Geplaatst op 23 april 2020
Bijna een jaar na de presentatie van het Klimaatakkoord druppelen de plannen voor de overstap naar duurzame energie binnen. Op regionaal niveau wordt onderzocht waar en op welke manier er ruimte is voor de opwekking van duurzame energie. In 30 regio’s in ons land brengen gemeentelijke overheden samen met inwoners, bedrijfsleven, netbeheerders, energiecoöperaties en maatschappelijke organisaties in kaart hoe de energietransitie in hun regio het beste kan worden vormgegeven.
Een belangrijk doel op de korte termijn is het aanwijzen van zoekgebieden voor de plaatsing van zonnepanelen en windmolens. Plannen worden vastgelegd in een Regionale Energiestrategie (RES). Voor Vogelbescherming Nederland zijn deze RES-en belangrijk, omdat ze van grote invloed kunnen zijn op het leefgebied van vogels.
De gevolgen van een keuze voor plekken waar windmolens of zonnepanelen worden geplaatst, kunnen groot zijn voor vogels en natuur. Natuurgebieden en andere belangrijke vogelgebieden bieden veel ruimte en kunnen tot zoekgebied worden bestempeld.
Uit de eerste plannen blijkt dat sommige energieregio’s deze gebieden niet schuwen. Zo lijken gemeenten in Noord-Holland het IJsselmeer te willen aanwijzen als zoekgebied, terwijl dat is aangewezen als een Natura 2000-gebied voor een hele reeks beschermde watervogels. Ook de Gouwzee (Markermeer), een belangrijk foerageergebied voor watervogels zoals nonnetje en krooneend, lijkt te worden genoemd als ‘zoekgebied onder voorwaarden’.
Vogelbescherming is groot voorstander van de energietransitie, maar vindt dat dit niet ten koste mag gaan van natuur. Naast de klimaatcrisis hebben we immers ook een biodiversiteitscrisis.
Het plaatsen van zonnepanelen of windmolens op grote schaal in natuurgebieden heeft grote gevolgen op de kwaliteit van het leefgebied van veel soorten vogels, waaronder bedreigde soorten. Water met drijvende zonnepanelen is ongeschikt voor foeragerende en rustende watervogels. Zonnepanelen op water en op land horen niet thuis in belangrijke vogelgebieden, waaronder ook kerngebieden voor weidevogels.
Op 1 oktober moeten de concept-versies van de RES worden ingeleverd. De oorspronkelijke deadline was 1 juni, maar als gevolg van COVID-19 krijgen de energieregio’s iets langer de tijd. Uiterlijk rond 1 september nemen de gemeenteraden een besluit. Het Planbureau voor de Leefomgeving en het Nationaal Programma Regionale Energietransitie maken een analyse van de concept-RES-en. In het voorjaar van 2021 geven zij hun oordeel over de 30 regio’s.
Alle RES-en worden eerst voorgelegd aan de inwoners van gemeenten binnen de energieregio. Inwoners krijgen dan de kans te reageren op de plannen, bijvoorbeeld tijdens een inspraakavond. In sommige gemeenten heeft deze vorm van burgerparticipatie nog niet plaatsgevonden. Dat is gemakkelijk terug te vinden op de website van de betreffende gemeente.