Door
Ruud van Beusekom
Vogelbescherming Nederland
Geplaatst op 10 september 2020
Het is eind mei, de zon is nog maar net op. De zoveelste prachtige ochtend in dit merkwaardige Corona-voorjaar. Windstil, een zonnetje. Met Canadese kano’s glijden we langzaam voort door het zeer ondiepe, troebele water in het centrale deel van de Oostvaardersplassen, het moerasdeel. ‘We’, dat zijn vogelteller Nico Beemster, boswachter Hans-Erik Kuypers, collega Hanne Tersmette van Vogelbescherming en ik.
Karpers schieten weg, een bruine kiekendief wiekt laag over. Het davert van de vogelzang. Snorren ratelen diep vanuit het riet, rietzangers krassen in de top van hoge rietstengels en overal horen we de staccato, ingehouden zang van kleine karekiet, de talrijkste vogel hier. Rietgorzen en blauwborsten zijn al over hun zangpiek heen, maar ook die laten regelmatig van zich horen. Om de paar honderd meter vuurt weer een nieuwe Cetti’s zanger een salvo af, zo luid klinkt hun zang. De monotoon roepende koekoek is hier talrijk – niet zo gek, met zo’n ruim aanbod aan kleine karekieten, de belangrijkste waardvogel voor de koekoek.
Nico Beemster vaart voorop en zet geconcentreerd alle broedvogels die hij ziet maar vooral hoort op een kaart. Zeven maal verspreid over het voorjaar doet hij dit. De tocht gaat langs enkele zorgvuldig gekozen vaste routes (transecten), meestal ’s morgens vroeg, maar ook ’s avonds en ‘s nachts.
Aan het einde van het seizoen legt Nico de gekarteerde vogels over elkaar heen. Dan weet je welke vogels waar een territorium of een nest hadden. Het resulteert in een lijst met soorten en aantal broedparen per transect. Nico telt al sinds 1987 in de Oostvaardersplassen op deze wijze de vogels. Aanvankelijk voor de toenmalige Rijksdienst voor IJsselmeerpolders, later in dienst van zijn huidige werkgever Altenburg & Wymenga, in opdracht van Staatsbosbeheer, de beheerder van het gebied.
Het resultaat is een waardevolle telreeks waarmee je de ontwikkeling van de vogelstand kunt volgen, en de effecten van het gevoerde beheer van de Oostvaardersplassen kunt beoordelen.
Er is heel wat veranderd in de Oostvaardersplassen in de laatste 35 jaar. Hét kenmerk van een moerasgebied is namelijk dat het in ontwikkeling is. Moeras is immers de fase tussen open water en land met bos. En dus verandert de vogelbevolking mee. Open water, slik, moerasandijvie, riet en lisdodde vormen het domein van grauwe gans, bruine kiekendief, roerdomp, waterral, porseleinhoen en snor.
Dat zijn vogels die bomen en struiken kunnen missen als kiespijn. Wordt een moerasgebied droger en schrijdt de verlanding voort, dan krijg je ruigte en opslag van bomen, vooral schietwilg. Rietzangers, bosrietzangers en blauwborsten worden talrijker.
Op den duur wordt het moeras een bos, een wilgenbos in het geval van de Oostvaardersplassen. Dan duiken er echte bosvogels op. Grote bonte specht, nachtegaal, matkop, koolmees en pimpelmees bijvoorbeeld, maar ook roofvogels als havik en buizerd.
De opwinding is groot als we vlak langs een kolonie grote zilverreigers kanoën, die een vreemde raspende roep laten horen. Bij een ondiepe plas met overal wilgenstompen zien we niet één, maar zelfs twéé zeearenden. Hans-Erik wijst ons in de verte op een boom met een zeearendnest. Door onder meer klimaatverandering en goede bescherming hebben in de laatste decennia ook nieuwe vogelsoorten zich gevestigd in de Oostvaardersplassen. Zoals de machtige zeearend en de sierlijke grote zilverreiger – bij het grote publiek bekend als ‘witte reiger’. Deze soorten hebben zelfs in de Oostvaardersplassen voor het eerst in Nederland gebroed.
Buidelmees en roodmus hadden de Oostvaardersplassen ook ontdekt, maar zijn er inmiddels weer verdwenen. Want niet alleen het komen, ook het gaan van vogelsoorten hoort bij een dynamische vogelwereld.
Een bijzondere nieuwkomer is de Cetti’s zanger, een soort die zich vanuit Zuid-Europa permanent heeft gevestigd in Nederland. Pas in 2015 doken de eerste territoriale Cetti’s zangers op in de Oostvaardersplassen, nu al broeden er tussen de 100 en 200 paar in het reservaat! Nico heeft het gekscherend over de ‘Cetti’s Highway’, zoveel zitten er inmiddels langs zijn transect. Zachte winters zijn bon ton geworden in Nederland, dus voorlopig kunnen we nog wel even genieten van deze zangvogel.
In dat licht moet je ook de aanwezigheid van steltkluten zien, die rakelings over ons heen vliegen. De poten zijn zó lang dat je haast medelijden met ze krijgt. Steltkluten broeden tegenwoordig ook vrijwel jaarlijks in de Oostvaardersplassen, vertelt Nico Beemster. De vogelwereld staat dus niet stil en de moerasvogelwereld al helemaal niet. Moerasvogels zijn ingesteld op het koloniseren van nieuw ontstane gebieden. Moerassen kunnen namelijk heel plotseling ontstaan door bijvoorbeeld overvloedige regenval of als rivieren buiten hun oevers treden. En dus kunnen als de omstandigheden juist zijn plotseling voorheen schaarse of zeldzame vogels ineens floreren.
Dat is precies wat er gebeurde toen de Oostvaardersplassen ontstonden. Baardmannetjes, roerdompen, bruine kiekendieven, blauwborsten en snorren vonden er een walhalla. Baardmannetjes deden het er zelfs zo goed, dat ze zich vandaaruit konden verspreiden over heel Noordwest-Europa en nieuwe broedgebieden werden bezet, zo is gebleken uit ringonderzoek. We zien en horen ze nu ook volop.
Nico wijst ons op rietland dat geel oogt en niet gezond. “Dat is aangetast door de rupsen van de rietstengelboorder, een klein motje dat zijn eieren in rietstengels legt. Juist daarom zitten hier baardmannetjes, die lusten er wel pap van.” We peuteren een paar stengels open om de rupsen met eigen ogen te zien.
We komen regelmatig vast te zitten in de modder met de kano’s, want het is na een natte winter toch weer een kurkdroog voorjaar. Het waterpeil is zelfs in dit natte deel zo laag, dat het voor roerdomp en porseleinhoen een slecht jaar is. Hoe graag we deze ook willen zien en horen, het lukt ons niet. Maar ook schommelingen in het waterpeil van jaar op jaar zijn kenmerkend voor een moeras en daar horen droge perioden bij.
Want hoe gek dat ook klinkt: juist een regelmatig optredende periode van droogte is goed voor de ontwikkeling van rietland. Op drooggevallen slik ontkiemen riet en andere moerasplanten zoals moerasandijvie het beste. Dan kan rietland zich dus snel uitbreiden. De dynamiek draagt er juist aan bij dat een moeras zich kan herstellen.
In een natuurlijke situatie treedt vooral in de zomer droogte op, vooral door de grote verdamping; dat is de tijd dat riet ontkiemt. In heel veel waterrijke gebieden in Nederland wordt dan juist water ingelaten ten behoeve van de landbouw. Dit tegennatuurlijk peil (laag in de winter, hoog in zomer) is niet goed voor moerasontwikkeling, de reden dat het in veel gebieden niet of nauwelijks op gang komt.
Als het waterpeil altijd hoog staat, dan treedt er veel vraat door grauwe ganzen op, want zij eten alleen riet dat in het water staat. Dat is precies wat er in de Oostvaardersplassen gebeurt. Op zich niet erg natuurlijk, want grauwe ganzen houden het gebied als natuurlijke beheerder ook open en zorgen ervoor dat het gebied niet volledig verlandt.
Maar bij te langdurig hoog water is er teveel begrazing door ganzen: het rietland neemt in omvang af en de plassen worden groter, versterkt door wind en golfslag. Om het moeras dus divers te houden, met alle interessante stadia die moerasvorming heeft, moet daarom ook in de Oostvaardersplassen worden ingegrepen.
Hans-Erik Kuypers, boswachter van Staatsbosbeheer, legt uit hoe. “Er loopt een laag dijkje door het natte deel van de Oostvaardersplassen, dat we ‘de drempel’ noemen. Die verdeelt het in een westelijk en oostelijk compartiment. Hiermee kunnen we het ene deel laten droogvallen om de moerasvorming op gang te helpen. We zetten dan daarna het peil weer geleidelijk op door regenwater vast te houden. Het andere deel houden we nat, zodat we niet in één keer alle moerasvogels kwijt zijn. Dat zou erg risicovol zijn.”
“We weten uit het verleden, waarin we het waterpeil ook hebben laten fluctueren, dat moerasvogels heel flexibel zijn. In de jaren tachtig en negentig kwam er door de tijdelijke drooglegging maar liefst 800 hectare rietland bij. Het gevolg was een explosie van moerasvogels! We verwachten dat nu ook weer mee te maken met deze moeras-reset. Bezoekers kunnen daar in de toekomst ook van gaan genieten door nieuwe voorzieningen, zoals uitkijktorens op cruciale punten.”
Nico en Hans-Erik weten het beiden zeker. Dit is goed voor de Oostvaardersplassen en de moerasvogels. Die roerdompen en porseleinhoentjes, die we vandaag node missen, die komen weer terug. Wij laten ons dan weer graag uitnodigen om dat zelf te ervaren, ook dat is zeker.
Ben je op zoek naar een goed boek over vogels of de natuur? Vogelbescherming heeft een uitgebreid en gevarieerd aanbod in onze winkel en onze webshop.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je in 10 vogellessen veel bekende vogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt direct de eerste vogelles per mail.