Willow Tit, Poecile montanus - Mezen (Paridae)
Rode lijst
De matkop leeft in allerlei bossen met voldoende dode bomen. In dit zachte dode hout wordt een nestholte gemaakt. De matkop is vaak in iets vochtiger habitats te vinden dan de sterk gelijkende glanskop, die iets minder algemeen is. Matkoppen hebben een - naar mezenmaatstaven - groot territorium. De gemiddelde oppervlakte van een matkop-territorium is 7,5 hectare.
Bovendelen grijsbruin en onderdelen vuilwit met beigebruine flanken. Kopkap is mat zwart, maar dit is in het veld lastig waar te nemen, net als de meeste andere kenmerken, zoals een 'stierennek'. Naast het geluid is de lichte baan op de armpennen een goed kenmerk om de matkop te onderscheiden van de glanskop. Ook heeft een matkop geheel witte wangen en een vrij grote zwarte kinvlek.
Zang een helder "tjii-tjii-tjii-tjii". Roep een luid "DÈÈÈH-DÈÈÈH-DÈÈÈH-DÈÈÈH" vooraf gegaan door een kort "tsi-tsi" (soms bijna niet hoorbaar).
12-13 cm
Eileg van begin april tot half april. Eén legsel per jaar met meestal 7-9 eieren. Broedduur 13-15 dagen. Matkoppen maken gebruik van oude, deels verrotte, palen van afrasteringen en hekken om hun nest in uit te pikken. Vrouwtjes-matkoppen doen veel werk; ze maken de nestholte, leggen de eieren en mogen ze vervolgens alleen uitbroeden. Gelukkig worden ze daarbij wel gevoerd door het mannetje, dat daarnaast druk is met het verdedigen van het territorium. De jongen zitten 17-20 dagen op het nest. Als ze zijn uitgevlogen, worden de jongen nog enige tijd gevoerd door beide ouders.
Matkoppen broeden vooral op de hoge gronden, zowel in bossen en natuurgebieden als in boerenland met houtwallen of singels. Ze zijn het talrijkst in gebieden met veel berken, wilgen of rotte boomstronken: broekbos, heide met opslag en jonge loofbossen met een open structuur.
Een groot scala aan insecten, zoals vliegen, gaasvliegen, bijen, wespen, mieren, kevers, bladluizen, vlinders, rupsen en vele andere. Buiten het broedseizoen ook zaden en vruchten, en kan dus ook een bezoek brengen aan de voedertafel (al gebeurt dat niet vaak).
Matkoppen zijn echte standvogels die jaarrond in het broedgebied verblijven. In de winter kunnen territoriale groepjes matkoppen gezien worden. Dit zijn vogels uit de omgeving, die groepsgewijs naar voedsel zoeken. Dit heeft als voordeel dat predatoren eerder worden opgemerkt.
vrij talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig
In Nederland broeden er fors minder (bijna de helft) dan enkele decennia geleden. Vooral in de laagveengebieden en de Noordoostpolder is de afname erg sterk. Voortschrijdende verdroging en verruiging van deze gebieden kunnen hierin een rol spelen. In Engeland is dit een belangrijke factor gebleken bij de achteruitgang van de matkop. In bosgebieden is het mogelijk dat grote bonte spechten vaker nesten van matkoppen prederen dan voorheen. Door natuurlijker bosbeheer is het aantal grote bonte spechten namelijk toegenomen.
Aantal broedparen | 7500-12.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 30.000-45.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - jaarrond aanwezig |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Moerasgebieden met veel wilgenopslag en ander zacht hout, zoals de Oostvaardersplassen.
De matkop leeft in de Euraziatische boreale en gematigde bossen van Engeland tot in Japan.
In tegenstelling tot de glanskop is de matkop sterk achteruitgegaan: in de achterliggende 25 jaar is de soort met 50% gedecimeerd. Het is gissen naar de precieze oorzaken van de achteruitgang van de matkop in grote delen van laag-Nederland. Jonge, vochtige loofbossen worden het meest gewaardeerd. De soort hakt zelf zijn holten uit en heeft in jonge bossen wellicht minder last van concurrentie van andere mezensoorten.
De matkop staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming zet zich voor de bijzondere natuurkwaliteiten van de belangrijke Natura 2000-natuurgebieden in Nederland. Dat doen we door beleidsbeïnvloeding achter de schermen, kennisoverdracht en waar nodig juridische actie. Via ons netwerk van deskundige WetlandWachten heeft Vogelbescherming overal in Nederland ogen en oren in het veld.
Begrazing kan bij hoge dichtheden slecht uitpakken, zoals in de Oostvaardersplassen. Daar is geschikt leefgebied voor de matkop – wilgenbos en vlierstruweel – over grote oppervlakten geheel verdwenen. Elders in Flevoland – Horsterwold, Hulkesteinse Bos – blijkt vernatting van grote delen bos erg gunstig voor de matkop te zijn. Daar zijn de dichtheden erg hoog. Om de matkop tegemoet te komen, kunnen terreinbeherende organisaties dus het beste zorgen dat er grote oppervlakten jonge, vochtige of zelfs natte bossen met een rijke struiklaag beschikbaar zijn. Spontane wilgenbossen, elzen- en berkenbroekbossen, maar ook aangeplante populierenbossen. Het vereist denken in termen van cyclisch beheer en dynamiek: toelaten dat er af en toe delen spontaan volgroeien met wilg, berk en els.
De matkop is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn matkoppen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de matkop wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van matkoppen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal