Geplaatst op 11 juli 2019
Goed stromingsriet is een belangrijke eis die de grote karekiet stelt aan zijn broedgebied. Maar stevig riet dat in dieper water staat, is intussen bijna net zo schaars als de vogelsoort zelf. In de Loosdrechtse Plassen zijn er nog wat stroken te vinden, maar de omstandigheden zijn er verre van ideaal, blijkt uit onderzoek dat in opdracht van Vogelbescherming werd uitgevoerd door onderzoeksbureau B-Ware. Het werd vandaag gepresenteerd in Loosdrecht.
Volgens onderzoekers Jimmy de Fouw (Radboud Universiteit Nijmegen), Yvon Verstijnen en Fons Smolders (Onderzoeksbureau B-Ware) lijkt het erop dat het water en de bodem van de Loosdrechtse Plassen niet overal voedselrijk genoeg is voor nieuwe aanwas van goed stromingsriet. En laten de Loosdrechtse Plassen nu een van de weinige bolwerken van de grote karekiet zijn.
Het water is in het plassengebied volgens de onderzoekers in de afgelopen jaren minder voedselrijk geworden. Dat is gunstig omdat het water helderder wordt. Maar het blijkt dat riet ook voedingstoffen uit het water haalt en zo hoog en dik kan worden. Dat lukt niet overal, vooral niet waar het riet groeit op relatief voedselarme grond. Daardoor ligt toename van riet met een doorsnede van pakweg 6 millimeter en een hoogte van een meter of drie niet voor de hand.
Dat dergelijk riet er nu nog wel aanwezig is, maakt volgens de onderzoekers vooral duidelijk dat de omstandigheden voor stromingsriet in het verleden beter waren. In Loosdrecht dreigt de leefomgeving van de grote karekiet de komende jaren dan ook verder achteruit te gaan.
De onderzoekers vermoeden dat herstel van het stromingsriet nog het meest kansrijk is op de plekken waar veengrond onder de plassen schuilgaat, omdat de voedselrijkdom vanwege de hogere biomassa in dat grondtype iets groter is.
De omstandigheden zijn sowieso niet ideaal in de Loosdrechtse Plassen: zo kennen de oevers op veel plaatsen geen natuurlijk verloop, maar zijn voorzien van harde beschoeiing. Bovendien concurreren bomen en struiken met het riet om het licht en de toch al schaarse voedingsstoffen in de bodem.
De aanzienlijke grauwe ganzenpopulatie in het gebied speelt ook een grote rol: die eten graag riet en vormen dus een directe bedreiging voor de biotoop. Ook in andere voormalige kerngebieden zoals de Reeuwijkse Plassen, het Naardermeer en het rivierengebied verdween riet dat in diep water groeit daardoor bijna helemaal en is er voor de grote karekiet geen fatsoenlijke broedplek meer te vinden.
Om te voorkomen dat hetzelfde gebeurt in de Loosdrechtse Plassen, zijn de resterende stukken stromingsriet afgerasterd. De komende jaren moet blijken of de overgebleven grote karekieten in deze stroken tot een goede reproductie komen.
De vraag wat er moet gebeuren om gunstige leefomstandigheden voor de grote karekiet te creëren is dus complex. Los van het moeizame herstel van het stromingsriet door de schrale grond en het voedselarme water, moeten de rietkragen ook in de toekomst worden afgerasterd tegen de ganzen. En struiken en bomen moeten worden verwijderd in stukken waar stromingsriet kans van slagen heeft.
De grote karekiet was ooit een wijdverbreide en algemene rietvogel in Nederland, maar vermoedelijk telt de populatie tegenwoordig minder dan honderd broedparen. Met de Loosdrechtse Plassen gelden ook de Randmeren als laatste bolwerk. Vogelbescherming Nederland doet er alles aan om de soort terug te krijgen naar een levensvatbare populatie van grofweg 400 broedparen. Daarom moeten eerst de omstandigheden in de overgebleven bolwerken zo veel mogelijk worden geoptimaliseerd.
Het onderzoek naar de water- en bodemkwaliteit in de Loosdrechtse Plassen is niet de enige poging om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor biotoopherstel. Ook in de Randmeren wordt de kwaliteit van de broedgebieden onderzocht en worden de kansen voor de grote karekiet verkend. Daar lopen de onderzoeken nog.
Allicht zijn de vooruitzichten daar ook beter: tijdens de inventarisatie van de Vogelatlas (2018) werden in dit gebied de meeste broedparen geteld. Het Zwarte Meer nabij Kampen was daarin zwaartepunt (26 territoria), maar ook daar staat de populatie onder druk. Eerder werden met hulp van donateurs ook de trekroute en de winterkwartieren van de grote karekiet in kaart gebracht.