Geplaatst op 2 december 2014
Nederland heeft door de grote hoeveelheid belangrijke wetlands en watergebieden van oudsher belangrijke en unieke populaties van watervogels. Vogelgriep is geen uitzonderlijk verschijnsel bij deze populaties van wilde (water)vogels. Nu is het virus dus aangetroffen in de uitwerpselen van twee smienten. Er overwinteren jaarlijks zo’n 650.000 smienten in Nederland. Dat deze wilde vogels het virus bij zich dragen staat nu vast. Dat wil overigens nog niet zeggen dat ze de vogelgriep ook verspreiden naar pluimveestallen. Zeker ook omdat de getroffen bedrijven geen vrije uitloop hadden. Verder onderzoek is dus nodig en daar is Vogelbescherming voorstander van.
Populaties wilde vogels ontwikkelen een natuurlijke resistentie tegen vogelgriep. In tegenstelling tot pluimvee worden ze er daardoor niet ziek van. Nederland kent een zeer intensieve pluimveehouderij waardoor uitbraken van vogelgriep zeer grote gevolgen kunnen hebben voor pluimvee. Het is daarom van groot belang dat de hele sector nu en in de toekomst anticipeert op maatregelen tegen vogelgriep. Vogelvirussen zijn namelijk niet uit te roeien en zullen altijd blijven opduiken.
Vogelbescherming hoopt uiteraard dat het vogelvirus zich niet verder zal verspreiden binnen Nederland en is benieuwd naar de resultaten van het lopende onderzoek. Ook het voorlopig stopzetten van alle vormen van jacht om verspreiding van het virus te voorkomen, vindt Vogelbescherming een goede maatregel.