Door
Harm Dotinga
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 5 april 2019
De Vogelrichtlijn viert zijn veertigste verjaardag. Middelbare leeftijd voor een mens, behoorlijk oud voor wetgeving. Toch heeft de Vogelrichtlijn niets aan kracht en relevantie verloren. Het is en blijft de belangrijkste Europese wetgeving voor de bescherming van alle van nature in het wild levende vogels en hun leefgebieden. Tijd voor een terugblik en een reflectie op de toekomst.
In 1973 riepen beschermingsorganisaties en tienduizenden bezorgde burgers de Europese Commissie op om vogels in Europa beter te beschermen. Een groot aantal vogelsoorten ging namelijk dramatisch achteruit. Miljoenen trekvogels werden ieder jaar gedood en gevangen, vooral in de landen rond de Middellandse Zee. Internationale regelgeving was noodzakelijk, want de meeste vogels in Europa zijn trekvogels die zich niets aantrekken van staatsgrenzen.
Dat was het startschot voor het opstellen van de Vogelrichtlijn.
De roep om vogels beter te beschermen werd gehoord. Eind 1976 kwam de Europese Commissie met het eerste voorstel voor een nieuwe richtlijn. De aandacht ging vooral uit naar de algemene bescherming van vogels en de regulering van de jacht en vogelvangst. In de loop van de onderhandelingen kwam daar de bescherming van leefgebieden gelukkig bij. Belangrijk, want de achteruitgang van veel Europese vogelsoorten was het gevolg van verlies aan leefgebied, in die tijd in het bijzonder moerassen en andere watergebieden (wetlands).
Op 2 april 1979 was het zo ver: de Vogelrichtlijn werd formeel vastgesteld door de Raad van milieuministers.
De Vogelrichtlijn blinkt uit in eenvoud. Doel is de duurzame instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten in de EU, zowel op het land als op zee. Alleen exoten (uitheemse soorten die door de mens zijn geïntroduceerd) vallen daar niet onder. Om dit doel te bereiken bevat de Vogelrichtlijn heldere regels voor de bescherming van alle vogels, hun eieren, hun nesten en hun leefgebieden. Daarnaast bevat de richtlijn eisen voor monitoring en onderzoek.
De Vogelrichtlijn werd in 1992 gecomplementeerd door de Habitatrichtlijn, die vergelijkbare regels bevat voor de bescherming van een groot aantal andere dier- en plantensoorten en habitattypen. Beide richtlijnen gelden in alle EU lidstaten.
De Vogelrichtlijn behoort met de Habitatrichtlijn tot de krachtigste natuurwetgeving van de wereld. De naam “richtlijn” wekt misschien de indruk dat het gaat om een vrijblijvend instrument, maar dat is het niet. Het gaat om bindende wetgeving die door alle lidstaten van de EU moet worden omgezet in nationale wetgeving. De lidstaten zijn bovendien verplicht om te verzekeren dat de regels door iedereen worden nageleefd.
De Europese Commissie ziet erop toe dat de lidstaten hun verplichtingen nakomen en kan ze voor het Hof van Justitie van de EU dagen als zij dat niet doen. En dat gebeurt. Het Hof heeft lidstaten al verschillende keren veroordeeld voor schendingen van de Vogelrichtlijn. Ook Nederland is dat herhaaldelijk overkomen, onder andere voor het onvoldoende aanwijzen van beschermde gebieden voor vogels.
Een van de grootste successen van de Vogelrichtlijn is het Europese netwerk van belangrijke vogelgebieden dat is aangewezen als beschermd gebied. De lidstaten hebben gezamenlijk meer dan 5000 belangrijke vogelgebieden met een totale oppervlakte van bijna 850.000 km2 aangewezen als beschermd gebied voor vogels in de EU.
In Nederland gaat het om 77 belangrijke vogelgebieden, waaronder de Veluwe, de Waddenzee, het IJsselmeer, de Delta, grote delen van de kustzone en het zeegebied Friese Front. Er zijn nog gebieden die daaraan moeten worden toegevoegd, zoals de Bruine Bank op de Noordzee. Deze gebieden vormen samen met de gebieden die zijn aangewezen op grond van de Habitatrichtlijn het Europese ecologische netwerk dat bekend staat als Natura 2000. Dit netwerk is strikt beschermd tegen alle schadelijke activiteiten.
Een andere zegening van de Vogelrichtlijn is dat er een einde is gekomen aan de excessieve jacht en massale vangst van vogels en hun eieren in de EU. De Vogelrichtlijn verbiedt het opzettelijk doden en vangen van vogels, het rapen van eieren en het wegnemen of vernielen van nesten. Ook het gebruik van netten, strikken, lijmstokken en andere methoden waarmee vogels masaal worden gevangen of gedood zijn in het algemeen verboden. Uitzonderingen zijn alleen onder zeer strikte voorwaarden mogelijk.
Een van die uitzonderingen is de jacht die op grond van de Vogelrichtlijn onder strikte voorwaarden nog is toegestaan op gespecificeerde vogelsoorten. In Nederland zijn dat wilde eend, fazant en houtduif. Het staat lidstaten vrij om de jacht op deze soorten te verbieden, zoals Nederland heeft gedaan voor alle andere soorten. Het feit dat een soort op de lijst staat van bejaagbare soorten, betekent ook niet dat jacht automatisch wordt toegestaan. Dit mag alleen als de jacht geen bedreiging vormt voor de soort en verenigbaar is met de doelstellingen van de richtlijn. In dit licht is het niet te rechtvaardigen dat de jacht in Frankrijk wordt toegestaan op bedreigde soorten als de wulp en grutto.
De evaluatie van de Vogelrichtlijn uit 2016, heeft uitgewezen dat de regelgeving nog steeds “fit for purpose” is. De evaluatie heeft echter ook aangetoond dat er veel ruimte is voor verbetering van de uitvoering van de Vogelrichtlijn, omdat het met veel vogelsoorten en hun leefgebieden in Europa niet goed gaat. De richtlijn wordt nog in veel lidstaten gebrekkig uitgevoerd en nageleefd. En er vinden nog veel te veel illegale praktijken plaats.
Nederland doet het in dit opzicht niet veel beter dan de andere lidstaten. De Nederlandse Rode Lijst met broedvogels telt maar liefst 87 bedreigde soorten en dat komt neer op 44% van alle vogels die in ons land broeden. Vooral boerenlandvogels als grutto, patrijs en veldleeuwerik hebben het moeilijk.
De Vogelrichtlijn vereist echter dat de populaties en leefgebieden van alle boerenlandvogels in stand worden gehouden en hersteld. Toch blijven de dringend vereiste maatregelen uit en hollen de populaties van deze soorten nog steeds achteruit. De overheid doet te weinig om het tij te keren. Dit is dus een schending van de verplichtingen uit de Vogelrichtlijn die hoognodig moet worden gestopt.
Kort samengevat heeft de Vogelrichtlijn veel goeds gebracht voor de vogelwereld. Zonder de richtlijn waren veel vogelsoorten en hun leefgebieden verdwenen. Veel bedreigde vogelsoorten hebben zich hersteld dankzij de richtlijn, waaronder de kraanvogel en de zeearend. En de bescherming van meer dan 5000 belangrijke vogelgebieden op grond van de richtlijn spreekt voor zich.
Ondanks de goede aspecten van de richtlijn, blijven de uitdagingen groot nu het onverminderd slecht gaat met veel vogelsoorten en hun leefgebieden. De oplossing: de wetgeving moet beter worden nageleefd! De praktijk laat echter zien dat economische belangen nog vaak prevaleren boven vogelbelangen. De druk zal alleen maar toenemen door het groeiend aantal menselijke activiteiten. En ook klimaatverandering en de daaraan gekoppelde grootschalige energietransitie werpen hun schaduw vooruit…
Wat dit voor vogels gaat betekenen is moeilijk te voorspellen, maar aan de Vogelrichtlijn zal het niet liggen. Die is en blijft ook na 40 jaar van essentieel belang voor de bescherming van vogels en hun leefgebieden: lang zal die leven!
WetlandWachten van Vogelbescherming houden de belangrijkste wetlands van ons land nauwlettend in de gaten. Als er bedreigende ontwikkelingen zijn voor de natuur en vogels, komen ze direct in actie. Signaleer je zelf bedreigingen of wil je advies over natuurontwikkeling en de vogels in een wetland?
Vogels zijn er altijd en bijna overal. Ze bezorgen ons plezier en blijven ons verwonderen. Toch is de aanwezigheid van vogels niet vanzelfsprekend. Veel vogels hebben het moeilijk of dreigen zelfs uit ons land te verdwijnen. Help ook mee.