Door
Ruud van Beusekom
Vogelbescherming Nederland
Geplaatst op 28 november 2024
We glijden de winter in en dan weet je als vogelaar: eendentijd. Want Nederland wordt in najaar en winter overspoeld door eenden van divers pluimage. Die juist alle zijn geruid van het wat obscure eclipskleed naar het prachtkleed. Een soort om nu echt naar uit te kijken is de grote zaagbek. Een rare snuiter. Want je verwacht het niet van een eendensoort – hij duikt naar vis. Die grijpt hij met de ribbels aan de snijranden van zijn snavel. Die ‘zaagbek’ deelt hij met zijn verwante soorten, de middelste zaagbek en het nonnetje, eveneens viseters. De grote zaagbek leeft vooral van spiering, blankvoorn, baars en stekelbaars, net wat beschikbaar is.
Grote zaagbekken moet je vooral zoeken op zoet water, in tegenstelling tot de middelste zaagbek, een zoutliefhebber. Overal in Nederland kun je ze aantreffen, ook in steden, zoals in vaarten in Almere. Er is een trend dat steeds meer grote zaagbekken in kleinere wateren overwinteren. Het zwaartepunt ligt toch wel in de lage, waterrijke delen van ons land, met echt grote aantallen in het noordelijk deel van IJsselmeer, hoewel vaak ver uit de oever om ze goed te bekijken. In strenge winters worden er bij ons meer gezien. Dan vriest de Oostzee dicht, waar veel ‘grote zagers’ overwinteren.
In de loop van de winter gaan grote zaagbekken steeds vaker baltsen, vooral op rustige ochtenden. Hierbij sloven de mannetjes zich geweldig uit maken ze heel bijzondere geluiden. Want wie denkt dat uilen de gekste geluiden maken, moet zijn oor toch echt te luisteren leggen bij eenden. Want niet alleen qua uiterlijk zijn eenden extravagant, dat zijn ze ook in hun repertoire en hun baltsspel.
De grote zaagbekman is makkelijk te herkennen aan zijn merkwaardige gevormde, donkergroene kop en donkerrode snavel in combinatie met de fraai geelwitte borst en flanken, waardoor ze ook wel ‘boterbuik’ worden genoemd. Het vrouwtje lijkt op het vrouwtje middelste zaagbek, maar heeft een blauwgrijs lichaam met een scherp afgetekende, roodbruine kop.
In de nawinter al trekken de grote zaagbekken naar de broedgebieden in Noord- en Oost-Europa, waar ze door bos omzoomde, visrijke meren, plassen en rivieren opzoeken. De vrouwtjes broeden in boomholten. Als de jongen zijn uitgekomen, springen ze uit de boom en spoedt de familie naar het dichtstbijzijnde water. Net als futen dragen de grote zaagbekken de jongen op de rug. Ook niet echt ‘des eends’.
Meer weten over de grote zaagbek? Kijk dan in de digitale vogelgids
Wil je meer weten over de soorten uit deze vogelles of over andere vogels die in Nederland voorkomen? In de webshop van Vogelbescherming zijn veel goede boeken, voor beginners en gevorderde kijkers, verkrijgbaar. Maar je kunt ook gewoon in onze online vogelgids kijken.
Vogels kijken doe je ook met je oren! Vogelbescherming heeft een paar mooie podcastseries gemaakt. Luister bijvoorbeeld naar Uitgevogeld, Dwaalgasten of Van glas tot gras.