Geplaatst op 29 september 2014
Twee jaar geleden voedde WWT-veldwerker Roland Digby een vrouwelijk jong op dat was uitgebroed uit een weggenomen ei. Na drie weken in een beschermde omgeving was het jong groot en sterk genoeg om uit te vliegen. De spannende vraag was: zal ze zich in het wild redden? Dat deed ze overtuigend: ze voltooide haar trektocht van 8000 kilometer, keerde naar haar geboortegrond in Tsjoekotka (Noordoost-Rusland) terug en kwam daar zelfs succesvol tot broeden.
De WWT past de techniek van 'bijbroeden' sinds een paar jaar toe, met de bedoeling de populatie groter en sterker te maken. Uit eerste legsels worden de eieren weggenomen, waarop de oudervogels direct aan een tweede beginnen. De weggenomen eieren worden uitgebroed en de jongen losgelaten. Dat werkt opmerkelijk goed: het aantal vliegvlugge jongen groeit zo met 40 procent.
Vogelbescherming en de Dutch Birding Association dragen financieel bij aan onderzoek en bescherming van de lepelbekstrandloper. Daartoe zijn beide organisaties 'species champions' voor de soort van BirdLife International.
Species champions is de benaming voor een groep van bedrijven, organisaties en individuen die zich het lot van met uitsterven bedreigde vogelsoorten aantrekken. Ze dragen zowel via fondswerving als met voorlichting en publiciteit bij aan beschermingsprogramma's over de bedreigde soorten.
Meer informatie over de lepelbekstrandloper op de site van Wetlands for Life.