Door
Arjan Berben
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 9 maart 2017
“In mijn geval gaat het om een aanstelling van één dag in de week. Daarin geef ik deels les aan studenten en promovendi én is het mijn taak om allianties te smeden tussen wetenschap, natuurwaarnemers en natuurbescherming. Simpel gezegd, we willen de natuurgegevens die vrijwilligers verzamelen wetenschappelijk goed analyseren en interpreteren. Om vervolgens effectieve beschermingsmaatregelen te kunnen voorstellen. Dus het gaat niet alleen om gedegen wetenschappelijk onderzoek dat uit die allianties moet voortvloeien. Het gaat ook om de praktische ‘vertaling’ naar natuurbeheerders en -beschermers en andere betrokkenen. Zij moeten ermee uit de voeten kunnen."
“Een mooi voorbeeld waar we hard aan werken, is het vroegtijdig problemen signaleren van vogels door het analyseren en samenvoegen van allerlei vogelgegevens. Dat heeft intussen geleid tot een ‘oranje lijst’ met vogelsoorten die in de gevarenzone dreigen te komen. Zo kan je eerder beschermingsmaatregelen ontwikkelen en uitvoeren. En hopelijk voorkom je daarmee dat vogels op de Rode lijst terecht komen.”
“Dat allianties smeden waar ik mee aan de slag ga, klinkt overigens misschien wel makkelijk, maar dat is het niet. Er moet zich iemand verantwoordelijk voelen en actief een verbindende rol spelen tussen de verschillende organisaties. Dat ben ik dus nu. Het mooie daarbij is, de vijf partners van Natuurplaza die deze aanstelling bekostigen zijn gevestigd op de campus van de Radboud Universiteit. Letterlijk zijn de lijnen alvast heel kort.”
“Niet in deze rol. Dat doe ik al de vier andere dagen in de week. Ik werk behalve bij Vogelbescherming ook bij Sovon Vogelonderzoek Nederland.”
“Ja! Heel erg blij. Ik zie het zowel als een bekroning van mijn eigen ambities en visie, als van de waarde die citizen science heeft. Door de samenwerking te stimuleren tussen de wetenschap en de organisaties waarvoor vele vrijwilligers gegevens verzamelen, zoals Sovon, kunnen we grote stappen maken. Vragen beantwoorden die leven bij deze natuurorganisaties, maar ook andersom richting wetenschap nieuwe aantrekkelijke onderzoeksvragen opstellen.”
“Via deze leerstoel springen we ook in een gat dat is ontstaan: de afgelopen jaren heeft de overheid steeds minder aandacht gehad voor het ecologisch veldonderzoek. En dat terwijl die natuurgegevens wél hard nodig zijn, want met veel natuurwaarden gaat het niet goed. Met al die citizen science kunnen we voor een impuls zorgen.”
“En meer persoonlijk: ik hoop met mijn aanstelling ook nieuwe generaties studenten en jonge onderzoekers te kunnen inspireren. Ik weet uit eigen ervaring als student hoe belangrijk het is om door docenten op de universiteit geïnspireerd te worden. In mijn geval betrof dat twee docenten aan de Radboud Universiteit – Henk Strijbosch en Jan van Gelder – waardoor ik, en met mij vele medestudenten, gegrepen werden door herpetologisch veldonderzoek, onderzoek naar reptielen en amfibieën.”
Via deze leerstoel springen we ook in een gat dat is ontstaan: de afgelopen jaren heeft de overheid steeds minder aandacht gehad voor het ecologisch veldonderzoek. En dat terwijl die natuurgegevens wél hard nodig zijn, want met veel natuurwaarden gaat het niet goed. Met al die citizen science kunnen we voor een impuls zorgen.
“Klimaatverandering. Door onderzoeksgegevens te combineren van planten en dieren met die van bodem, klimaat en water kunnen we effecten van de versnelde opwarming van de aarde beter in kaart brengen. Daarvoor hebben véél gegevens nodig. Ook internationaal. En die gegevens moeten over een lange periode verzameld zijn. Zulke gegevens bestaan, want er worden in bijna alle Europese landen door vrijwilligers natuurwaarnemingen verzameld."
“Voor vogels en vlinders konden we al dergelijke analyses maken. Zo hebben we onlangs gekeken of – zoals te verwachten valt – als gevolg van de opwarming, de koudeminnende soorten afnemen én de warmteminnende soorten toenemen. Uit de analyses blijkt dat dat inderdaad ook zo is. Heel verontrustend!”
“Denk aan de invloed van insecticiden op vogels. Al geruime tijd was er twijfel over de invloed van een veel gebruikt bestrijdingsmiddel, het insecticide Imidacloprid. Door gebruik te maken van de uitgebreide set aan vogelmonitoringgegevens – tienduizenden waarnemingen van vogeltellers –, konden we een relatie aantonen tussen de gehaltes aan Imidacloprid in het oppervlaktewater en de dalende trend van vogelpopulaties in naburige gebieden. Een schokkend resultaat. Overigens nog geen klassiek bewijs, daarom zijn we nu bezig om via een veldstudie gegevens te verkrijgen over hoe het precies werkt.”
“Dat we zo'n verband kunnen aangeven geeft overduidelijk de waarde aan van de tellingen door vrijwilligers, zeker in combinatie met een goede wetenschappelijke analyse. Ze vormen zo ook een goede basis voor het nemen van adequate beschermingsmaatregelen.”
De bijzondere leerstoel van Ruud Foppen is mogelijk gemaakt door de partners van Natuurplaza (Sovon, RAVON, Zoogdiervereniging, FLORON en Stichting Bargerveen) en is ondergebracht bij het Institute for Water and Wetland Research (IWWR) van de Radboud Universiteit.
Meer weten
Bekijk en beluister hier de oratie van Ruud Foppen ‘Een zwaluw maak nog geen zomer’.
Een samenvatting van Ruud's oratie staat hier.
Meehelpen
Ben je vogelaar en wil je helpen met tellen? Tellingen zijn er in alle soorten en maten. In de stad, je eigen tuin, en op het platteland of in de natuur, gemakkelijk te doen of meer tijdrovend. Kijk op de site van Sovon welke telling bij je past en hoe je kan bijdragen. Tellen helpt!