Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 17 oktober 2021
De herfst breekt aan en de meeste vogelstellen breken op. Ze trekken zuidelijk, of zwerven in groepen rond. En als ze in de lente terugkeren van hun lange reis, vinden ze elkaar weer verbazingwekkend knap terug, zoals ooievaars en gierzwaluwen. Of, en dat doen eigenlijk de meeste vogelsoorten: ze zoeken een nieuwe partner.
Nu zijn er ook vogels die in de winter als stel lekker samen en in Nederland blijven. Bosuilen bijvoorbeeld, kauwtjes en knobbelzwanen. Bosuilen blijven jaar na jaar samen in hun broedgebied dat ze door en door kennen. Kauwen vormen na hun eerste puberjaren ook paartjes voor het leven en hebben een hechte band: u herkent een stelletje gemakkelijk binnen de groep. Ook knobbelzwanen blijven samen, vaak letterlijk tot de dood hen scheidt. Ze zijn monogaam.
Deze vogels blijven als koppel samen, omdat het voor ze werkt. Ze kunnen vroeg in het seizoen beginnen met nestelen, hergebruiken vaak hun oude nest, doen samen het zware werk en hebben allebei meer kans om jongen groot te krijgen. Ze leren elkaar kennen, krijgen meer ervaring samen en worden steeds beter in hun ouderlijke rol. Ook is het ideaal dat ze niet ieder jaar opnieuw tijd en energie hoeven te steken in het vinden en verleiden van een partner.
Het klinkt logisch, maar waarom zijn dan niet alle vogels monogaam?
Opvallend weínig vogelsoorten zijn elkaar levenslang trouw, dus er moeten in de vogelwereld ook nadelen zitten aan monogamie. Vrijwel de meeste vogels zoeken ieder jaar een nieuwe partner. Bij kleine vogels, die vaak niet erg veel langer leven dan een jaar, is dát juist logisch. Het kost te veel tijd en energie en net die ene partner weer terug te vinden die misschien al is opgegeten.
Het is echter wel nodig ze in dat ene broedseizoen samenblijven. Soms om al die bedelende bekjes te kunnen vullen, zoals bij nestblijvers: jongen die kaal en blind geboren worden en nog weken afhankelijk zijn van de ouders. Soms om elkaar en hun kroost te beschermen tegen vijanden.
En dan zijn er ook nog vogels die schaamteloos ontrouw zijn. Heggenmussen maken het bijvoorbeeld nogal bont: overspel is aan de orde van de dag. Mannetjes houden er meerdere vrouwtjes op na, er zijn triootjes en andere complexe relatievormen en vrouwtjes paren regelmatig met een buurman.
Dat laatste, paren met de buurman, komt eigenlijk ook vaak voor bij vogels die voor dat seizoen wel claimen ‘monogaam’ te zijn, zoals merels, huismussen of kool- en pimpelmezen. Maar dat gebeurt dan natuurlijk stiekem. De vrouwtjes kiezen een ‘vaste’ partner, met alle voordelen van dien, maar paren zo nu een dan met een andere man.
Waarschijnlijk om aan risicospreiding te doen. Als je jongen hebt van verschillende vaders, hebben ze verschillende genen. Dan is de kans groter dat er jongen bij zitten met ‘goede’ genen, althans, om onder de huidige omstandigheden te overleven en voort te planten. Daarnaast zijn er ook altijd nog vogelmannen die niet vruchtbaar zijn. Ook dan is het strategisch om de buurman erbij te betrekken.
Terug naar die stellen die hun hele leven delen. Is dat niet kwetsbaar in de natuur, zo afhankelijk zijn van de liefde van je leven? Wat gebeurt er met de overgebleven vogel als één van beide partners sterft?
Ze rouwen, treuren, missen hun partner en zijn van slag, maar als opnieuw de lente aanbreekt, zoeken ze vastberaden een nieuw maatje. De bosuil roept mysterieus zijn ‘hoe… hoe-hoe-hoe-hoeeee...’ en het vrouwtje haar: ‘ke-wiek!!’ De vrijgezelle kauwenman probeert zijn nestplek te behouden en de kauwenvrouw zoekt juist een man die zijn nest met haar wil bouwen. En probeer nooit om een eenzame zwaan te helpen door een ander te introduceren. Want liefde laat zich niet dwingen. Liever alleen voor even, dan samen met een kwal voor de rest van je leven.
Het zijn ook bij vogels niet altijd een man en een vrouw die samen door het leven gaan. Bij albatrossen bijvoorbeeld, vormen geregeld twee vrouwtjes een jarenlange paarband. Hoe ze dat doen met jongen krijgen? Simpel: een van de twee paart met een mannetje, waarna dat mannetje uit beeld verdwijnt en beide vrouwtjes voor de kuikens zorgen. Dit komt ook voor bij sommige soorten meeuwen, sterns en pinguïns.
Lees meer over vogelrelaties in het boek ‘Vogels en de liefde’ van Elvira Werkman. Zij is natuurjournalist, schrijver en zeer gewaardeerd redactielid van ons tijdschrift voor de jeugd: Vogels Junior.
Met MijnVogelvinder.nl in de hand herken je vogels door het hele land! Ontdek welke soorten je tijdens het wandelen of fietsen kunt tegenkomen en waar je op moet letten om ze daadwerkelijk te zien.
Vogels Junior gaat over beesten, buiten en beschermen en is speciaal bedoeld voor jou! Je vindt er de mooiste foto’s, posters, gekke weetjes en nuttige informatie over dieren en het beschermen van natuur.