Door
René de Vos
Journalist en redacteur Vogels
Geplaatst op 1 juli 2020
“Ik ken een drang om pure, onbedorven natuur te beleven; dus ik voel me gezegend dat ik een kleine halve eeuw geleden, met enkel een tent, een rugzak en gedroogd voedsel, de mooiste natuurgebieden heb kunnen ontdekken. Tegenwoordig komen daar drommen mensen op af. Maar indertijd was het best lastig om naar toen nog onbekende bestemmingen als Spitsbergen en Groenland te reizen.”
“In 1978 trok ik door de Himalaya en later dat jaar bezocht ik de Falklandeilanden. Daar zag ik mijn eerste pinguïns: vijf van de achttien soorten. Ik wilde namelijk per se de counterparts ontdekken van de papegaaiduikers en alken die ik in de noordelijke poolstreken had gefotografeerd. De liefde voor vogels heb ik van mijn vader meegekregen, die me in de vakantie meenam naar vogelgebieden in Zeeland en op Texel. Na de Falklands-ervaring ontstond geleidelijk het idee om alle pinguïnsoorten in hun broedgebied te bestuderen.”
“De meest algemene verklaring is dat de naam uit het Welsh komt. Pen Gwyn was de naam voor een nu uitgestorven reuzenalk die tot 1844 in Canada en op IJsland leefde. De vogel was 75 centimeter hoog en woog zo’n 4,5 kilo. In Naturalis te Leiden kun je een opgezet dier bewonderen.”
“Dat heeft beslist te maken met de fantastische films van David Attenborough over Antarctica en de Franse film The march of the Penguins; over het bizarre broedgedrag van de keizerspinguin in de Antarctische winter bij 50 graden onder nul. Toch leven maar vier van de achttien soorten pinguïns die we kennen op het zuidpoolijs. De meeste verblijven op koele eilanden in de zuidelijke oceanen. Op de tropische Galapagospinguïn na. Dat is de meest bedreigde soort met sterk schommelende aantallen. Momenteel schat men die op 750 paren.”
“Bijna niemand is zich bewust van de enorme ecologische diversiteit binnen de pinguïnfamilie. Twee soorten in Nieuw-Zeeland broeden in dicht regenwoud onder bomen. En de dwergpinguïn is een nachtdier, hooguit dertig centimeter lang, die maximaal anderhalve kilo weegt; een echte dwerg. In mijn studententijd reisde ik veel naar koude streken, maar later ben ik ook gegrepen door de fantastische biodiversiteit van de tropische regenwouden. Ik reisde meermalen naar Nieuw-Guinea voor de fascinerende paradijsvogels.”
“Klimaatverandering en voedselschaarste. Een soort als de keizerspinguïn die op zeeijs broedt, verdwijnt – net als het zeeijs nu al in het voorjaar doet – wanneer de gemiddelde temperatuur drie graden zou toenemen. Zo ver is het gelukkig nog niet, al gaat het wel hard. De commerciële visvangst bedreigt zeker vijf soorten pinguïns. Vissersschepen hebben voor de kust van Zuid-Afrika de ooit enorme kolonies Afrikaanse pinguïns gedecimeerd door hun voedsel te kapen. Van de twee miljoen paren in 1920 zijn er nog maar 20.000 over en de aantallen blíjven snel dalen, ondanks beschermingsmaatregelen; die zijn blijkbaar onvoldoende.”
Otto Plantema bracht alle 18 soorten pinguïns bijeen in een indrukwekkend fotoboek. Meer informatie en bestellen. Een deel van de opbrengst komt ten goede aan beschermingswerk voor zeevogels van BirdLife International.
“Voor die keizerspinguïn. Alleen zware ijsbrekers zijn in staat om door het twee meter dikke winterijs te breken als in het vroege voorjaar de jongen in de kolonies op het zeeijs opgroeien. Ik mocht twee keer meevaren op de Kapitan Klebnikov, een iconische supersterke Russische ijsbreker. Een kolonie van duizenden keizerspinguïns met jongen is een onvergetelijke beleving.”
“Die bedreigingen door klimaatveranderingen. Maar ook de slachtingen in het verleden van hele populaties pinguïns door de walvisvaarders; die is het bijna gelukt om een aantal soorten, omwille van hun vet, uit te roeien. De Schlegels pinguïn van Macquarie – halverwege Tasmanië en Antarctica – had een populatie van een miljoen paar rond 1900, totdat zeehondenjagers binnen tien jaar 99% had gedood. Gelukkig kwam er een jachtverbod in 1920; de populatie heeft zich inmiddels volledig hersteld.”
“Op Tristan da Cunha, het meest afgelegen bewoonde eiland in de wereld, ontmoette ik een ploeg Zuid-Afrikaanse vrijwilligers die met een gecharterd schip uit Kaapstad waren gekomen om te helpen duizenden olieslachtoffers – noordelijke rotsspringers – schoon te maken en wekenlang vis te voeren. Daar was een Braziliaans vrachtscheepje vergaan en de scheepsolie was uit het wrak richting pinguïnkolonies gestroomd.
Ik heb ook grote waardering voor BirdLife International dat actief is met constructieve beschermingsacties, bijvoorbeeld binnen de visserij. Een deel van de opbrengst van mijn pinguïnboek gaat naar BirdLife.”
“Lijkt me fantastisch. In mijn volgende leven. Dan ga ik ook vliegen.”
Beelden: Otto Plantema
Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.