Door
Fred Wouters
Directeur Vogelbescherming
Geplaatst op 15 september 2020
“Bijna op nul. Heel soms werd in een vroeg stadium van de bouw al rekening gehouden met bijvoorbeeld vogels of vleermuizen. Dat waren eigenlijk toevalstreffers, of acties die voortkwamen uit een wettelijke verplichting.”
“Er is veel bereikt en ik ben blij met de huidige aandacht voor natuurinclusief bouwen. In mijn eigen stad Tilburg zie ik dat de meeste politieke partijen ermee bezig zijn. Maar we zijn er nog niet. Als voorbeeld, één grote Tilburgse woningcorporatie zet zich enorm in voor stadsnatuur, maar de andere twee corporaties doen dat nog veel minder. In gebouwen wonen en werken niet alleen mensen, maar ook dieren! Die gedachte is nog geen gemeengoed. En er kan nog zoveel, denk alleen al aan een veel groenere buitenruimte en aan groene daken en gevels.”
“Dat elke snipper groen in de steden wordt benut voor bouwprojecten. Goed dat het buitengebied niet wordt opgeofferd, maar de trend om meer ín de stad te bouwen, mag niet ten koste gaan van stadsnatuur en leefbaarheid. Het extremere weer als gevoel van klimaatverandering eist ook z’n tol in de stad. Dan gaat het om plotseling zeer heftige regens, of periodes van grote droogte en hitte. Juist daarvoor kan veel groen in de stad helpen. Maar dan moet je als maatregel voor verkoeling niet alleen Zuid-Europese bomen en planten aanplanten. Die zijn vaak minder aantrekkelijk voor onze inheemse insecten.”
Sinds 2017 werken Vogelbescherming en de Zoogdiervereniging samen met de gemeente Tilburg en de andere grote steden in Brabant aan extra broed- en verblijfplekken voor vogels en vleermuizen. De provincie Noord-Brabant steunt dit project. Mede dankzij deze samenwerking kon Vogelbescherming ook bouwnatuurinclusief.nl lanceren, een toolbox waar professionals in het stedelijk gebied de juiste kennis kunnen vinden over natuurinclusief bouwen in een groene omgeving.
“Het wisselt. Op veel plekken mag het van mij ruiger, met kruiden en bloemen die ook mogen uitbloeien waardoor zaden zich verspreiden. Maar er gaat gelukkig ook veel goed, zoals een pilot waarbij we samen met de bewoners in een woonstraat de open plekken rondom bomen hebben voorzien van een inheems bloemenmengsel.”
“Het helpt ons enorm als een landelijke vereniging zoals Vogelbescherming bij een project is betrokken. Dat legt gewicht in de schaal. Jullie hebben ook expertise waar we gebruik van kunnen maken. Ik denk wel dat we elkaar nog vaker kunnen opzoeken om samen projecten voor stadsnatuur te ondernemen.”
“In het verleden stonden we vaak tegenover de bouwers. Voor elke plek waar mogelijk beschermde vleermuizen of vogels zaten, moesten partijen die wilden bouwen of renoveren, een tijdrovende ontheffing aanvragen. Wij zijn naar het niveau van de wijk gaan kijken. Als er voldoende nestgelegenheid wordt aangeboden op wijkniveau en er plekken zijn om te foerageren, kunnen initiatiefnemers gebruik maken van de gebiedsontheffing. Dan hoef je niet op elke plek de discussie met elkaar aan te gaan. En het werkt, er zijn preventief veel nestkasten ingebouwd en opgehangen, meer dan ooit. Er zijn plekken waar het beter kan, maar vervolgonderzoek wijst intussen uit dat alle bolwerken van deze soorten er nog zijn. Steeds meer andere steden beginnen nu zo te werken.”
“Gierzwaluwen vind ik fascinerend. Ik heb een aantal nestkasten voor deze vogels aan mijn huis hangen. Ze overwinteren diep in Afrika en dan weten ze niet alleen Tilburg terug te vinden, maar ook exact die ene nestkast aan mijn huis. En dat al jarenlang.”
Het vrolijke getjilp van de huismus of het melodieuze gezang van de merel. Stadse vogelgeluiden die allang niet meer in elke stad gewoon zijn. De vogels in de stad hebben onze hulp nodig. Onze inzet: genoeg ruimte voor onze stadsvogels om te broeden, verblijven en voedsel te vinden en natuurinclusief bouwen als norm.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.