Door
Marc Scheurkogel
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 15 april 2020
De eerste zangvogels die zich laten horen zijn, niet verrassend, de vogels die de winter in Nederland hebben doorgebracht; de standvogels. De trendsetters zijn doorgaans merels, roodborsten winterkoningen en heggenmussen. Koolmezen en pimpelmezen zijn er ook wel vlot bij.
Maar nu het voorjaar echt is begonnen, komen mondjesmaat ook de eerste trekvogels terug. De grootste hausse zal in mei de landsgrenzen passeren, maar een aantal Afrika-gangers is alweer binnen. Een viertal vogels, met kenmerkende zang, die we weer mogen verwelkomen:
De tjiftjaf is van origine een wegtrekker, maar overwintert steeds vaker ook in Nederland. Een aantal tjiftjafs zat dus al die tijd al in het land, maar de trekkers onder de tjiftjafs zijn inmiddels ook grotendeels terug. Zingende tjiftjafs horen we dus volop. De vogel doet zijn naam letterlijk eer aan: hier is sprake van een onvervalste onomatopee. Oftewel; hij roept (min of meer) zijn eigen naam. Die klanknabootsing maakt direct dat de vogel moeilijk te verwarren is met andere soorten. Qua geluid althans...
De fitis is wat betreft uiterlijk namelijk nagenoeg niet te onderscheiden van de tjiftjaf. Wie goed kijkt lukt het, want van dichtbij zien we dat een fitis doorgaans lichtere poten heeft, wat geler is en wat slanker oogt. En zo zijn er nog wat uiterlijke kenmerken. Maar een eenvoudiger manier om ze uit elkaar te houden is de zang. Waar de tjiftjaf zijn eigen naam roept, lijkt de fitis wat muzikaler. Zijn zang klinkt een beetje als een wegstervend geluid; een langspeelplaat die bijna uitgedraaid is. Een veel gebruikt ezelsbruggetje voor zijn zang is: Het is mooi weer vandaag, maar het blijft niet zo. Misschien vergezocht, maar in ieder geval wel vindingrijk. Hoort u dit roepen, dan hoort u een fitis.
Veel ezelsbruggetjes werden blijkbaar gemaakt in de tijd dat de LP nog vol in de aandacht stond. De zang van een zwartkop wordt wel vergeleken met de zang van een merel, maar dan op 78 toeren afgespeeld. Met andere woorden; een snelle merelzang. Zwartkoppen zijn dus geoefend zangers. Lastig is overigens dat hetzelfde ezelsbruggetje ook wel wordt gebruikt voor de tuinfluiter… Maar laatstgenoemde komt over het algemeen wat later weer naar Nederland. Hoort u in maart of begin april een ‘snelle’ merel, is het zeer waarschijnlijk een zwartkop.
Naarmate april vordert, neemt ook de kans op tuinfluiters weer toe. Doorgaans doemen ze vanaf eind april weer op in ‘onze’ contreien. Uiterlijk is dit kbv’tje (kleine bruine vogeltje) van dichtbij niet te verwarren met een zwartkop. Het verschil zit hem, niet verrassend, bijvoorbeeld in die zwarte kop, die ontbreekt namelijk bij de tuinfluiter. Maar, zoals gezegd, de tuinfluiter is evenals de zwartkop een begenadigd zanger met een versnelde merelzang. En beide soorten laten zich eerder horen dan zien. Toch is er wel enig onderscheid in de zang. De zang van de zwartkop is iets helderder dan die van de tuinfluiter. Maar er is al een redelijk geoefend oor nodig om op het gehoor het onderscheid te maken.
De komende periode biedt, helaas noodgedwongen, in ieder geval de tijd om de tuinvogels goed te bestuderen. En wie zich echt wil verdiepen in de verschillende vogelgeluiden, kan zijn hart ophalen op bijvoorbeeld xeno-canto.
Ben je op zoek naar een goed boek over vogels of de natuur? Vogelbescherming heeft een uitgebreid en gevarieerd aanbod in onze winkel en onze webshop.
In deze gratis vogelcursus voor beginners leer je van Nico en Camilla in tien vogellessen veel tuinvogels en hun geluiden herkennen. Met handige tips, filmpjes en ezelsbruggetjes. Je ontvangt meteen de eerste vogelles per mail.