met het in kaart brengen van aantallen en broedgevallen in Nederland. Zoek daarvoor bij Sovon naar 'Nacht van de rallen'.
De kleinst waterhoen is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kleinst waterhoenders beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kleinst waterhoen wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal