Kabinet negeert achteruitgang natuur

De uitdagingen zijn groot in Nederland als het gaat om de gevolgen van de opwarming van de aarde op te vangen, de beroerde waterkwaliteit te verbeteren, het gevecht om de schaarse ruimte in goede banen te leiden en de stikstofcrisis. Niet alleen voor boeren en woningzoekenden, maar ook voor natuur en vogels staat er veel op het spel. Het leefgebied van vooral boerenlandvogels zoals de grutto, veldleeuwerik en patrijs staat al lange tijd zwaar onder druk. “Hun achteruitgang in aantal mag symbolisch heten voor de algehele armoedige toestand van de natuur in het landelijk gebied. In ruim zestig jaar tijd is de populatie boerenlandvogels, zoals de grutto en de veldleeuwerik, met gemiddeld 70% afgenomen”, aldus Karsten Schipperheijn, directeur van Vogelbescherming. “We moeten voorkomen dat Nederland de beschermde habitats en soorten voorgoed verliest.”

Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) was bedoeld om klimaat, natuur en waterproblemen in samenhang aan te pakken en gaf daarmee perspectief. Provincies waren bezig om dat uit te werken. Die plannen zouden aanvankelijk op 1 oktober helemaal af moeten zijn, maar Wiersma, de nieuwe minister van Landbouw, liet afgelopen juli al weten dat provincies daar uitstel voor kregen. Nu lijkt het hele NPLG van tafel.

Afschaffing van deze integrale aanpak vindt Vogelbescherming onbegrijpelijk. Zo ziet Vogelbescherming landschapsgrond, een soort tussenvorm van landbouwgrond en natuurgrond, als een kansrijk instrument uit het NPLG voor boeren die dat willen. Grond wordt via deze maatregel afgewaardeerd en de boer wordt voor de waardevermindering gecompenseerd. Landschapsgrond blijft zo in agrarisch eigendom en mag voor agrarische doeleinden gebruikt worden, mits extensief. Boeren die deze omslag willen maken, moeten worden geholpen met een goede beloning voor agrarisch natuurbeheer, langjarig perspectief en een eerlijke prijs voor voedselproductie.

Een transitie naar duurzame landbouw is hard nodig om onze natuur te herstellen en om voedselzekerheid in de toekomst te garanderen. De hoeveelheid stikstof is al jaren te hoog in Nederland en dat is slecht voor zowel mensen, natuur als vogels. Enkele concrete voorbeelden zijn koolmeeskuikens op de Veluwe, die al op het nest hun pootjes breken door te weinig calcium; een direct gevolg door te veel stikstof in de bodem. Of het verdwijnen van het open leefgebied van de tapuit, omdat er door alle stikstofneerslag in de duinen veel te veel gras groeit. Lees hier verder over wat het stikstofprobleem betekent voor vogels.

“Er is geen tijd te verliezen; natuur- en klimaatherstel zouden de hoogste prioriteit moeten krijgen. De roep om schoner water, een groene leefomgeving, vruchtbare grond en gezonde lucht om in te ademen is luider dan ooit”, aldus directeur Karsten Schipperheijn.

“Vogels hebben gezonde leefgebieden nodig om te floreren, net als mensen. Zonder een verscheidenheid aan planten, insecten en vogels komt ook onze voedselvoorziening in gevaar. Verdere vertraging van het aanpakken van klimaat-, natuur- en waterproblemen kan Nederland zich niet permitteren.”