Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 1 februari 2024
Uitgebloeide bloemen laten staan en dan komen er putters in mijn tuin? Ja, ja, misschien als je een landgoed hebt, maar niet met mijn postzegeltje groen.
Denk je weleens zoiets? Bedenk dan: er zijn ’s winters misschien wel 200.000 putters in Nederland, want het gaat gigantisch goed met ze én ze zijn verzot op zaden van uitgebloeide (tuin)bloemen. De kans op putters… is realistisch, ook in de stad.
Nu, in het staartje van de winter, leven putters in groepen. Ze trekken rond op zoek naar de laatste zaden in verdroogde resten van je bloemen. En ze houden vast een oogje open voor een mogelijke partner. Die versieren ze door er tegenover te zitten op een tak, hun rode gezicht goed te laten zien en dan heen en weer te schommelen met de vleugels wat opzij. En ze draaien om elkaar heen. Best herkenbaar gedrag, mocht je het ooit zien, wat dus echt kan.
Wil je een grotere kans op putters in je tuin? Zodra de vorst uit de grond is (mocht ie erin komen), maak je met wat kleine tuinwerkjes je tuin perfect voor putters. Begin met het zaaien of planten van zonnebloemen (tip: gebruik de zonnebloempitten uit het vogelvoer), kaardebollen, kogeldistels en teunisbloemen. Putters houden verder van paardenbloemen en distels - ze heten niet voor niets ook distelvink - maar dit slechts ter informatie, want weinigen zullen neigen naar een tuin vol distels.
Neem sowieso kaardebollen, ook als je een bloedhekel heeft aan putters. Ze schieten omhoog tot wel twee meter en bloeien in de late zomer met lila, stekelige bloemen. De bladeren vormen rond de stengel een natuurlijk waterkommetje dat na regen lang gevuld blijft en waar vogels vaak uit drinken. De kaardebol trekt verder veel bijen, zweefvliegen en hommels aan. Ten slotte is deze plant merkwaardig mooi met zijn stekelbloemen zomers, ‘s winters met een laagje rijp, of als droogbloem. Kaardebollen zijn eersteklas planten.
In een puttertuin eten de putters ook van voertafels en silo’s. Met een zadenmengsel doe je ze al snel een plezier, maar met name kleine zaadjes, zoals niger- of nyerzaad, waarderen ze. Mocht je ruimte hebben voor het aanplanten van een els, dan is het helemaal feest. In de winter mogen ze namelijk graag zorgvuldig de zaden uit de elzenproppen pikken.
Tot besluit nog een laatste weetje over de putter. Sinds het begin van de Christelijke jaartelling, tot vrij recent, werden putters vaak in kooitjes in huis gehouden. Vooral wij Hollanders hadden als liefhebberij het vogeltje tam te maken en kunstjes te leren. Eén truc was het letterlijk putten van zijn eigen water: het dier moest een emmertje omhoog hijsen aan een touwtje om te kunnen drinken. Vandaar de naam putter.
Beter één putter in de tuin, dan tien in een kooi vinden we nu, dus aan de slag met die puttertuin!
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je van Nico en Camilla in tien vogellessen veel tuinvogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt meteen de eerste vogelles per mail.
Vogelbescherming heeft ongeveer dertig biologische planten geselecteerd die vogelvriendelijk zijn. Deze zijn gekweekt zonder gif en kunstmest en zijn niet genetisch gemodificeerd. Goed voor insecten en
vogels en biodiversiteit.