Door
Kees de Pater
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 14 februari 2019
Vogelbescherming hanteert graag de slogan Vogels zijn grenzeloos. Maar wie er even over doordenkt, kan niet anders dan concluderen dat het een eenzijdige kreet is. Vogels houden zich niet aan ónze grenzen. Maar ze zitten tegelijkertijd behoorlijk vast in hun eigen, door de evolutie getrokken grenzen. De boerenzwaluw die in onze ogen zo vrolijk vliegt, maakt zijn monstertocht naar Afrika natuurlijk niet uit vrije wil. De vogel kan eenvoudig niet anders.
Intussen neemt een vogel onderweg ook beslissingen: het regent – ik ga landen; daar zitten veel muggen – even een stukje omvliegen; een silhouet van een roofvogel – wegwezen! Maar al deze individuele beslissingen neemt-ie binnen de enge grenzen van zijn vogelniche. En die grenzen botsen met onze, ‘recentelijk’ bedachte grenzen: gemeentegrenzen, provinciegrenzen, rijksgrenzen. Voor vogels onzichtbare grenzen die in de hoofden van mensen zitten. En in wetten en regels die uit de hoofden van die mensen zijn voortgekomen. Binnen onze grenzen onderwerpen we wilde dieren en planten; wij bepalen waar zij mogen leven. Helaas laten we daarbij bitter weinig plek over voor vogels. De groeiende rode lijsten vormen er het pijnlijke bewijs van.
Vogels kunnen zich slechts beperkt aanpassen aan hoe wij de wereld inrichten. Maar wij kunnen ze daarentegen wel de ruimte geven in onze provincie, ons land en uiteindelijk de wereld. Politici spelen daarin een hoofdrol. Zij nemen in onze naam beslissingen die het verschil maken tussen leven en dood voor veel andere wezens. Helaas staat dat zelden hoog op de politieke agenda; natuur scoort zelden als hot verkiezingsthema.
Onze grenzen hebben voor vogels geen betekenis.
Binnenkort vinden er provinciale verkiezingen plaats, later dit jaar de Europese. EU en provincie zijn samen met de rijksoverheid verantwoordelijk voor het natuurbeleid. Ten provinciehuize wordt bepaald of de patrijs straks meer bloemrijke keverbanken krijgt, de grutto natte graslanden en de smient een schot hagel, of niet. In Brussel worden de regels opgesteld voor de bescherming van de belangrijkste natuurgebieden, zoals de Waddenzee. De EU bepaalt ook of we doormodderen met de voor de natuur desastreuze industriële landbouw; en of er nu eens een einde kan komen aan de grootschalige jacht op zangvogels in het Middellandse Zeegebied.
Of landen zich vervolgens houden aan regels en afspraken, is veelal ook een beslissing van politici. Een sprekend voorbeeld daarvan is de labbekakkerige wijze waarop Nederland en andere Europese landen werk maken van de afspraak dat in 2020 de achteruitgang van de biodiversiteit gestopt moet zijn.
Stemmen op de partij waarvan je denkt dat die goed voor natuur is, is één. Minstens zo belangrijk is het om politici te laten weten dat goed natuurbeleid een hoofdzaak hoort te zijn. Vogelbescherming spant zich daarvoor in, en u kunt ons daarbij helpen.
Voor boerenlandvogels is de situatie intussen zo nijpend, dat ze in elke provincie tot de topprioriteiten gerekend moeten worden. Ook moet het toekomstige EU-landbouwbeleid veel natuurvriendelijker, zodat insecten, vogels en de natuur in het algemeen een kans krijgen. Vogels zijn begrensd in wat ze kunnen; onze grenzen hebben voor hen geen betekenis. Juist daarom mogen die geen enkele belemmering vormen voor de overleving van vogels!