Geplaatst op 5 augustus 2015
Aantallen grutto’s, scholeksters en veldleeuweriken zijn met meer dan de helft afgenomen in de afgelopen 25 jaar. De tureluur nam tot aan de eeuwwisseling enigszins toe maar laat sinds die tijd ook een neergang zien. Deze achteruitgang hangt samen met schaalvergroting en intensivering in de landbouw, stelt het CBS. Daarbij gaat het om het omzetten van kruiden- en bloemrijk grasland in uniforme gedraineerde graslanden waar te vroeg en te vaak gemaaid wordt. Jonge vogels verliezen voedsel en dekking of worden domweg doodgemaaid. Uitbreiding van steden en infrastructuur wordt als een andere oorzaak voor de teruggang genoemd.
Voor Vogelbescherming tonen de cijfers aan dat er drastische stappen nodig zijn om het tij voor de weidevogels te keren. Voor herstel van de weidevogelpopulatie is er 200.000 hectare voor weidevogels goed beheerd weidelandschap nodig, nu is dat nog geen 40.000 hectare.
Dat betekent dat daar bedrijven actief zijn met grote percelen bloemrijk grasland die niet zwaar bemest worden, waar pas laat in juni gemaaid wordt en waar een hoog waterpeil wordt aangehouden. Alleen zo kunnen we de weidevogels in Nederland nog redden.
Vogelbescherming roept de overheid en de gehele zuivelsector, van boerenorganisaties tot de coöperaties en grote winkelketens op zich hiervoor in te zetten. Boerenbedrijven die zich optimaal inzetten voor weidevogels dienen hiervoor door de maatschappij beloond te worden.
Sinds in april de melkquota werden losgelaten, dreigt echter verdere schaalvergroting en intensivering in de melkveehouderij. Pleiten voor maatregelen die tot een nog verdere intensivering zullen leiden, zoals het opheffen van het fosfaatplafond, zijn volgens Vogelbescherming dan ook volstrekt onverantwoord.