Door
Mariël Verburg
Auteur Vogelbescherming
Geplaatst op 18 mei 2022
“Wat we uit onderzoek steeds duidelijker weten, is dat mensen zich fysiek en mentaal gezonder voelen als ze in een groene omgeving wonen. En ze zíjn ook gezonder. Ze gaan minder vaak naar de huisarts met klachten zoals diabetes, angststoornissen, ADHD of depressie. Ook vogels dragen daaraan bij, die zijn een onderdeel van de natuur. Mensen die in de buurt wonen van natuurgebieden met een grotere diversiteit aan vogelsoorten, zijn gelukkiger. Als je tien procent meer vogelsoorten kunt zien, dan geeft dat een zelfde effect in ‘gelukkiger zijn’ als tien procent meer inkomen.”
“Er zijn meerdere oorzaken. Alleen al door te kíjken naar groene natuur, herstel je beter van stress en heb je meer positieve emoties. Je werkgeheugen herstelt ook beter in een natuurlijke omgeving; het brein komt tot rust. Een natuurrijke omgeving bevordert ook een gezonde leefstijl, ze nodigt uit om naar buiten te gaan, te bewegen. Ook hebben mensen meer sociale contacten in buurten met meer groen. En planten en bomen scheiden bepaalde bacteriën en etherische stoffen uit; micro-organismen die goed zijn voor ons immuunsysteem. Tot slot is er minder omgevingshinder in plekken met meer groen: er is minder hitte, de luchtkwaliteit is beter en geluidsoverlast minder.”
“Het positieve effect van groen lijkt ook nog eens het grootst te zijn bij de mensen die dit het meest nodig hebben, daar is een tiental studies naar gedaan. Bijvoorbeeld: mensen die hoger scoren op depressieve symptomen, herstellen meer bij het zien van een groene omgeving. En ook voor mensen met een lager opleidingsniveau is het effect van groen groter. Hun levensverwachting is gemiddeld zo’n vier jaar lager dan bij hoger opgeleide mensen, en ze hebben minder lang een goede kwaliteit van leven. Voor hen kun je met meer groen grote stappen zetten.”
“Natuur heeft ook een positief effect op de leefbaarheid van een wijk. In Amerika deden ze onderzoek in een wijk met grote flats. Daar vergeleken ze complexen met en zonder groen. Waar meer groen was, waren minder opstootjes en agressie. Mensen dragen ook meer zorg voor hun eigen omgeving als die mooi groen is. Daarbij telt niet alleen de kwantiteit maar ook de kwaliteit van het groen. Waar ik woon in Nieuwegein staat bijvoorbeeld overal dezelfde soort heesters, die niet heel goed onderhouden zijn. Dan zie je dat mensen hun auto daarin parkeren, of rommel achterlaten. Als je dat groen kleurrijk en biodivers maakt, met ook meer diversiteit gedurende het jaar, dan zie je dat mensen daar beter voor gaan zorgen. Je ziet minder rommel. Dat geeft minder klachten van bewoners bij de gemeente. En klachten kosten geld.”
“Daarnaast draagt groen natuurlijk bij aan andere maatschappelijke opgaven, zoals klimaatbestendigheid en biodiversiteit. Wat ik ook belangrijk vind is het effect van vogels en natuur op de ontwikkeling van kinderen. Als kinderen niet in de natuur spelen, slootje springen, hutten bouwen, dan ontdekken ze ook niet hoe leuk dat is. Als ze wel op jonge leeftijd in contact komen met de natuur, bijvoorbeeld via een groen schoolplein, dan verbinden ze zich met de natuur. Dan is de kans ook groter dat ze zich daar op latere leeftijd voor gaan inzetten. Bijvoorbeeld door niet hun hele tuin te betegelen.”
“Daarvoor kun je de 3-30-300-vuistregel gebruiken: Iedereen moet vanuit huis ten minste 3 bomen kunnen zien. Van elke wijk is 30% van het oppervlak voorzien van bladerdak. En niemand mag meer dan 300 meter van een park of groene ruimte wonen waar je kunt recreëren. Maar het gaat er niet alleen om dat dit groen aanwezig is, het moet ook gebruikt worden. Er zijn mensen voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Voor hen moet je activiteiten organiseren om ze te helpen het groen te ervaren, zodat ze er makkelijker en sneller zelf naartoe gaan.”
“Begin met de 3-30-300-regel, probeer of je dat kunt realiseren in wijken. Probeer vooral gebruik te maken van inheemse planten, die trekken meer insecten aan en daardoor ook meer vogels. Kijk bij het creëren van groen ook naar de tuinen van mensen; als alle tuinen groen zijn heb je qua biodiversiteit veel winst. Daar is meer voor nodig dan zeggen dat bewoners tegels moeten lichten. Je moet het ze voordoen, je moet ze helpen, zoals met operatie Steenbreek. Dat is niet alleen onwil; sommige mensen weten niet hoe je planten moet verzorgen en vinden dat spannend.”
“Leg groene schoolpleinen aan. Die hebben na schooltijd ook een belangrijke functie, niet alleen voor de kinderen die er spelen maar ook voor de ouders die meegaan. Denk ook aan een kinderboerderij, een natuurspeeltuin, een plek om buiten te sporten. En ontwikkel groene routes daar naartoe. Als je mensen naar buiten wilt krijgen, helpt het als ze vanaf de deur een groene route kunnen kiezen. Maak dus groene aderen door de stad om mensen naar buiten en naar het grootschaliger groen te krijgen.”
Word jij ook zo blij van vogels in je tuin of op je balkon? Hang je wel eens een vetbolletje voor ze op? Je kunt nog meer doen. Doe de gratis Postcode Vogelcheck en ontdek welke vogels in jouw buurt leven en hoe je deze vogels kunt helpen.
Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomerhitte, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis. Kijk voor inspiratie en oplossingen op