Door
Jeanet van Zoelen
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 10 januari 2025
De speciale staarten van staartmees en winterkoning zijn níet zo geworden om ons het herkennen tijdens de Tuinvogeltelling makkelijk te maken. Al zijn ze daarvoor wel handig. Waarom zijn die staarten wél zo apart? Hoe kan het ook anders: de mannetjes gebruiken hun staart in de paartijd om vrouwtjes te verleiden.
De staartmeesman vliegt rond en spreidt en sluit zijn staart, waardoor ie op een grote vlinder lijkt. Wild aantrekkelijk voor staartmeesvrouwtjes blijkbaar. En hoe langer de staart, hoe mooier het effect. De winterkoningman houdt het rustiger; de gespreide staart gaat heen-en-weer en op-en-neer. Maar, hij moet dus wel omhoog staan voor het door de vrouw gewenste resultaat.
Behalve dat ze bijzondere staarten hebben, is er nog een overeenkomst tussen deze kleine vogels. Ze hebben dezelfde oplossing om in koude nachten warm te blijven: ze gaan met z’n allen knus tegen elkaar aan zitten. En dat ziet er ongelooflijk schattig uit.
Winterkoningen doen dat in oude nesten en allerlei soorten nestkasten. Staartmezen op een dikke tak. Omdat ze allebei zo klein zijn is het moeilijk voor ze om in hun eentje op temperatuur te blijven als het vriest.
Staartmezen komen ook in tuinen. Kijk je goed omhoog in de bomen of je ze ziet bij de Tuinvogeltelling? Je kunt ook maar zo een trosje van die kleintjes aan je vetbolletjes zien hangen. De staartmezen blijven 's winters namelijk in Nederland en zwerven rond in familiegroepen. Zijn er genoeg dichte struiken, dan kunnen ze zelfs in je tuin broeden.
Een leuk weetje over staartmezenstaarten: als de vrouwtjes broeden, past die staart niet in het nest. Niet getreurd, ze klappen hem gewoon dubbel op hun rug! Als je na de broedtijd dus een staartmees ziet met een knik in de staart, dan weet je nu: dat is een vrouwtje dat heeft zitten broeden.
Ook winterkoningen zijn het hele jaar in je tuin te vinden, zij blijven - anders dan staartmezen - in de buurt van hun broedplaats. Zoek ze laag bij de grond voor te Tuinvogeltelling.
Fijn misschien om te weten dat het erg goed gaat met de winterkoningen in Nederland. Ze floreren in bossen, moerassen en duinen. Behalve dan in de bebouwde kom, daar komen ze juist iets minder. De reden: veel mensen willen de tuin netjes, dus zijn er weinig dichte struiken en rommelhoekjes met afgevallen bladeren en takken. En juist dat hebben de winterkoningen nodig om een nest te bouwen en insecten te vinden.
Wil je graag een winterkoning in je tuin? Help ze dan met een struikje. Hier vind je nog wat meer inspiratie. En er zijn ook struikjes voor kleine tuinen.
In de cursus Fluitend je tuin in: zangvogels in Nederland ontdek je twaalf vogels die je in je eigen tuin of op je balkon kunt tegenkomen. Je ontvangt daarnaast ook een basisles over tuinen met leuke feitjes en tips voor hoe je jouw tuin vogelvriendelijk kunt maken.
De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon informatie krijgen om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen.