Door
Ruud van Beusekom
Vogelbescherming Nederland
Geplaatst op 8 december 2020
De tapuit is al een hele tijd een zorgenkindje van de natuurbescherming. We noemen de getallen nog maar even: een afname van duizenden broedparen in de jaren zeventig (en nog véél meer daarvoor), tot slechts 210-250 paar in 2013, een dieptepunt. De verspreiding is tegenwoordig nagenoeg geslonken tot de duinen van de Kop van Noord-Holland, de Waddeneilanden en het Drents-Friese Wold. Ook in de ons omringende landen doet de tapuit het heel slecht; in Vlaanderen is de soort zelfs al enige tijd verdwenen als broedvogel. Om te voorkomen dat dat ook in Nederland gebeurt, krijgt de bescherming van de tapuit veel aandacht, in gang gezet door Vogelbescherming en Sovon in het Jaar van de tapuit in 2005.
Om in de vingers te krijgen welke factoren de populatie tapuiten sturen en hoe je tapuiten het beste kunt beschermen, worden de belangrijkste Nederlandse deelpopulaties intensief gevolgd en onderzocht. Sovon doet dat in de Noordduinen tussen Callantsoog en Den Helder sinds 2007, en op Texel sinds 2016. De tapuiten in het Aekingerzand (Drents-Friese Wold) worden sinds 2007 onderzocht door Stef Waasdorp van Stichting Biosfeer. Samen met de resultaten van het promotieonderzoek van Herman van Oosten – lees zijn geweldige boek De Tapuit van Atlas Contact – heeft dit ons veel inzichten opgeleverd over de ecologie van de tapuit en zijn hoognodige bescherming.
De laatste jaren veert de populatie tapuiten in Nederland weer licht op. Na het slechte jaar 2013 werden in 2015-2018 weer iets hogere aantallen geteld. In de tapuitenbolwerken waren met name 2019 en 2020 erg goede jaren. Zo zaten er in de Noordduinen in 2019 46 territoria en in 2020 maar liefst 61. Lang verlaten gebiedsdelen, zoals de Grafelijkheidsduinen werden ook weer bezet. Op Texel werden in 2020 61-65 paar geteld, een flinke vooruitgang ten opzichte van 2019 (45 paar). Het belangrijkste broedgebied op Texel is de Eierlandse Duinen, hier zaten 53 paar in 2020, tegen 27 paar in 2014-2015. Op het Aekingerzand zit het aantal tapuiten sinds 2013 (25 territoriale mannen waarvan slechts 13 waren gepaard!) ook in de lift, met een piek van 63 territoria en maar liefst 51 vrouwtjes in 2020. Overigens stijgen ook de aantallen broedparen op Vlieland en Terschelling.
Het heeft er alle schijn van dat de droogte van de afgelopen jaren gunstig uitpakt voor het leefgebied van tapuiten. Hierdoor neemt de dominantie van grassen af en ontstaat een open vegetatiestructuur met lage kruiden en veel zandige plekken. Hier houden tapuiten juist van, omdat ze vooral op de grond naar voedsel zoeken. Het vindt vermoedelijk zijn weerslag in het hoge broedsucces van de laatste jaren. In alle drie onderzochte gebieden was dit namelijk erg goed. Het broedsucces wordt gemeten met het aantal uitgevlogen jongen per nest en per paar.
Maar ook beheermaatregelen, zoals maaien en chopperen, hebben een positief effect. Bij chopperen wordt de vegetatie verwijderd en een deel van de bovenste humuslaag. Winterbegrazing met schapen in de Noordduinen pakt eveneens gunstig uit, net als de recente toename van het aantal konijnen in dit gebied. Konijnen houden de vegetatie laag en open en zorgen met hun gegraaf voor zandige plekken en natuurlijk nestgelegenheid, in de vorm van holen. Op het Aekingerzand was de begrazingsdruk echter te hoog, omdat hier de schapen het hele jaar door in het gebied verbleven. Door droogte was er te weinig voedsel (gras!) voor de schapen en werd het leefgebied van de tapuiten volledig kaal gegraasd; teveel van het goede dus. Op Texel is er nog veel winst te behalen door begrazing met schapen in te zetten in duingebieden die te dicht begroeid zijn geraakt voor tapuiten. Dit zijn vaak gebieden die vroeger wel werden begraasd met schapen.
Een heel belangrijke beschermingsmaatregel blijkt het beschermen van de tapuitnesten met behulp van kippengaas. Op deze manier worden in de Noordduinen en op het Aekingerzand de nesten van tapuiten beschermd tegen vossen. Dit zorgt ervoor dat er veel minder legsels (en soms broedende vrouwtjes) worden opgegeten en er veel jongen succesvol uitvliegen. Op het Aekingerzand is dit de belangrijkste maatregel gebleken om het aantal broedende paren weer te laten groeien. Op Texel leven geen vossen en is de enige marter die er voorkomt – hermelijn – zeldzaam. Predatie is er geen probleem, al is enige invloed van verwilderde huiskatten niet uit te sluiten.
De coronacrisis liet ook de tapuiten niet onberoerd. Het zorgde afgelopen voorjaar voor veel recreatiedruk in de natuurgebieden, in vrijwel heel Nederland. Ook het Aekingerzand ontkwam er niet aan, er werd massaal buiten de paden gerecreëerd. Onderzoeker Stef Waasdorp had er tijdens zonnige weekenden de handen vol aan om bezoekers te wijzen op de kwetsbare situatie van de broedende tapuiten. Door deze nieuwe ontwikkeling werden er 30 bordjes geplaatst met ‘Kwetsbaar gebied’. Op Texel en in de Noordduinen was het in april en mei juist veel rustiger door corona. Op Texel zat zelfs een nest aan de voet van het terras van het restaurant bij de vuurtoren.
Tapuiten worden op Texel, in de duinen van de Noordkop en op het Aekingerzand van kleurringen voorzien, het betreft dus het grootste deel van de Nederlandse populatie. Hiermee volg je de sterfte, maar ook hoe de vogels zich verspreiden binnen en tussen gebieden. Volwassen en jonge vogels zijn sterk gebonden aan hun eigen populatie: de meeste tapuiten keren terug naar het broedgebied van het jaar ervoor of – in het geval van de jonge vogels – naar hun geboortegrond. Zes geringde jonge vogels uit de Eierlandse Duinen vestigden zich in 2020 elders, waarvan 3 op Texel, 1 op Terschelling en 1 op Vlieland. Interessant was dat in 2020 een tapuit geboren op het Duitse Waddeneiland Norderney opdook als broedvogel op Texel. Ook uit eerdere jaren zijn uitwisselingen bekend, zoals van tapuiten van Texel die gingen broeden in de Noordduinen en vice versa, maar nooit op zo’n grote afstand. Dit geeft hoop voor de toekomst. Het betekent dat verlaten broedgebieden weer bezet kunnen worden. Dit is essentieel om de tapuit in Nederland er weer bovenop te helpen.
Ruud van Beusekom Vogelbescherming Nederland
Chris van Turnhout Sovon Vogelonderzoek Nederland
Stef Waasdorp Stichting Biosfeer
Het onderzoek en beschermingswerk aan tapuiten wordt mogelijk gemaakt door het Prins Bernard Cultuurfonds, Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Landschap Noord-Holland, Programma O+BN, It Fryske Gea, Provincie Noord-Holland, Provincie Drenthe, Provincie Friesland, Nationaal Park Duinen van Texel en Stichting Vogeleiland Texel.
De parels van de Nederlandse vogelnatuur zijn de kust en de waterrijke gebieden. Voor miljoenen vogels zijn deze plekken - Waddenzee, Zuidwestelijke Delta en het IJsselmeergebied - van wezenlijk belang.
Hoe gaat het met een vogelsoort? Wat veroorzaakt een eventuele achteruitgang? Wat zijn effectieve maatregelen om die achteruitgang aan te pakken en een soort te beschermen? Vogelbescherming ondersteunt en initieert om die reden wetenschappelijk onderzoek.