Door
Gert Ottens
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 16 november 2018
Witkopstaartmezen (een ‘ondersoort’) komen voor in Scandinavië en vanaf Polen oostwaarts. Ze duiken bij uitzondering in Nederland op. Maar in sommige jaren is er sprake van een invasie-achtig voorkomen. De voortekenen daarvan zijn dan vaak al in het najaar te zien.
Als veel witkopstaartmezen een zachte winter hebben overleefd, brengen ze ook veel jongen groot. Vervolgens is er dan niet genoeg ruimte voor al deze vogels. Daarop slaan de staartmezen aan het zwerven en kunnen op die manier massaal in Nederland verschijnen.
De laatste grote invasie was in 2010 toen naar schatting misschien wel 10.000 witkopstaartmezen ons land overspoelden. Mogelijk was het de grootste invasie in West-Europa ooit. Tijdens een normale winter gaat het eerder om tientallen vogels. De oorsprong van de witkoppen die Nederland weten te bereiken, moeten we overigens vooral in oostelijke richting zoeken.
De naam van de witkopstaartmezen zegt het al: ze hebben spierwitte, ongevlekte kopjes die duidelijk gescheiden zijn van een zwarte nekband. Ze missen ook de kenmerkende donkere baan langs de ogen en wangen van onze staartmezen. En hun vleugels laten ook meer wit zien. De tertials zijn namelijk grotendeels wit. Tertials zijn de veren die een deel van de slagpennen bedekken als de vogel zit. Ook zijn witkoppen vaak witter van onderen.
Waar soms verwarring kan ontstaan, is dat er tussenvormen bestaan van beide ondersoorten! Op de plekken waar de broedgebieden elkaar raken in Denemarken en Polen. Deze zogenaamde ‘witkoppige’ staartmezen worden hier regelmatig gezien, en komen zelfs vaker voor dan pure witkoppen, vooral tijdens invasies van witkopstaartmezen. Witkoppige staartmezen hebben ook een witte kop, maar meestal is er toch een vage (grijze) baan boven langs het oog te zien.
Handig is het dat witkoppen, witkoppige en gewone staartmezen soms in gemengde groepen worden gezien, zodat ze goed vergeleken kunnen worden.
Er lijkt zich momenteel weer een invasie van witkopstaartmezen af te tekenen. De laatste weken zijn er al verscheidene grote groepen gezien, tot wel 30 exemplaren. Vooralsnog is de kans om ze tegen te komen het grootst langs de kust en in het noorden. Maar tijdens vorige invasies werden ze letterlijk overal gezien, tot ver in het binnenland. Ze duiken dan net als staartmezen vaak op in bosgebieden, parken en ook in vogelvriendelijke tuinen.
Ook de witkoppen en witkoppigen zijn niet vies van vetbollen. Dus dat is een goede manier om ze uw tuin in te lokken. Hopelijk zet deze invasie daarom door en kunnen we de hele winter genieten van deze superschattige beestjes!
Wat zou de winter nog meer brengen? Lees hier meer over de vier mooiste invasievogels in Nederland.
Meedoen met de jaarlijkse Nationale Tuinvogeltelling wordt nog leuker met web-app MijnTuinvogeltelling. De web-app helpt je de meest voorkomende tuinvogels van Nederland te herkennen. En maakt het invoeren van je telling tijdens dat weekend nog makkelijker!
Word jij ook zo blij van vogels in je tuin of op je balkon? Hang je wel eens een vetbolletje voor ze op? Je kunt nog meer doen. Doe de gratis Postcode Vogelcheck en ontdek welke vogels in jouw buurt leven en hoe je deze vogels kunt helpen.