Geplaatst op 10 januari 2014
Parelduiker en roodkeelduiker zijn soorten die tot de verbeelding spreken en doen denken aan verlaten Arctische broedgebieden. Soorten die tijdens de wintermaanden in niet al te grote aantallen langs onze kusten verschijnen. Van Griend tot aan Zeeuws-Vlaanderen, maar niet alle plaatsen zijn even geschikt om ze te zien.
De Brouwersdam is zo’n plek waar de kans op succes groot is om beide duikers te zien. En ze kunnen er vanuit een warme auto waargenomen worden. Bij donkere weersomstandigheden lijken ze verwarrend veel op elkaar. Een kenmerk – ook op afstand – is de opgewipte snavel van de roodkeelduiker. Dichterbij zie je dat de roodkeelduiker lichter gekleurd is met een lichtgrijze rug en een wit gezicht. De parelduiker maakt juist een uitgesproken zwart-wit indruk, met een donkere flank met een opvallend witte vlek.
‘s Zomers is alles anders. In prachtkleed zijn parelduiker en de roodkeelduiker onmiskenbaar van elkaar verschillend. De parelduiker draagt zijn naam met ere. Sjieke grijze kop, zwarte keel en ragfijne zwart-witte streepjes op de borst en een geparelde zwart-wit gevlekte rug. De roodkeelduiker is al even gedistingeerd met dezelfde grijze kop, maar met de fijne zwart-witte streepjes over de achterzijde van de kop. De rug is wat eentonig donkergrijs, de bruinrode keel springt echter duidelijk in het oog.
De broedgebieden van parelduiker en de roodkeelduiker liggen in noordelijke streken. De roodkeelduiker broedt bijvoorbeeld in kleine plasjes in hooggelegen hoogveengebieden en op de toendra’s van Schotland, IJsland en Scandinavië. De parelduiker broedt langs grotere meren in het binnenland van Schotland en Scandinavië en verder oostwaarts tot Siberië. Goed excuus om komend voorjaar die kant op te gaan, als je ze deze winter in Nederland hebt gemist.