Navigatie overslaan
Ringmus / Jan Jongeman - Fotogalerij Alle berichten
Ringmus / Jan Jongeman - Fotogalerij Kees de pater/ Vogelbescherming

Door Kees de Pater
Medewerker Vogelbescherming

Stop de stille uittocht van algemene vogels

Geplaatst op 2 juli 2024

Nederland is door een ondergrens gezakt. Niet alleen staan onze strikt beschermde natuurgebieden er veelal slecht voor. Ook daarbuiten – op het platteland en in de stad – is het vaak droevig gesteld met natuurwaarden. Zo zijn ooit algemene vogels als huismus en spreeuw zeer sterk achteruitgegaan. Vogelbescherming ontwikkelde een aanpak om het tij te keren, zodat we een Basiskwaliteit Natuur terugkrijgen in Nederland. Het goede nieuws is dat steeds meer partijen zich hierbij aansluiten. Maar wat houdt deze aanpak in en hoe werkt het?

Van mijn opa erfde ik een origineel exemplaar van Mijn Vogeljaar van Jac. P. Thijsse. Thijsse – de grondlegger van de Nederlandse natuurbescherming – beschrijft in dit boek op bloemrijke wijze de vogelwereld van begin vorige eeuw. Al bladerend tovert het boek je een beeld van de vogels die je toen kon tegenkomen. Zoals in deze passage over de grauwe klauwier: Ge kunt die klauwieren overal vinden, waar doornstruiken groeien in en langs de duinen waar ze zich het meest ophouden in meidoorns en duindoorns, terwijl ze in het Oosten van ons land meer in de sleedoorns huizen. Nergens heb ik ze zoo veel gezien als in de Achterhoek vooral in overheerlijke wilde sleedoornhagen langs den grindweg van Terborg naar Zeddam.

Paapje / Shutterstock Paapje / Shutterstock

Opa’s en oma’s

Je krijgt door de tekst van Thijsse een beeld voor ogen dat we met het overlijden van mijn opa en al die andere opa’s en oma’s zijn vergeten. Ook de recentere vogelwereld van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw raakt snel in vergetelheid. Toen was de veldleeuwerik met 700.000 paar nog één van de algemeenste broedvogels. Daar is nog geen 5 procent van over. We noemen het natuuramnesie, een woord gemunt door, voormalig medewerker van Vogelbescherming, Marc Argeloo in zijn gelijknamige boek.

Er zijn niet alleen vogels verdwenen of zo goed als weggevaagd. We zagen de afgelopen decennia natuurlijk ook nieuwkomers of vogels die zich opnieuw vestigen in Nederland. Voor soorten als zeearend en kraanvogel is dat een gevolg van goed EU-natuurbeleid. Dat is zonder meer positief, maar kan het gemis aan soorten zoals zomertortel, paapje en strandplevier, die enorm in aantal achteruit zijn gegaan, natuurlijk niet goed maken. Die vogels symboliseren de verarming van ons landschap.

Stukje bij beetje hebben wij mensen leefgebieden vernietigd waar deze soorten van afhankelijk zijn. Bijvoorbeeld door de afsluiting van zeearmen en de ontginningen van hoogveen. Gebieden waarvoor Vogelbescherming zich inspant ze weer te herstellen en uit te breiden. Maar wat opvalt is dat ook juist buiten deze bijzondere natuurgebieden, op het platteland en zelfs in de stad, een stille uittocht plaatsvindt van tal van tot voor kort ‘gewone’ soorten.

Waar we nu al blij zijn met een snippertje kruidenrijk grasland met wat kieviten en een grutto keek je daar vijftig jaar geleden niet van op. Patrijs, boerenzwaluw, ringmus, torenvalk… allemaal eens heel algemene soorten die nu op de Rode Lijst van bedreigde broedvogels staan. De complete lijst is te lang voor dit artikel.

Prikkeldraad

De drastische verandering van het boerenland maakt duidelijk hoe dit kon gebeuren. Duizenden kilometers heggen en houtwallen werden geruimd en vervangen door prikkeldraad. Sloten gedempt, waterpeilen verlaagd en van het eens algemene bloemrijke grasland zijn slechts enkele procenten over. Rogge en haver verdwenen, mais rukte op. Daarbovenop vermindert het voedselaanbod voor veel vogels door gebruik van pesticiden.

Voor Vogelbescherming is de achteruitgang van deze gewone vogelsoorten een gruwel. Temeer omdat succesvolle voorbeelden laten zien dat het anders kan. Wat we nodig hebben om deze negatieve trends te keren is een Basiskwaliteit Natuur. Vogelbescherming richt zich met deze aanpak op het behoud en herstel van populaties gewone soorten. Niet alleen vogels, maar ook andere dieren en wilde planten.

Maar hoe werkt het, het laten terugkeren van een Basiskwaliteit Natuur? Eerst kijk je in een gebied of de ‘gewone soorten’ die bij landschap horen in voldoende mate aanwezig zijn. Helaas zal dat dus vaak niet het geval zijn. Vervolgens analyseer je wat er mis is en maak je een verbeterplan. In dat plan komen alle voorwaarden aan bod die soorten nodig hebben om te overleven. Die kunnen betrekking hebben op de inrichting van een landschap, op milieufactoren of het beheer van gebied.

Dat klinkt nog wat abstract, maar denk bijvoorbeeld aan het terugbrengen van landschapselementen zoals houtwallen en sloten (inrichting), maar ook aan het verhogen van het waterpeil, het verminderen van pesticiden (milieu) en het pas na het broedseizoen maaien van grasland (beheer). Een torenvalk heeft bijvoorbeeld niets aan een mooie houtwal als er geen veldje in de buurt is waar muizen voldoende voedsel vinden. Deze methodiek vraagt om lokaal maatwerk. In een veenweidegebied in Noord-Holland is iets anders nodig dan in de Achterhoek. Maar de te zetten stappen zijn identiek.

Torenvalk / Harry Jamont - Fotogalerij Torenvalk / Harry Jamont - Fotogalerij

Niet schraler maar rijker

In april 2021 presenteerde Vogelbescherming deze aanpak. Het sloeg aan. Niet alleen bij natuurorganisaties waarmee we intensief samenwerken om de ideeën verder uit te werken, maar ook bij bestuurders en beslissers. Een grote meerderheid van de Tweede Kamer omarmde deze aanpak bijvoorbeeld. En nu, drie jaar later, is Basiskwaliteit Natuur onderdeel van het beleid van het ministerie van LNV. Daarmee is de achteruitgang van de ringmus of veldleeuwerik natuurlijk nog niet gestopt. Van stapels papier wordt geen kievitkuiken groot. De komende tijd gaan we er ons dan ook keihard voor inzetten het plan overal in het land tot realiteit te maken. De vogelwereld van Thijsse’s Vogeljaar komt er niet door terug. Dat kan en hoeft ook niet. Maar met de realisatie van een Basiskwaliteit Natuur krijgen we een toekomst in Nederland die voor vogels en natuur niet nog schraler wordt, maar rijker.

Wat kan jij doen?

Zelfs in een kleine tuin kun je al meehelpen om wat natuur terug te krijgen. Wil je maar één ding doen? Plant dan een fijne dichte struik met stekels zoals een meidoorn. Wil je meer doen? Vogelbescherming biedt vele tips en adviezen.

Wil je als vrijwilliger of met je vogelwerkgroep aan de slag? Dat kan bijvoorbeeld door invloed uit te oefenen op de groene plannen van je gemeente. Ga daarvoor bijvoorbeeld naar groenebondgenoten.nl.

Werk je bij een gemeente, waterschap of provincie en ben je betrokken bij ruimtelijke ordening, milieu- of natuurbeleid, ga dan naar basiskwaliteitnatuur.nl. Je vindt er meer uitleg en handige stappenplannen waarmee je direct aan de slag kan.

Onze boerenlandvogels

Waar hoor je nog het heldere 'grutto, grutto’? De vogels van het boerenland hebben onze hulp nodig, vóór de allerlaatste vogel of bloem verdwenen is. Onze inzet: meer natuurrijk boerenland.

Hoe kun je helpen?

Vogels in natuurgebieden

De parels van de Nederlandse vogelnatuur zijn de kust en de waterrijke gebieden. Voor miljoenen vogels zijn deze plekken - Waddenzee, Zuidwestelijke Delta en het IJsselmeergebied - van wezenlijk belang.

Wat doet Vogelbescherming?