Geplaatst op 8 juli 2016
Het geluid verplaatst zich van noordoost naar zuidwest, tot het langzaam wegsterft in de nacht. We zijn even getuige van een vleugje van wat daar hoog in die nachtelijke hemel plaatsvindt: vogeltrek. Er vliegen jaarlijks miljoenen vogels ongezien ’s nachts over ons hoofd, maar deze oeverloper roept om contact te houden met zijn soortgenoten. Is het er één, is het een groep? We weten het niet.
Oeverlopers zijn net als veel andere steltlopers vroege najaars- én nachttrekkers. Als het volop zomer is, in juli en augustus, trekt de hoofmacht al door. Eerst de volwassen vogels, later de jongen.
’s Morgens vroeg, bij het allereerste licht komen de oeverlopers naar beneden. De glinstering van het maanlicht heeft ze wellicht al geholpen: dáár is water en is het interessant, dáár is bos en hebben we niets te zoeken.
Uiteindelijk trekken de oeverlopers verder door naar het zuidwesten, tot in Afrika ten zuiden van de Sahara. Daar kan een oeverloper ineens nijlpaarden en krokodillen als buren tegenkomen. In april trekken ze weer terug, de meeste naar Scandinavië. In Nederland broeden maar enkele paren.