Door
Fred Wouters
Directeur Vogelbescherming
Geplaatst op 2 december 2019
Nel: “We hebben een hele geschiedenis doorgemaakt. Alles begon met initiator Ben Koks die een nest van een grauwe kiekendief ontdekte in een Groningse akker en dat met succes wist te beschermen. Van daaruit ontstond een werkgroep met vrijwilligers, een stichting met betaalde medewerkers en nu zijn we uitgegroeid tot een professionele organisatie met aandacht voor onderzoek, advies en lobby – waarbij vrijwilligers overigens nog steeds de basis vormen. Daarnaast richten we ons op het hele akkerbouwsysteem, niet meer alleen de grauwe kiekendief. ‘Kenniscentrum’ dekt de bredere opzet beter.”
Raymond: “Op ons systematische soortenonderzoek. Neem bijvoorbeeld de veldleeuwerik, een soort die sinds de jaren ’70 heel dramatisch met 95% achteruit is gegaan. Door nauwkeurig ‘ecologische randvoorwaarden’ in kaart te brengen, voedselaanbod en nestgelegenheid, konden we laten zien dat uiteindelijk het te snel opeenvolgen van maaibeurten deze soort de das om doet. Er komen gewoonweg te weinig jongen groot. Ken je het probleem van een vogel, dan kun je werken aan een oplossing, ook al is die voor de veldleeuwerik in het huidige landbouwsysteem nog ver weg.”
Nel: “Ik ben trots op onze mensen, beroepskrachten en vrijwilligers. Alleen al omdat zij tijdens het broedseizoen letterlijk dag en nacht klaar staan om samen met de boeren nesten te beschermen. Voordat er wordt geoogst, zoeken zij naar nesten van grauwe kiekendieven en zetten daar gaas omheen, zodat de boer eromheen kan rijden. Ook tijdens de oogst zijn zij paraat.”
Raymond: “Vogelaars zouden vaker akkergebieden kunnen bezoeken. Daar valt van alles te ontdekken, ook aan insecten. Met het Meetnet Agrarische Soorten kunnen vogelaars meehelpen aan het systematisch tellen van akkervogels. Hoe meer informatie we hebben, hoe beter we ze kunnen beschermen!”
Raymond: “Zenderonderzoek. We hebben daarin altijd voorop gelopen, in Nederland maar ook wereldwijd. We konden niet wachten tot de zenders klein genoeg waren, zodat ze bruikbaar waren voor grauwe kiekendieven. Via de computer kun je daarmee op het beeldscherm een vogel volgen. Je reist met trekvogels mee alsof je Niels Holgersson bent. Via zenders krijgen we schatten aan informatie. We ontdekten dat Noord-Afrika een belangrijke pleisterplaats tijdens de lange reis naar het zuiden is. Dat is belangrijke beschermingsinformatie. Voordat we grauwe kiekendieven met zenders uitrustten hadden we Noord-Afrika in z’n geheel niet op de radar.”
“Ook dichter bij huis in Nederland zie je wat vogels doen door zenderonderzoek. Dat leidde tot de conclusie dat de standaard agrarisch natuurbeheer-maatregelen niet effectief zijn. Later toonden we door dit type onderzoek aan dat de speciale Vogelakkers die wij hebben ontwikkeld, wél werken.”
Nel: “Daar ben ik heel positief over. We zijn complementair. In de zin van: wij hebben de kennis, zitten in het veld en doen onderzoek. Jullie hebben het brede netwerk en kunnen ervoor zorgen dat de juiste beschermingsmaatregelen op meer plekken bekend worden. Door je achterban en door de toegang tot fondsen kunnen jullie er ook voor zorgen dat er voldoende geld beschikbaar komt voor onmisbaar onderzoek, zowel naar hoe vogels leven, als naar het effect van beschermingsmaatregelen.”
Raymond: “Sterk aan Vogelbescherming vind ik de waarde die jullie hechten aan wetenschappelijk onderzoek als fundament onder wat je doet en bepleit. En het feit dat jullie veel mensen weten te mobiliseren. Soms zouden we natuurlijk willen dat Vogelbescherming vaker akkervogelonderzoek wil financieren, maar ik zie ook dat jullie heel breed actief zijn.”
Raymond: “We moeten vaststellen dat het slecht gaat met akkervogels. En ook dat de maatregelen om daar iets aan te doen vanuit het agrarisch natuurbeheer van het Gemeenlandschappelijk Landbouwbeleid gefaald hebben. Maar ik ben niet somber over de toekomst. Ik zie steeds meer initiatieven om wél de goede maatregelen te nemen. Ik denk bijvoorbeeld aan het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Ik zie ook steeds meer boeren en vertegenwoordigers van boeren meedoen om een andere richting in te slaan. De urgentie wordt gevoeld. Het gaat niet meer alleen over randjes, de echte problemen staan op de agenda, zoals het teveel aan mest of pesticidegebruik. Dat is ook nodig, het systeem moet veranderen. Dat ook kan betekenen dat we met z’n allen meer moeten betalen voor ons eten. De sleutel voor wezenlijke verandering ligt bij een ander beleid.”
Nel: “Het is een complex vraagstuk, dat er kort gezegd op neerkomt, hoe kan een boer in staat worden gesteld een gezond bedrijf te hebben én zich tegelijk in te zetten voor vogels en natuur.”
Op dit moment werkt Vogelbescherming via twee projecten nauw samen met Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels. Zo zoeken we gezamenlijk manieren om de velduil en blauwe kiekendief een kans te geven te overleven in het Waddengebied. En, net gestart in Groningen, een project om landschap en natuur te herstellen rondom oude zogenaamde slaperdijken. Daar profiteren veel vogels van. Fred Wouters: “We werken graag samen met Grauwe Kiekendief - Kenniscentrum Akkervogels: bevlogen mensen die de grauwe kiekendief als broedvogel voor Nederland wisten te behouden. Het zijn ook pioniers als het gaat om zenderonderzoek en aantoonbaar effectieve maatregelen om akkervogels te beschermen.”
Vogelbescherming stelde factsheets samen op basis van alle onderzoeken in binnen- en buitenland. Gratis, voor iedereen die betrokken is of meer wil weten over akkervogels.
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.