Door
Gert Ottens
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 7 februari 2020
In sommige regio’s van het land liepen de gemoederen hoog op in het verleden over de vraag welke soort er het meest voorkwam, matkop of glanskop? Zo moeilijk waren ze te onderscheiden, behalve dan als ze zich lieten horen, dan was het meteen duidelijk. Ondertussen is er steeds meer bekend geworden hoe we ze goed uit elkaar kunnen houden.
Beide soorten komen vooral voor in de oostelijke helft van het land. Vooral de glanskop is in zijn verspreiding beperkt tot de hogere zandgronden en de Hollandse duinen, en ontbreekt nagenoeg in grote delen van westelijk, noordelijk en zuidelijk Nederland.
Matkoppen kennen een ruimere verspreiding, maar hebben daar wel een sporadischer voorkomen. Er zijn dus gebieden waar de glanskop niet voorkomt (zoals Flevoland, het rivierengebied en laagveengebieden), maar de matkop wel. Matkop en glanskop komen soms samen voor in een gebied.
Matkop en glanskop hebben een verschillende habitatvoorkeur, al is er overlap. De matkop heeft een bredere smaak van moeras- tot naaldbos, waar de glanskop vaker in loofbossen voorkomt. De Europese verspreiding van de glanskop overlapt bijvoorbeeld grotendeels met die van de beuk. Glanskoppen zijn daarnaast vaker in tuinen aan te treffen. In natte (moeras)bossen zijn matkoppen daarentegen ‘alleenheersers’.
In de literatuur worden verschillende kenmerken genoemd. Die zijn evenwel niet altijd bruikbaar in het veld, omdat er overlap is, individuele variatie en omdat ze vaak nogal subtiel zijn. Een ‘hard’ kernmerk waarmee u ze uit elkaar houdt, is echter op de snavel te zien. Beide mezen hebben een donkergrijze snavel, maar glanskoppen hebben eigenlijk altijd een helder lichte vlek aan de basis van de bovensnavel. Matkop heeft soms wel lichtere snijranden, maar normaal gesproken geen echte lichte vlek.
En, zoals gezegd, verschillen ook de geluiden van matkop en glanskop nogal. De roep van de matkop is een wat zeurend en nasaal “dèhh-dèhh-dèhh”, vaak voorafgegaan door een - soms bijna onhoorbaar - “tsi-tsi”. De meest voorkomende roep van glanskop is een explosief, niezend en sterk dalend ‘”pstíe-toe.
De zang van de glanskop is een scherp, kort, metaalachtig "tiu-tiu-tiu-tiu-tiu", en wordt ook wel vergeleken met een sciencefiction laserpistool. Matkoppen zingen een iets langgerekter en helder "tjii-tjii-tjii-tjii".
De volgende kenmerken kunnen – opgeteld – ook helpen om glanskop en matkop uit elkaar te houden. Zo heeft de matkop vaak een opvallend licht veld op de vleugels. Bij glanskop is dat nauwelijks zichtbaar en meestal zelfs afwezig.
Beide soorten hebben witte wangen en oorstreek. Bij glanskop is de voorzijde hiervan wit en de achterzijde lichtbruinig. Dit kan een een goed onderscheidend kenmerk zijn, want bij matkop is dat gebied meestal helemaal wit. Ook loopt het witte deel van de zijkop bij matkop gemiddeld verder naar achteren door.
Daarnaast is de keelvlek bij matkop vaak groter en breder van onderen. Bij glanskop is deze meestal kleiner, van gelijke breedte en scherper begrensd. Maar uitzonderingen hierop zijn bij beide soorten te vinden.
Zoals de naam al aangeeft heeft de glanskop een meer glanzende zwarte kopkap, maar kan ook dof lijken en het zwarte petje is bij matkop soms ook iets glanzend. Geen betrouwbaar kenmerk dus.
Matkop en glanskop zijn standvogels, dus het hele jaar door te zien. Met wat geduld en doorzettingsvermogen moet het nu mogelijk zijn om deze twee mezen uit elkaar te houden, ook als ze zwijgzaam zijn. Goede foto’s van de kop kunnen daarbij helpen.
Een leuke uitdaging: succes!
Word jij ook zo blij van vogels in je tuin of op je balkon? Hang je wel eens een vetbolletje voor ze op? Je kunt nog meer doen. Doe de gratis Postcode Vogelcheck en ontdek welke vogels in jouw buurt leven en hoe je deze vogels kunt helpen.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je van Nico en Camilla in tien vogellessen veel tuinvogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt meteen de eerste vogelles per mail.