Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 14 november 2022
Je hebt sijsjes, maar geen drijfsijsjes. Drijfsijsjes bestaan niet. Het woord bestaat wel, zo noemen de Amsterdammers eenden of eigenlijk alle watervogels, dat houdt het overzichtelijk. Met sijsjes daarentegen zit Nederland iedere winter vol. Het zijn prachtige, geel-zwarte vink-achtigen, maar relatief onbekend bij velen. Laten we daar verandering in brengen.
Sijzen uit Noord- en Oost-Europa trekken niet alleen over Nederland, maar landen ook daadwerkelijk om hier te overwinteren. De meesten komen in oktober en de eerste helft van november. Groepjes sijzen duiken dan overal op: in gebieden met bos, maar ook in stadsparken, in groene tuinen, of in struiken op het boerenland. Mocht je de tuinvogels bijvoeren, dan maken sijzen daar graag gebruik van. Ze eten (zonnebloem)zaden en pinda's, maar zijn ook te vinden op vetbollen.
Je vindt sijzen echter vooral in elzensingels, vaak samen met putters. Daar eten groepjes - variërend van enkele tot honderden vogels - zich vol met elzenzaad. Ze foerageren daarnaast ook wel in de boomtoppen van berken, sparren en wilgen. Acrobatisch hangend aan de dunne takjes, laten ze zich dan goed bekijken.
Nu denk je misschien: ik wil wel sijsjes zien, maar wat is een elzensingel en waar vind ik die dan? Kort samengevat is een elzensingel een met zwarte elzen beplante strook grond (langs een sloot). Vaak is het een eigendomsgrens. Onder de bomen komen allerlei andere plantensoorten op, zoals kamperfoelie, hop, haagwinde, bramen, dovenetel, bosaardbei of vingerhoedskruid. Voor veel planten en dieren zijn elzensingels een soort snelweg tussen verschillende natuurgebieden die anders van elkaar gescheiden zouden zijn. Hier lees je wat meer over elzensingels, inclusief locaties en het zelf aanplanten ervan.
Om in het bos sijzen te zien, kun je het beste percelen met veel lariksen opzoeken. Daar stropen ze vaak met kepen, kruisbekken en mezen de kegeltjes af, op zoek naar zaad.
De spitse, kegelvormige snavel van de sijs is superhandig om de om zaden uit de elzenproppen, berkenkatjes, sparappels en larikskegels te peuteren. Later in de winter zitten ze soms op de grond waar ze het verwaaide elzenzaad oppikken.
Op zonnige winterdagen zingen de foeragerende sijzen in koor. Ze kunnen dan behoorlijk luidruchtig zijn! Als sijsjes besluiten te broeden - en dat kan al in februari zijn - geven de mannetjessijzen zich over aan gezang dat vol zit met imitaties van andere vogels en vlinderachtige baltsvluchten. Normaal hebben ze een korte, golvende vlucht. Zie je een groepje vogels nogal warrelend vliegen, dan zijn het waarschijnlijk sijzen.
Waarom sijzen relatief onbekend zijn? Moeilijk te zeggen. Misschien omdat er niet iedere winter even veel zijn? Misschien omdat ze erg mobiel zijn en verkassen als alle proppen en kegels leeg zijn? Misschien omdat ze best een beetje op groenlingen lijken? Met onderstaande herkentips verwar je ze nooit meer! Let je op ze deze winter? En een beetje extra tijdens de Nationale Tuinvogeltelling?
De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon informatie krijgen om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen.
In de webshop van Vogelbescherming vind je alles voor en over vogels. Zoals een vogelgids om ze te herkennen. Bezoek onze winkel in Zeist of onze webshop voor een grote variatie aan de beste vogelgidsen.