Geplaatst op 31 december 2021
Naam: Ronald Boerkamp (49)
Gemeente: Olst-Wijhe
Dagelijks leven: Salesprojecten windmolenindustrie
Focussoort: Gierzwaluwen
Stadsvogeladviseur sinds: 2009
Ronald groeide op met vogels. Zijn vader zat bij een vogelvereniging en ze hadden thuis een volière met tropische soorten. Als er een nestje werd geboren, mocht zoon Ronald daar een aantal van de zijne noemen. En als zijn vogels dan een prijs wonnen, was ook die voor hem. Later zat hij samen met zijn vader in de roofvogelwerkgroep. Ronald: “Dat was zo’n 17 jaar geleden. We bouwden en plaatsten nestkasten voor de torenvalk en hielden de nestgegevens bij. Ik was toen veel in het veld. Daarna was daar minder tijd voor, want ik kreeg kinderen. Zo kwamen de stadvogels in beeld.”
Ronald: “Tien jaar terug werd een bouw stopgezet vanwege de aanwezigheid van vleermuizen. Dat gaf irritatie. Er was onvoldoende aandacht en kennis voor flora en fauna in de bebouwde omgeving. Dat is enorm veranderd in de loop van de afgelopen jaren. Op initiatief van de woningbouwvereniging worden nu van tevoren soorten in kaart gebracht via een soortenmanagementplan. Zo’n 35 vrijwilligers werken daaraan mee. Nu voorkomen we ingrijpen achteraf. En de winst is voor de vogels.”
Stadsvogels hebben tuinen, parken en bomen nodig. Nestplekken, schuilhoekjes en voedselaanbod. En daarvoor hebben ze mensen nodig.”
Ronald houdt van puttertjes en goudvinken, maar de gierzwaluwen staan voor hem met stip bovenaan. Hij had ze al wel in de buurt van zijn huis zien vliegen, maar geen idee waar ze zaten. Tot hij erachter kwam dat ze onder de windveren van het dak van zijn eigen huis nestelden. Daar ging zijn vogelhart natuurlijk sneller van kloppen. Hij vroeg zijn buren mee te doen om met hulp van een gemeentesubsidie hun huizen van de juiste ventilatiepannen te voorzien. Zowel buren als gemeente bleken enthousiast. Zo begon het balletje te rollen.
Ronald: “Van het een kwam het ander. Toen Vogelbescherming begon met Stadsvogeladviseurs haakte ik natuurlijk aan. Maar ik was toen al, samen met IVN, bezig met een stadsvogelconvenant voor de gemeente en woningbouwverenigingen. Deze kwam in 2012 tot stand met de ambitieuze doelstelling om te streven naar 100 paartjes gierzwaluw in de kernen Wijhe en Olst. Sindsdien wordt er in ons dorp steeds meer rekening gehouden met stadsvogels. Zozeer dat onze gemeente voorloper is en we door andere gemeenten worden benaderd. Sindsdien heb ik initiatieven ondersteund in gemeenten als Raalte, Deventer en Zwolle. Daar hebben ze nu allemaal eigen zelfstandige stadsvogelwerkgroepen.”
Als mensen weten wat er in hun wijk rondvliegt, komt de interesse vaak vanzelf. Zo ook in de wijk Wiederhorsten. Daar bleken veel mussen en huiszwaluwen te nestelen tussen de kieren en gaten in de sociale huurwoningen uit de jaren 60/70. Ronald: “Toen ze daar wilden gaan renoveren, hebben we met de woningbouwvereniging afgesproken dat we zelf de bewoners zouden benaderen. We zijn toen twee zaterdagen met nestkasten bezig geweest. Ik dacht, we hangen er misschien tien op, maar het werden er veertig - op een totaal van vijftig huizen. Het enthousiasme van de bewoners was onverwacht en het werd een groot succes. Zo hebben we de grootste kolonie gierzwaluwen (circa dertig paar) kunnen behouden in de wijk. We hebben onze doelstelling van destijds bereikt. In totaal telt ons dorp nu zo’n 100 broedparen gierzwaluw.”
Ronald heeft een gezin met drie dochters en een drukke baan in de windmolenindustrie. Hij loopt hard en fietst, maar hij maakt ook altijd tijd voor de vogels. Ronald: “We zijn hier op de goede weg, maar er is altijd meer te bereiken. De energietransitie van gebouwen staat voor de deur en daarmee veel renovaties. Dan mogen de vogels niet vergeten worden. Daarnaast kijk ik nu mee met het groenplan. Wat kan daarin beter voor de vogels? Hoeveel nestkasten we ook bouwen, de vogels hebben ook voldoende voedsel en veiligheid nodig. Zo rol ik van project naar project. En dat zal wel zo blijven.”
Ronald: “Stadsvogels hebben tuinen, parken en bomen nodig. Nestplekken, schuilhoekjes en voedselaanbod. En daarvoor hebben ze mensen nodig. Daarom wil ik iedereen in beweging brengen. Bijvoorbeeld als ik door de straat loop met mijn kijker. Je ziet de mensen dan denken; wat doet die man daar? Een huis bespieden? Is dat niet een beetje verdacht? Maar als je dan in gesprek gaat en iemand wijst op de gierzwaluwen, is iedereen geïnteresseerd.”
Vogelbescherming ziet het als een belangrijke taak om samen met projectontwikkelaars en beleidsmakers vogelvriendelijke oplossingen aan de tekentafel een plek te geven. Want dankzij vogels komen dorpen en steden pas écht tot leven.
Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomerhitte, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis. Kijk voor inspiratie en oplossingen op