Door
Arjan Berben
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 26 oktober 2023
Waarom zijn zoveel vogelaars gepreoccupeerd met vogels tellen? Simpel gezegd: als je vogels wilt beschermen, begint dat met vogels tellen. Als je niet weet hoeveel vogels van een bepaalde soort er zijn, weet je ook niet of ze vooruit of achteruit gaan. Voor veel vogelliefhebbers is dat ook een belangrijke motivatie om menig uurtje in ‘het veld’ door te brengen met tellen: het is een eerste stap op weg naar vogels beschermen. Na die constatering of een vogelsoort toe- of afneemt, is uiteraard nog meer onderzoek nodig naar hoe een soort leeft én overleeft. Wat veroorzaakt een eventuele achteruitgang en wat kan je daar tegen doen?
Maar eerst dus tellen. Waar nog meer goede redenen voor zijn aan te wijzen: je bent buiten aan het werk en krijgt gratis natuurgeluk in de schoot geworpen. Voor mij begon het een jaar of acht geleden nadat ik samen met een aantal andere vogelliefhebbers werd gerekruteerd om de broedvogels van het Diemerpark te helpen tellen. Daar had ik wel oren naar. Zo kon ik iets terug doen voor het park waar ik al zoveel uurtjes had doorgebracht en zelf vogels had ontdekt waarvan ik het bestaan – op dat moment – niet kende.
Zo herinner ik me als de dag van gisteren dat ik met een gloednieuwe kijker van Vogelbescherming ‘up close & personal’ een warrig gecoiffeerde vogel met priemende blik ontwaarde, die later met behulp van de ANWB Vogelgids een grasmus bleek te zijn.
Samen met de andere nieuwelingen kreeg ik vervolgens van ervaren Diemerparktellers een stoomcursus vogels tellen volgens de gestandaardiseerde methode van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Je telt eigenlijk niet de vogels, maar vogelterritoria (zo weet je of ze er vermoedelijk broeden zonder alle nesten te hoeven vinden). Of een vogel ergens een territorium heeft, kan je opmaken uit verschillende soorten gedrag. Zie je een vogel met een takje naar een nest vliegen, dan noteer je een relatief hoge ‘broedcode’, hoor je een mannetje zingen, dan is dat veelbetekenend territoriaal gedrag, maar krijgt-ie een relatief lage broedcode. Je voert het in op een app.
Kind kan de was doen. Nou ja, dat ook weer niet helemaal. Je moet wel vogels met enige snelheid op gehoor kunnen determineren. En dat is soms best lastig. Een spotvogel en een bosrietzanger uit elkaar houden, vind ik bijvoorbeeld ingewikkeld. Gelukkig zijn we met een groepje vogelvrienden waarbij we elkaar kunnen helpen met probleemgevallen. Sommige soorten máken het je ook lastig: de koekoek die met enig misbaar heen en weer vliegt, wil je niet dubbel of vaker nog tellen.
Je bent al met al geconcentreerd aan het werk om al die territoria in kaart te brengen. Zeker in de maand mei als ze allemaal door elkaar zingen, is dat geen sinecure. Maar je leert redelijk vlot de individuele stemmen te discrimineren in de ‘wall of sound’ die het aanvankelijk lijkt.
En dan is het óók heerlijk ontspannend: die focus op een duidelijke welomschreven taak, tijdens het – voor mij – mooiste moment van de dag, rond zonsopgang, want dan zingen de (meeste) vogels. Je hoort geregeld in het Diemerpark het verrukkelijke ‘startmotortje’ van de blauwborst en we constateren jaar op jaar een prachtige hoeveelheid nachtegalen. Voor die mythische zanger hoef je als hoofdstedeling dus helemaal niet naar de duinen. En altijd is er weer de spanning of zeldzamere soorten toch weer een plekje in het park hebben gevonden, zoals de snor of de matkop.
Wil je jouw vogelkennis ook inzetten voor die ‘eerste stap naar bescherming’? Ga dan naar de website van Sovon. Daar vind je allerlei telprojecten waar je aan mee kan doen, ook als je nog niet veel vogel-ervaring hebt.
Ben je een totale beginneling doe dan een keer mee met de Tuinvogeltelling van Vogelbescherming. Elke vogel telt.
Een eerdere versie van dit artikel verscheen in De Gierzwaluw van de vogelwerkgroep Amserdam.
Het Diemerpark is een van de meest biodiverse plekken van Amsterdam. Alleen al de aanwezigheid van zoveel (ook bedreigde) broedvogelsoorten maakt het tot een bijzondere plek, zo bewijzen de vogeltellingen sinds 1988! Iets om ontzettend trots op te zijn als Amsterdam. Zou je zeggen. Helaas lukt het de gemeente Amsterdam onvoldoende om de geweldige natuur van het park goed te bewaken.
Het is zeker niet alleen treurnis. Stadsecologen en beheerders zijn vaak van goede wil en overleggen dan over hoe de natuurkwaliteit van het park te behouden met de Vrienden van het Diemerpark, natuurliefhebbers die zich inzetten voor flora en fauna van het park. Leen Pauwels en Kees Lakerveld – van de Vrienden van het Diemerpark – zien daarnaast dat de gemeente helaas te vaak het natuurbelang van het park minder waardeert ten opzichte van de andere belangen en niet zelden ook het eigen groenbeleid met voeten treedt.
Dé grote twistappel is de aanwezigheid van plastic sportvelden in het Diemerpark met daarbij parkeerplaatsen. En bakken met lichtvervuiling in de avonduren tot soms heel laat. Slecht voor vleermuizen en bijvoorbeeld uilen. Beetje bij beetje is er steeds meer natuurlijke ruimte van het park opgeofferd. Bij veel van de acties tegen de gemeente leggen de vogeltellingen gewicht in de schaal, mede daardoor weten de 'Vrienden' en de VWG Amsterdam hoe nodig het is om de natuur van het park te beschermen.
Meer weten?