Door
René de Vos
Journalist en redacteur Vogels
Geplaatst op 21 december 2023
Ze haalde een keer diep adem, wachtte een seconde en drukte dan de knop in. Het scherm lichtte snel op en ze typte de woorden heel zorgvuldig. Corvus Filius. Precies zoals ze het kon zien staan op het sierlijk gegraveerde plaatje, een halve meter schuin achter het scherm. Het plaatje bevond zich op een kort afgezaagde verweerde tak die aan de muur was bevestigd. Op de tak zat al jaren een doodstille kauw. Dat het een kauw was wist Meta omdat Ronald het haar verteld had.
Ronald… vandaag was het precies een jaar geleden dat…
Holy shit! Ze duwde met een ruk haar stoel een halve meter naar achter en staarde verbijsterd naar een woeste bol veren die zich leek te willen losrukken van het scherm. Wat de hel was dit?
‘Momentje, momentje’, kraste iets wat op een vogelkop begon te lijken. ‘Na zo’n lange tijd stand-by is het altijd lastig om me met enige gratie te presenteren.’
‘Wat de hel is dit?’ herhaalde Meta zich hijgend.
‘Sorry, momentje nog.’ De snavel bewoog zich razendsnel door de verenbende en plots zag Meta in de schermverschijning het evenbeeld van de vogel aan de muur.
‘Ik zie je kijken, ik zie je denken, Meta. Ja, wij zijn een en dezelfde. Mijn alter ego hierachter is de materiële, ik ben de zielsmatige variant.’
‘De wat?’
‘Nou ja, het is maar een woord. Ik ben, zeg maar, de niet-tastbare manifestatie.’
Meta leek de eerste schrik te boven en liet nu iets als ergernis doorschemeren. ‘Poeh! Wat pedant, zeg.’
Het scherm wisselde in minder dan een oogwenk van beeld. Weg was de kauw. Meta keek naar een gebronsde veertiger, een witte doek als een tulband rond het hoofd gedrapeerd, eenzelfde doek rond de lendenen. Zijn armen had hij breed uitgestrekt, net genoeg om in zijn handen de vleugelpunten van een forse witgrijze vogel te kunnen klemmen. Het dier had de kop diep opzij hangen. De gele snavel met bloedrode punt vormde een luguber accent. Het decor bestond uit niets dan stoffig grauw zand. Je kon het voelen branden. Erboven een hint van een waterlijn.
‘Wat is dit?’ gilde ze tegen het scherm. Ze wist donders goed naar wíe ze keek – Ronald – maar ze had dit beeld nooit eerder gezien. Op hetzelfde moment was de grote vogel verdwenen; Ronald sjouwde nu met een bos dode takken. Om kort daarop weer plaats te maken voor de kauw. Die was er dus ook nog.
‘Laat me je uitleggen wat je gedaan hebt, Meta’, sprak de kauw. ‘Dan zien we daarna hoe dit verder moet.’ Meta zakte berustend onderuit, wat anders kon ze doen?
‘Je had een onverklaarbare drang; je typte mijn naam in – Filius, zo heeft Ronald me genoemd. Corvus Filius is potjeslatijn voor Zoon Kauw. Toen Ronald acht jaar was kreeg hij van een boer een uit het nest geroofd kauwenjong. Dat kon toen nog. Als ze zó jong zijn hechten kauwtjes zich heel snel en onafscheidelijk aan een mensenpartner. Dit kauwtje heeft vijf jaar lang het leven gedeeld van Ronald, vastgeplakt bijna op de schouder van de jongen. Hoe die vriendschap verder verlopen is heb ik niet onderzocht.’
Filius pikte iets onduidelijks onder zijn oksel weg en vervolgde: ‘Een halve eeuw later stuitte Ronald in een kringloopwinkel op mijn alter ego hierachter. In een sentimentele bui kocht hij mij aan. En niet lang daarna kreeg ik zelfs een doel; ik werd zijn AI-gedreven personal assistent.’
‘Zijn wat?’ gromde Lisa.
‘Ronald was hevig geïnteresseerd geraakt in Artificial Intelligence, kunstmatige intelligentie. Mijn materiële ik, hierachter, is het aaibare deel, maar die kan verder niks. De andere helft, waar je nu naar kijkt, doet het echte werk…’
‘Zoals?’ vroeg Meta argwanend.
‘Ik kan binnen een seconde een miljoen potentiële lijntjes ophoesten op de vraag waar de foto van Ronald over gaat en…’
‘Waarom zou iemand dat willen weten?’ onderbrak Meta hem ruw.
Filius haalde zijn verborgen schouders op: ‘Ronald was een erg nieuwsgierige man’.
‘Was, ja…’ zuchtte Meta. En toen was het een tijdje stil. Na de verwoestende diagnose ‘ongeneeslijk ziek, nog een half jaar te leven, hadden ze een tijdlang totaal ontredderd langs elkaar heen geleefd, maar dan hadden ze zich herpakt en in lange gesprekken waren ze dichter bij elkaar gekomen dan ooit. Het verdriet had beslist nog geen vaste plaats gekregen, maar Meta was er zeker van dat die fase zou aanbreken.
De kauw kraste zijn keel en pakte de draad weer op; ‘’Door mijn naam in te tikken heb je me wakker geschud. Zo’n beetje als de lampgeest van Aladdin, nou ja; laat maar zitten. En die selfie van Ronald op de Razende Bol – want dat is waar de foto is genomen – markeert een belangrijk moment in zijn leven; toen zijn de vogels binnengekomen. Je kent deze fase uit zijn leven niet goed, want jullie waren toen een tijdje uit elkaar. Ronald had zich voor bezinning een week teruggetrokken op de onbewoonde zandplaat tussen Den Helder en Texel. Bij zijn eerste verkenningstocht vond hij op de vloedlijn tot zijn verbijstering enkele tientallen stervende vogels. Dat heeft hem heel erg aangegrepen; overal om hem heen pijn en angst en hij kon niets doen… Hoewel hij nooit een ‘vogelend mens’ is geworden is hij die dag de wereld van de vogels binnengestapt.’
En terwijl de kauw die laatste woorden sprak trok er een roze gloed over het scherm waarbinnen zich ruimtelijke vormen als magische wezens bewogen. Aantrekkend, afstotend, versmeldend.
‘De Valentijnswolk,’ fluisterde Meta. ‘Je herkent hem?’ kraste de kauw.
‘Hoe zou ik die ooit kunnen vergeten, Filius? Het was op Valentijnsdag, ons laatste jaar samen. We reden onderlangs de dijk naar huis en plots zaten we middenin een andere wereld; psychedelisch, metafysisch. Duizenden spreeuwen die fluisterend met elkaar leken te communiceren. Dat licht ook! Het was alsof we werden opgenomen en liefdevol meegevoerd. Misschien wel de hemel in…’
Meta zweeg en de kauw hield één groen-geringd oog strak op haar gericht. ‘Waar denk je nu aan, Meta?’
Ze zuchtte. ‘Als jij op alles een antwoord kunt vinden, Filius… waar is Ronald dan nu?’
‘Dat weten we niet, Meta. Er lijkt nog nooit iemand van de andere kant te zijn teruggekomen. We weten zelfs niet of er een andere kant is. Ronald heeft me daar nooit vragen over gesteld. Hem fascineerde het gevoelsleven van vogels. Ik heb dus alleen aan deze kant van de scheidslijn gezocht naar antwoorden, in de tastbare wereld zeg maar.’
‘Zou je ook aan de andere kant kunnen zoeken, Filius?’
‘Niets is onmogelijk – denken we bij AI. Zou je dat willen? Je hebt het wachtwoord; vanaf nu ben ik jóuw personal assistant.’
‘Dat zou ik heel graag willen.’ Haar stem klonk een beetje schor.
De kauw wipte op zijn virtuele tak en toonde zijn andere zijde. ‘Dan heb ik een voorstel, Meta. Kijk eens…’
Het scherm wisselde van roze naar groen. ‘Nee! Dat is ons bankje,’ Ze kon een droge snik niet onderdrukken. Hoe vaak zijn we daar niet langs gelopen en hebben we geglimlacht om de tekst?’
Wees stil. Sluit je ogen. Adem.
Luister naar mijn voetstappen in je hart.
Ik ben niet weg, ik ben gewoon in je.
En vanachter het groen klonk het rollende kaka van Meta’s personal assistant. ‘Ga zitten, Lisa, sluit je ogen. Hij is niet weg. Vind hem aan jouw kant van de streep. Ik ga voor je op zoek aan de andere kant.’
Het scherm sloeg op donker, het was stil, Lisa opende haar ogen en keek langs de laptop naar de roerloze kauw.
‘Dankjewel lieve Filius. Ja, samen zullen we hem vinden. En zijn Wereld van de Vogels.’
Vogels is het tijdschrift voor onze leden, met prachtige fotoreportages en opmerkelijke verhalen. Een scala aan groot en klein nieuws, over vogels, kijk- en excursietips en nog veel meer. Word lid en ontvang
Vogels 5x per jaar.
Help ons met mooi beeldmateriaal het enthousiasme voor vogels te vergroten. Wij maken een selectie en we zetten de mooiste foto's online. Uit deze foto's kiezen we elke maand de allermooiste.