Common Moorhen, Gallinula chloropus - Rallen (Rallidae)
Het waterhoen is een algemene vogel in Nederland. Opvallend is zijn rode snavel met gele punt. Tijdens het zwemmen of lopen is zijn staart omhooggericht. De witte onderstaartdekveren zijn dan goed zichtbaar. Jonge waterhoentjes volgen deze witte signaalveren. Het waterhoen broedt langs allerlei zoet water, als kleine sloten en vijvers, ook in dorpen en steden.
Zwart verenkleed, met witte vlekken langs de flanken. Opvallende witte onderstaartdekveren met zwarte middenstreep. Rode snavel met gele punt. Heeft een rode bles. Met hun typische (groengele) moerasvogelpoten kunnen ze over drijvende watervegetatie lopen zonder al te diep weg te zakken. Tijdens het zwemmen of lopen is zijn staart omhooggericht. Juveniel is donkerbruin zonder de opvallende vooral rode snavel.
Territoriumroep een verdragend "poerrr", verder zeer veel andere geluiden.
27-31 cm, spanwijdte 50-55 cm
Broedt van maart-augustus. Heeft één tot wel drie legsels per jaar bestaande uit meestal 5-9 eieren. Broedduur: 19-22 dagen. Maken een komvormig nest in dichte oevervegetatie. Meerdere vrouwtjes leggen soms eieren in hetzelfde nest, zogenoemde dumpnesten (vanaf 12 eieren). Jongen uit een eerder broedsel helpen mee met het verzorgen van kuikens uit een later nest. De jongen kruipen meteen uit het nest en kunnen na een dag of 49 vliegen.
Het waterhoen is een algemene broedvogel van meren, plassen, rivieren, vijvers en sloten met een dichte oevervegetatie. Hierbij hebben ze een lichte voorkeur voor voedselrijke wateren. Het waterhoen is een vaak verborgen levende vogel die zich vooral ophoudt in dichte oevervegetaties. Hierin maken ze ook hun komvormig nest van waterplanten. De lange tenen zorgen ervoor dat ze niet wegzakken in de modderige oevers. Waterhoentjes zoeken elkaar in de wintermaanden op in de buurt van grote vijvers en sloten. Hier moeten ze wel voldoende voedsel en dekking kunnen vinden.
Het voedsel van het waterhoen bestaat uit waterplanten, grassen, insecten, spinnen, kikkervisjes, maar soms ook eieren van andere vogels.
Het waterhoen blijft in Nederland. Tijdens strenge vorst gaan ze op zoek naar open water en trekken ze ook wel weg naar Engeland of Noordwest-Frankijk. In de winter bevinden zich in Nederland ook Duitse en Deense vogels. Midden in de winter zijn de grootste aantallen te zien in het westen en zuidwesten, zowel op het platteland, in moerassen als in stedelijke omgeving. Trekt 's nachts en is dan ook soms te horen, vooral in het voorjaar.
talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in groot aantal
Strenge winters en droge voorjaarsmaanden hakken erin. De laatste tientallen jaren neemt de soort als broedvogel geleidelijk af, wat ook geldt voor de niet-broedvogels, die vooral in het zuiden en oosten sterk zijn achteruitgegaan.
Aantal broedparen | 28.000-40.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 97.000-120.000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 80.000-93.000, nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Alhoewel een wat schuwe vogel toch in veel stadsparken te vinden.
Waterhoenen komen in het grootste deel van Europa voor, maar niet in IJsland en in het noorden van Scandinavië, Finland en Rusland. Vooral het voorkomen van voedselrijke wateren met voldoende waterplanten (waarin zich weer waterinsecten ophouden, die tot voedsel dienen) is van belang.
Het waterhoen neemt als broedvogel en wintervogel in aantal af. De oorzaken ervan zijn nog niet duidelijk. In de stad doet de vogel het iets beter dan daarbuiten, mogelijk omdat het er 's winters milder is van temperatuur en er misschien minder predatie is.
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, samengesteld door de Nederlandse overheid, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming ook een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De waterhoen staat op de Oranje lijst van Nederlandse broedvogels.
Vogelbescherming zet zich in voor gezonde wetlands en moerasgebieden en voor voorlichting aan een groter publiek over de aanwezigheid van vogels in de directe leefomgeving. Het waterhoen profiteert daar onvoldoende van. Nader onderzoek moet aantonen waarom de populatie achteruitgaat en wat effectieve beschermingsmaatregelen zijn.
Het aanleggen van voldoende oevervegetatie bij vijvers in bijvoorbeeld stadsparken geeft het wat schuwe waterhoen een plek om te schuilen. Waterhoenen kunnen in de winter worden bijgevoerd met granen en boerenkool of andijvie.
Het waterhoen is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn waterhoenders beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van het waterhoen wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van waterhoenders zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal