Door
Arjan Berben
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 15 juli 2019
Vogelbescherming en BirdLife sloten recent een overeenkomst met het Afrikaanse Great Green Wall Initiative, om gezamenlijk verwoesting tegen te gaan. En wel op een duurzame manier, die ook goed is voor natuur en vogels. Julius Arinaitwe van BirdLife was in Nederland om mee te helpen de raamovereenkomst concreet te maken. Een mooie kans om een kijkje te nemen in de keuken van Birdlife.
“Wat mijn team en ik in essentie doen, is ervoor zorgen dat BirdLife niet alleen groot is, maar ook krachtig. Zodat we nog overtuigender kunnen opkomen voor vogels, biodiversiteit en steeds meer voor het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Dat doen we door de nationale Partners te versterken. Dat betekent bijvoorbeeld het delen van kennis en ervoor zorgen dat Partners aan voldoende middelen kunnen komen, dat ze een achterban hebben. Zo creëren we impact.”
“Belangrijk besef hierbij: we trekken geen sprintjes, maar lopen een marathon. Natuurbescherming kenmerkt zich door een lange adem. Als de ene bedreiging voor natuur is afgewend, is er altijd weer een volgende. Daarom heb je organisaties nodig die continuïteit bieden.”
“Er zijn zo’n 197 landen. Dus er is ruimte om te groeien en daar zijn we ook mee bezig. Duidelijk is natuurlijk wel dat in veel landen onafhankelijke ngo’s niet normaal zijn. Op dit moment is BirdLife in 113 landen actief. Dat was een tijdlang in 121.”
“Maar een BirdLife Partner moet voldoen aan bepaalde standaarden. Niet elke natuurorganisatie kan zich daarom bij ons aansluiten. Dat moeten gezonde organisaties zijn, met goed bestuur, solide financiën en een groeiende achterban. Elke vier jaar evalueren we alle Partners. Voldoen die niet aan alles, dan is er tijd om te verbeteren. Lukt dat niet, dan kunnen ze geen deel meer uitmaken van BirdLife. Dat stemt natuurlijk niet gelukkig, maar is wel belangrijk voor onze geloofwaardigheid.”
“Een prachtig voorbeeld vind ik het Transboundery Peace Park. Dat is een beschermd natuurgebied op de grens van Sierra Leone en Liberia. Vogelbescherming heeft daarin een fantastische rol gespeeld en de moed gehad om samen met de Partners uit Sierra Leone en Liberia het overleg aan te gaan met de beide regeringen.”
“Die hadden toen wel iets anders aan hun hoofd. Deze landen kwamen destijds uit een verschrikkelijke burgeroorlog en hadden vooral oog voor het herstel van de infrastructuur. Natuur stond niet hoog op de agenda. Maar het lukte, het Peace Park is er gekomen. Dat was nooit gelukt als we niet zo intensief als BirdLife hadden samengewerkt.”
“Een ander goed voorbeeld vind ik hoe BirdLife wereldwijd een zo krachtige lobby op gang wist te brengen, dat de Europese Commissie een aantal jaar geleden de Europese natuurwetgeving ongemoeid liet. De evaluatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn leek uit te draaien op het afzwakken ervan, waardoor de Natura 2000-gebieden in gevaar zouden komen. Dat werd dus gelukkig voorkomen.”
“De keiharde keuzes die je moet maken. Er is veel natuur en biodiversiteit in Afrika, nog steeds, hoewel veelal niet meer ongeschonden. Maar voor natuurbescherming zijn weinig middelen voorhanden, dus je moet steeds weer prioriteren, met pijn in het hart. Er is zoveel te doen! Daarnaast blijft het opbouwen van organisaties die het langetermijngevecht kunnen leveren belangrijk. Het gaat niet alleen om de charismatische voorvechters, maar er zijn solide organisaties nodig.”
“Een grote uitdaging is ook de politici te overtuigen van het nut van duurzame ontwikkeling. In hun haast werkgelegenheid te creëren en hun landen te ontwikkelen - gerechtvaardigde doelen overigens - staan natuur en biodiversiteit op een laag pitje. De gevolgen zijn schrijnend, zoals het toestaan van ontbossing en vervuilende oliewinning.”
“Ik ben in opgegroeid op het platteland van Kabele in het Zuidwesten van Oeganda. De plek waar ook de gorilla’s wonen in het Mgahinga National Park. Maar dat speelt eigenlijk geen rol in mijn natuurliefde. Ik zie het als een vorm van boete doen voor mijn zonden.”
“Toen ik jong was, schoot ik met een katapult op vogels, net als de andere jongens in mijn omgeving. Ik leerde de soorten daardoor wel goed kennen. De echte liefde kwam later pas toen ik zoölogie ging studeren aan de universiteit. Een van de docenten hield erg van vogels en liet me voor het eerst door een verrekijker kijken. Vanaf toen ben ik verslaafd geraakt aan vogels. Mijn passie gaat uit naar watervogels. Nu ik dit nu zeg, hoor ik het mooie gefluit van de witwangfluiteend in mijn hoofd. Vogels kijken is niet meer iets wat ik doe, maar wat ik ben.”
Wereldwijd wordt de natuur in hoog tempo vernietigd. Om dat te stoppen zijn er in alle landen sterke natuurorganisaties nodig. Vogelbescherming draagt daaraan bij als Partner van BirdLife International en ondersteunt een aantal partners bij hun ontwikkeling.
Ben je toe aan een nieuwe verrekijker of telescoop? Je oude kijker of scoop kan veel betekenen voor de bescherming van vogels in ontwikkelingslanden! Lever hem daarom in bij Vogelbescherming. Vele honderden kijkers kregen al een tweede leven.