Geplaatst op 15 december 2015
De witkopstaartmeesjes komen eigenlijk alleen voor in Scandinavië en vanaf Polen oostwaarts, maar af en toe duiken ze ook in Nederland op. Afgelopen tijd vrij veel. In Denemarken en Polen komen de twee ondersoorten elkaar tegen, want daar raken de broedgebieden elkaar. Ze paren ook wel met elkaar en de jongen zijn dan een soort mengelmoesje van beide ouders.
Binnen een groep staartmeesjes bestaat een duidelijke rangorde. Degene die het hoogst in rang zijn, hebben een grotere kans om de winter te overleven. Ze slapen namelijk allemaal tegen elkaar aan om warmer te blijven en de aanvoerder, die zit lekker in het midden. Als het broedseizoen aanbreekt, bezetten ze niet elk apart een territorium, maar een groot territorium met de hele groep.
Staartmezen eten vooral insecten en andere priegeldiertjes, dus meestal zijn ze niet echt geïnteresseerd in de voertafel of silo. Ook in de winter weten ze nog genoeg te vinden, al is dat wel hard werken. Soms zijn ze te lokken met wat vetbollen in de tuin. Als er tien aan zo’n vetbol hangen, is het met recht een staartmezenbol!
Mail je ons een mooie foto waar beide varianten opstaan? Dat kan naar info@vogelbescherming.nl. Die foto maakt kans om met naamsvermelding op onze Facebookpagina te komen.