Water Rail, Rallus aquaticus - Rallen (Rallidae)
De waterral is een wat geheimzinnige, schaarse broedvogel in Nederland. Hij laat zich zelden zien, maar je kan hem wel horen. Uit het moeras klinkt wel eens z'n gegil als een speenvarken. Een deel van de waterrallen blijft het hele jaar in ons land. In de winter langs bevroren rietrandjes zijn ze dan goed te zien. Waterrallen zijn donker gekleurd met een rode lange snavel. Vliegen doen ze zelden bij verstoring, ze verdwijnen liever al lopend uit het gezichtsveld.
Overwegend bruin gestreept met gestreepte flanken en een grijs voorhoofd en buik. Opvallende lange rode snavel. De waterral heeft dunne, lange tenen om gemakkelijk over plantenresten in het water te kunnen lopen. Stiekeme vogel die zich zelden laat zien. In de winter als er ijs ligt, komen ze wat meer uit de dekking en lopen ze soms over het ijs.
Zeer gevarieerd. Vaak een gegil als van een speenvarken en ook een lang aan gehouden "kiep…kiep…kiep..." etc. Baltsroep (in voorjaar ook 's nachts op trek) een versnellend ''duuk...duuk...duuk...trruuiieee…".
25-28 cm, spanwijdte 38-45 cm
Broedt vanaf eind maart tot augustus. Heeft één of twee legsels per jaar van meestal 6 - 11 eieren, (soms tot 16). Broedduur 19-22 dagen. Broedt meestal vlakbij of boven het water in dikke vegetatie. Jongen zijn nestvlieders en zijn na 6-8 weken geheel onafhankelijk.
Moerasgebieden met riet en drassige plekken, langs rivieren en meren in rietkragen ook in stadsparken met riet. In de winter ook bij afwateringskanalen en andere plaatsen waar nog open (stromend) water te vinden is.
De waterral is een alleseter. Kikkers, slakken, insecten, larven, visjes, garnalen, maar ook scheuten en wortels, en kuikens en aas.
De waterral is een vogel die 's winters in Nederland blijft.
Vogels uit Noord- en Midden-Europa trekken van september tot december door richting de overwinteringsplekken. Ze trekken 's nachts en tijdens een frisse heldere herfstnacht is dat goed te horen. Van februari tot mei gaat het in het voorjaar de omgekeerde richting op. De Noord-Europese waterrallen overwinteren deels in Groot-Brittannië en Ierland. De Nederlandse waterrallen die wel wegtrekken, overwinteren in Zuid-Europa en Noord-Afrika tot de Zwarte Zee.
vrij schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker en wintergast in vrij klein aantal
Vanaf 1990 nemen de aantallen toe, de laatste jaren stabiel. Van doortrekkers zijn onvoldoende gegevens beschikbaar.
Aantal broedparen | 2800-4700 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 3000-6000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 2000-10.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Rondom de Oostvaardersplassen vooral te horen. Ook in stadspark klinkt het gekrijs van de waterral uit het riet. In de winter langs rietrandjes aan het scharrelen.
De waterral broedt in grote delen van Europa.
De waterral staat niet op de Rode Lijst. De afgelopen decennia verdwenen er goede plekken om te broeden door de verdroging of verbossing van moerasgebied. De aanleg van natte natuurgebieden zorgde weer voor aanwas van broedgebied. Een koude winter en droog voorjaar doen de waterral geen goed.
Vogelbescherming heeft zich altijd sterk gemaakt voor (goed beheerde) moerasnatuur. Onder meer door een belangrijke bijdrage te leveren aan de samenstelling en uitvoering van het Beschermingsplan Moerasvogels 2000 - 2004 van de rijksoverheid. Verder heeft Vogelbescherming een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van klimaatbuffers in Nederland: plekken waar waterberging hand in hand gaat met natuurontwikkeling.
Terreinbeherende organisaties en gemeenten kunnen ervoor zorgen dat hun natte gebieden (met riet en zegge) niet verdrogen of tot bos verworden.
De waterral is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn waterrallen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de waterral wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van waterrallen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal