European Honey Buzzard, Pernis apivorus - Sperwerachtigen (Accipitridae)
Unieke roofvogel door zijn uitgesproken voedselvoorkeur: larven, poppen, volwassen wespen en honing. Graaft grondnesten van wespen uit. Stijve schubachtige kopveren en dikke huid op poten voorkomt dat de wespendief lek gestoken wordt. Zomervogel, overwintert ten zuiden van de Sahara.
Variabel van tekening en kleur. Buizerdachtig, maar met langere staart met scherpere hoeken; smalle, uitstekende kop; langere handvleugel. Houdt vleugels niet in zwakke 'V' bij cirkelen en vliegt met soepele vleugelslagen. Staart met drie dwarsbanden (vier bij jonge vogels).
Hoge, overslaande, fluitende roep.
52-60 cm, spanwijdte 118-150 cm
Bouwt jaarlijks een nest, maar knapt ook oude nesten op. Nestelt in kruin van hoge loof- en naaldbomen.
Eén legsel, meestal twee eieren. Broedtijd juni-juli, jongen vliegen uit tot in september. Broedduur 30-35 dagen. Jongen vliegvlug na 40-44 dagen.
Loofbossen en gemengde bossen, met open plekken, heide, hoogvenen en graslandjes. Ook moerasbos en kleinschalig cultuurland met bos. Op trek overal waar te nemen. Overwintert in bossen en bossavannen in tropisch Afrika.
Vooral sociale wespen met grondnesten, soms ook boomnesten (eet vooral de larven en poppen). Zoekt wespen- en hommelnesten tijdens vlucht of vanuit een uitkijkpost en graaft ze daarna uit. Raten worden meegenomen naar het nest. Verder ook andere insecten (kevers), kleine zoogdieren, reptielen, eieren en jongen van vogels en bij slecht weer amfibieën (kikkers vooral).
Trekt van Europa via het Iberisch Schiereiland, de Balkan en Italië naar tropisch Afrika. Najaarstrek van eind juli tot half september, voorjaarstrek van eind april tot begin juni. In Nederland trekken vooral bij oostenwind wespendieven door uit Scandinavië, zowel in voor- als najaar.
schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in klein aantal
Trend is niet helder, maar is mogelijk licht afgenomen in aantal.
Aantal broedparen | 330-400 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 500-2000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Grote bosgebieden in oosten, midden en zuiden van het land geven de beste kansen voor wespendieven. Zoek in de periode mei-juni bij mooi weer met thermiek plaatsen op met veel zicht over het bos.
Broedt in vrijwel geheel Europa, vooral in de zone met gematigd klimaat. Ontbreekt in grote delen van het Middellandse Zeegebied, en in Noord-Scandinavië.
Op wereldschaal niet bedreigd, maar vooral in Scandinavië was het broedsucces over een lange periode laag. Jaarlijks worden grote aantallen geschoten op Malta, in Italië en in Georgië.
Vogelbescherming maakt zich via BirdLife International sterk voor een betere regels en betere handhaving van de bestaande wetten en regels rondom jacht in het Middellandse Zeegebied.
In het bosbeheer is het mogelijk om wespendieven op diverse manieren tegemoet te komen. Ze broeden in zowel loof- als naaldbomen, maar het liefst in naaldbomen. Zorg daarom dat ook bij omvorming van natuurlijk loofbos er wat naaldbomen blijven staan. Kappen in de broedtijd is uit den boze. Een gevarieerd bosgebied afgewisseld met natuurlijke graslanden en waterpartijen (vennen) is goed voor de voedselvoorziening van wespendieven.
De wespendief is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn wespendieven beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de wespendief wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van wespendieven zijn het gehele jaar beschermd, omdat zij jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd. In sommige provincies kan in specifieke gevallen op basis van een gedegen ecologische onderbouwing van jaarronde bescherming worden afgeweken.
Drie natuurgebieden die door wespendieven worden gebruikt als broedgebied zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat om de Brabantse Wal, het Drents-Friese Wold & Leggelderveld en de Veluwe. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal